Wat in de krant stond
In de toelatingseisen voor emigranten naar Canada is een aanmerkelijke verruiming gekomen. Thans kan nl. iedereen, ongeacht zijn beroep, naar Canada emigreren - met inachtneming van de algemene emigratievoorschriften natuurlijk. Wel moet de emigrant zich bereid verklaren om bij aankomst, indien er in zijn eigenlijke beroep niet onmiddellijk werk is, voorlopig ander werk aan te nemen om in zijn onderhoud te voorzien. Deze verruiming zal zeker invloed hebben op de toeneming van het aantal emigranten voor Canada.
Tussen Nederland en de federatie Rhodesia en Nyassaland zal een emigratieverdrag worden gesloten.
Emigratieorganen zullen de aanmeldingen voor emigratie naar Rhodesia in eerste instantie beoordelen. Na selectie komen die aanvragen dan via het Nederlandse emigratie-bureau in Salisbury bij de immigratie-autoriteiten van de federatie, die de eindbeslissing hebben.
In Stuttgart zijn in het kader van de Nederlands-Duitse week twee tentoonstellingen van Nederlandse oude en hedendaagse kunst geopend en wel: ‘Rembrandt en zijn tijdgenoten’ en de tentoonstelling: ‘Nederlandse hedendaagse kunst’ met 200 werken van vooraanstaande schilders.
De nieuwe Franse ambassadeur, de heer Edmond de Beauverger, is begin November in ons land aangekomen. Mevrouw de Beauverger zal later in de residentie komen.
Op uitnodiging van de Commissie voor culturele betrekkingen met Duitsland en met steun van het ministerie van Onderwijs hebben lectoren in het Nederlands aan de universiteiten van Hamburg, Munster, Keulen en Bonn met 19 hunner studenten een acht-daagse studiereis naar Nederland gemaakt.
Het college van B. en W. van 's-Gravenhage vroeg de raad om een bedrag van 10.000 gld. toe te kennen aan het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, ondergebracht in het oude stadhuis, dat binnen afzienbare tijd een nationaal centrum van bestudering der Nederlandse litteratuur en als zodanig één der belangrijkste culturele en wetenschappelijke instellingen van 's-Gravenhage zal worden.
Vijf afgestudeerden van de Wageningse Landbouw hogeschool, die verleden jaar als hulpkrachten werden toegevoegd aan internationale landbouwdeskundigen, werkzaam in Etiopië, Iran en Libye, hebben zich dermate verdienstelijk gemaakt, dat besloten werd hun aanstelling, welke 18 October j.l. eindigde, te verlengen. Men is vol lof over de technische en wetenschappelijke kennis van deze vijf jonge Nederlandse landbouwdeskundigen, de heren Huffnagel, Koopman, Verkeer, Nieuwenhuys en Van der Veen.