Neerlandia. Jaargang 59

Reacties op de rede van de heer J.J.v.d. Laan, gehouden op Neerlandia-dag

Een pluim voor Nederland

Een lid van ons Verbond te Rotterdam schrijft ons het volgende.

Bij het lezen van het verslag van de door de heer Van der Laan uitgesproken rede op de Neerlandia-dag van 10 September j.l., meer in het bijzonder de woorden: ‘Nu kunt U mij tegenwerpen, dat ons volk het onder die omstandigheden dan toch nog al aardig heeft weten te rooien’, kwam mij een gesprek in de gedachte, dat ik deze zomer in een overvolle trein in Oostenrijk - een gesprek, dat het contact tussen de reizigers versterkte - met een Zuid-Afrikaan had.

Deze zakenman - het was grappig daar plotseling Zuidafrikaans te horen spreken - vertelde mij, dat de manier waarop Nederland zich na de laatste oorlog en na het verlies van Indonesië heeft weten te herstellen, in de hele wereld bewondering heeft gewekt.

‘Kijkt U maar naar Engeland, naar Frankrijk, naar Duitsland - nergens is de economische toestand zo gunstig als in Nederland’.

Zijn bewering latend voor wat zij waard is, deed het mij toch plezier dit van zo onverwachte zijde te horen.

Nederlandse remonstranten in Friedrichstadt (Schleswig)

Een ander Rotterdams lid, mevrouw van Peski-Veder. schreef ons, naar aanleiding van de opmerking van de heer Van der Laan over dc Nederlandse remonstranten in Friedrichstadt, dat deze gemeente na de oorlog weer een Nederlandse predikant heeft beroepen en dat sinds Maart van dit jaar haar zoon, ds A.M. van Peski, daar het ambt van predikant bekleedt.

Friedrichstadt maakt, aldus mevrouw Van Peski, nog een echt Oud-Hollandse indruk met mooie oude gevels en grachten, daterend van 1618. Op het kerkhof leest men nog echte Nederlandse namen. In de kerk wordt het ‘Onze Vader’ nog in het Nederlands gebeden. In het ‘Remonstrantenhuis’, de pastorie van Friedrichstadt worden lezingen gehouden. Ook de koster en zijn gezin kregen daar onderdak.

[p. 73]

Van E-'55 tot N-'70. Drs C.A.A. van Luttervelt beziet de economische toestand van Nederland in de naaste toekomst

De afd. 's-Gravenhage opende het winterseizoen met een voordracht op economisch gebied, hetgeen van goed inzicht getuigde, daar toch de werkzaamheden van ons Verbond voor een belangrijk deel afhankelijk zijn en geleid worden door de toestand onzer volkshuishouding.

Drs C.A.A. van Luttervelt besprak allereerst de economische toestand van ons land in de vooroorlogse jaren om dit tijdperk te kunnen vergelijken met de tien jaren die achter ons liggen en daarna, op grond van dit cijfermateriaal en opgedane ervaringen, een blik te kunnen werpen op de 25 jaar, die vóór ons liggen.

De ontwikkeling, die ons land in economisch opzicht sedert de bevrijding heeft doorgemaakt, verklaarde de heer Van Luttervelt, geeft ruimschoots reden tot voldoening. Hoewel deze in hoge mate werd begunstigd door factoren van buitenaf, mag zij stellig worden beschouwd als het resultaat van een gezamenlijke krachtsinspanning van ons gehele volk.

In grote trekken schetste Drs Van Luttervelt de wijze waarop ons volk zich - niet afgeschrikt door de nieuwe ramp, die ons in 1953 trof - tot dusverre van vele zware opdrachten heeft gekweten. De betiteling ‘le miracle hollandais’ was daarvan een gevolg, de Energie-'55 - de naam van de in dit jaar gehouden tentoonstelling in Rotterdam - een grootscheepse bewijslevering van het Nederlandse kunnen.

De tot dusverre geboekte resultaten, hoe gunstig deze in het algemeen ook zijn, dragen evenwel het gevaar in zich de gedachte te doen postvatten, dat we ‘er nu wel zijn’. Niets is evenwel minder juist dan dat, want met de verwezenlijking van de tweede taak, de versteviging van ons economisch bestel, is in wezen nog slechts een begin gemaakt. Het is dan ook veel meer geboden de vraag voor ogen te houden wat N-'70 - Nederland in 1970 - zal brengen dan te blijven terugzien op het blijkens de E-'55 tot nu toe bereikte.

Zijn betoog met cijfermateriaal stavend, zette de Heer Van Luttervelt uiteen welke zware taken ons nog wachten en op welke gevaren wij bedacht dienen te zijn.

Geenszins, zo besloot de spreker zijn zeer belangwekkende uiteenzetting, is er aanleiding tot pessimisme over hetgeen ons in de volgende vijftien jaren na onze bevrijding te wachten staat. Met behoud van vertrouwen in de krachten, die wij tezamen meermalen getoond hebben te kunnen opbrengen, blijft het een noodzakelijk vereiste om de ogen voor de werkelijkheid open te houden. Een zekere gezapigheid, het maar rustig aannemen, dat we de moeilijkheden totaal achter de rug hebben, zou de ergste toestanden kunnen scheppen. Moge er ook in 1970 aanleiding zijn om op het tot stand gebrachte met voldoening en gepaste trots terug te zien.