[Nummer 6]
Pretoria
Honderd Jaar
*
Op 16 November 1855 heeft de Volksraad op voorstel van de toenmalige commandant-generaal, later de eerste president van de Zuidafrikaanse republiek, Marthinus Wessel Pretorias, het besluit genomen om een nieuw dorp uit te leggen op de plek gevormd door twee plaatsen, welke waren aangekocht van de heren Prinsloo en Van der Walt. Dat nieuwe dorp werd het tegenwoordige Pretoria, van 1860 af regeringscentrum.
Sedertdien is Pretoria gestadig gegroeid met uitbreidingen naar alle kanten en met een steeds toenemende bevolking. Vooral na 1890, toen Pretoria met Lorenzo Marques door een spoorlijn werd verbonden, begon de grootste ontwikkeling.
Vele grote industriële bedrijven vestigden zich daar. Met zijn twee universiteiten de Universiteit van Pretoria, waaraan de technische ingenieursfaculteit nog ontbreekt, en de Universiteit van Zuid-Afrika, het Nederlands Cultuur-historisch Instituut en het Normaalcollege voor de opleiding van lagere en middelbare leerkrachten, is Pretoria een onderwijscentrum bij uitnemendheid geworden. Een botanische tuin, de dierentuin, het Transvaalmuseum en voortreffelijke bibliotheken dienen de wetenschap op de juiste wijze.
Voor de viering van het eerste eeuwfeest van Pretoria bestaat een ongekende en algemene belangstelling. Een rijk programma bevat zeer vele feestelijke gebeurtenissen, die thans reeds zijn aangevangen.
Het zwaartepunt van de feestviering ligt in en om het stadhuis. Daar werden in het ruime park op de avond van 21 October de standbeelden onthuld van Andries Pretorius, de aanvoerder in de strijd bij Bloedrivier en diens zoon, de reeds genoemde Marthinus Wessel Pretorius.
Het ALGEMEEN NEDERLANDS VERBOND leeft van harte mee met deze eeuwfeestviering, daarbij de verwachting uitsprekende dat Pretoria aan voorspoed, welvaart en betekenis zal blijven toenemen, deze kostelijke parel in de kroon van Zuid-Afrika, dit bloeiende oord, waar zovele Nederlanders en afstammelingen van de oude voortrekkers de Nederlandse taal als nergens anders in Zuid-Afrika hoog hielden en nog hoog houden.
Zo blijve dan de oude wapenspreuk ‘Prestantia prevalent Pretoria’ tot in lengte van dagen gelden voor de stad, waaraan Andries Pretorias zijn naam gaf.