Generaal K.E. Oudendijk †
Wederom is aan het Algemeen Nederlands Verbond één zijner trouwe leden ontvallen. Op 23 Maart 1955 overleed in het Diaconessenhuis ‘Bronovo’ te 's-Gravenhage de heer K.E. Oudendijk, die in het Verbond bijna steeds werd aangeduid met de naam van ‘de Generaal’.
Wij zijn, hoe kan het ook anders, onder de indruk van de slagen, die het A.N.V. in de laatste tijd hebben getroffen. Eerst Van Hoytema en nu generaal Oudendijk, een van onze ereleden. Ieder verbondslid kende hem en hij kende vele verbondsleden.
Zijn arbeid voor het Verbond kenmerkte zich door een waarachtige liefde tot de Nederlandse stam, trouw aan het Vorstenhuis en een diepe eerbied voor de taal, de geschiedenis en het Nederlandse lied.
Wij hebben de eer gehad de overledene zeer persoonlijk te kennen. Wij hebben hem hooggeacht door de wel zeldzame eigenschappen van geest en hart. Hij was een volkomen gaaf mens, die, wars van enige zelfzucht en naijver, het heil van de medemens zocht.
Bedrog en onwaarachtigheid kon hij niet verdragen, wijl ze aan zijn wezen vreemd waren. Hij was een man van hoge statuur en voorname allure. Als hij op nationale hoogtijdagen de uniform aantrok, dan domineerde hij het straatbeeld. Dat was geen aangenomen houding. Dat was een uitvloeisel van zijn hele zijn, dat in voorname, geestelijke rijpheid de bijna volkomen openbaring was van de man van Nederlandse stam.
Nimmer deed het A.N.V. tevergeefs een beroep op hem. Het stelde zijn wijs oordeel zeer op prijs. Een kleine tijd hielp hij het Verbond door in een moeilijke periode de voorzitterszetel in te nemen. Dat was toen en op zijn leeftijd een offer aan het Verbond, dat allen zeer gewaardeerd hebben.
Bijna dagelijks informeerde hij naar de gang van zaken. Niet uit nieuwsgierigheid of bemoeizucht, maar uit werkelijke belangstelling in het wel en wee van het A.N.V.
Moge dit anderen ten voorbeeld zijn.
En nu is Oudendijk van ons gegaan.
Met de profeet uit het oude Israël zeggen wij: ‘De dood is geklommen in onze vensteres’.
Het A.N.V. voelt in het heengaan van Oudendijk en van anderen de ernst van de klop van de tijd, die steeds waarschuwt.
Laten wij jongeren ons dit voor gezegd houden.
De taak van het A.N.V. rust hoe langer hoe meer op onze schouders. Steeds vaker zullen wij de adviezen van onze wijze voorgangers moeten missen en daardoor zullen wij al meer moeten bewijzen, dat het ideaal van het A.N.V. niet loos is, maar rijk en waard er door aangegrepen te worden.
Dit is de les van Oudendijk's leven geweest.
Dit zij de waarschuwing van zijn sterven.
E.H. BOS,
Voorzitter Algemeen Nederl. Verbond