Suriname en de Ned. Antillen
Lezing van Mr W.J. van Balen te Utrecht
Voor de leden der afdelingen Utrecht e.o. van Oost en West, Onze Vloot, Algemeen Nederlands Verbond en N.I.B.E.G. hield Mr W.J. van Balen op 2 November 1953 in een stampvolle zaal een lezing over Suriname en de Ned. Antillen.
In een geschiedkundig overzicht liet de spreker uitkomen, dat Suriname aan het einde der 15de en het begin der 16de eeuw, als gevolg van een Pauselijke beslissing tot verdeling van de wereld in twee invloedsferen, onderscheidenlijk toegewezen de ene aan Spanje en de andere aan Portugal, een soort niemandsland was, waar Hollanders en Zeeuwen zich vestigden.
Toen de kaperij en de slavernij waren verdwenen, vielen de Antillen en Suriname terug tot een staat van verval.
Tegenwoordig verkeren Curaçao en Aruba in goeden doen door de daar gevestigde olieraffinaderijen, onderscheidenlijk van de Koninklijke-Shell en van de Esso, waarvan de andere eilanden ook voordeel trekken, doordat vele harer bewoners op een van die twee eilanden werkzaam zijn.
Suriname, waar eerst de cacao- en de bananenteelt mislukte, ziet nu een teelt van ryst en citrus zich tamelijk goed ontwikkelen, terwijl ook de houtkap een behoorlijke bron van inkomsten is. Maar bauxiet-winning, aanvankelijk alleen door Amerikanen, later ook door Nederlanders tot uitvoering gebracht, is het belangrijkste bedrijf.
F.Kr.