Afd. Kaapstad bestaat 45 jaar
door K.H.F.C. Oudschans Dentz
Tien jaren, nadat Joh. J.C. Leyds (Nederlander), J. de Vries (Nederlander), H.L. Louw (Afrikaner) en C. Timmerman (Vlaming) en ik op f4 Augustus 1897 de Groep Zuid-Afrika van het Algemeen Nederlands Verbond hadden opgericht, waarna Johannesburg als eerste afdeling op de vergaderingen van 19 en 26 Maart 1898 gevolgd was, kwam, na de instorting door het uitbreken van de tweede vrijheidsoorlog in 1898, de herleving van de Kaapkolonie.
Wel had het A.N.V. in 1898 een krachtig bestuur gevonden, dat zowel de Zuidafrikaanse republiek, de Oranje Vrijstaat als de Kaap vertegenwoordigde, maar het zwaartepunt lag toen nog in Transvaal. In de Engelse Kaapkolonie zou het eenmaal uitgestrooide zaad hoger opwassen. Prof. Dr E.C. Godée Molsbergen, hoogleraar aan de Universiteit van Stellenbosch richtte op 10 Augustus 1906 aldaar een afdeling op, die echter in 1920 met de op 23 Juli 1908 gestichte afdeling Kaapstad en omstreken werd samengesmolten.
Een betere stichter dan Godée Molsbergen kon het A.N.V. niet hebben gehad. Molsbergen, de strijder voor de Groot-Nederlandse idealen. Zijn levensarbeid omvatte het gehele Groot-Nederlandse gebied: Afrika, Nederland en Vlaanderen. Hij gaf colleges in Stellenbosch, Amsterdam, Leiden, Gent en Batavia. Als historicus - als lands-archivaris bracht hij de laatste jaren in Nederlands-Indië door - is de Nederlandse stam niet weinig aan hem verplicht. Het Hoofdbestuur schonk hem dan ook de verguld zilveren erepenning. Op 8 Maart 1940 werd hij uit de rij der strijders weggenomen.
Het eerste reglement van de afdeling Kaapstad werd op 20 Augustus 1908 vastgesteld en op die datum werd een vast bestuur gekozen, waarvan Mevr. E.M.C. Loopuyt-Maas nog slechts in leven is. Deze thans 78-jarige pionierster heeft onafgebroken negen lustrums der afdeling in verschillende functies meegemaakt.
In het Juli-Augustus nummer van 1933 van Neerlandia, gaf ik, ter gelegenheid van haar zilveren jubileum, reeds een overzicht van hetgeen de afdeling in de afgelopen 25 jaar had verricht.
Ik moge dat thans nog met enkele bijzonderheden aanvullen.
De eerste jaarvergadering, waarbij ook Dr H.J. Kiewiet de Jonge aanwezig was, werd gehouden op 2 Maart 1909. Oud-president F.W. Reitz trad als lid toe.
Als ere-voorzitter benoemde de nieuwe afdeling J.H. Hofmeyr (‘Onze Jan’). Aan F.W. Reitz werd eveneens het ere-voorzitterschap aangeboden en na deze was ere-voorzitter senator F.S. Malan. De beide laatste ere-voorzitters zijn de consuls-generaal Dr H.J. Levelt en thans Dr N. Slotemaker de Bruine.
De Openbare Afrikaans-Nederlandse Boekerij en Leeskamer (A.N.V.) jubileert mede in Juli. De Boekerij is zo oud als de afdeling; de Leeskamer is in 1913 daaraan toegevoegd. Zij verheugt zich met haar 9000 Afrikaanse en Nederlandse boeken en een leestafel met een veertigtal Afrikaanse, Nederlandse en Vlaamse kranten en tijdschriften, in een grote bloei. Zij is een kostbaar bezit voor de afdeling en een nuttige instelling in de samenleving, hetgeen door de overheid o.a. in de vorm van geldelijke steun wordt erkend.
Men vergete niet, dat het het Alg. Nederl. Verbond geweest is, dat in 1921 met de kranslegging bij het standbeeld van Jan van Riebeeck is begonnen en daardoor veel heeft bijgedragen tot het instellen van een algemene Jan van Riebeeckdag in de Unie van Zuid-Afrika.