Uit de groote West
Nederlanders bijeen
Vandaag iets uit het Nederlandse verenigingsleven, zoals bij onze eerste kennismaking werd beloofd.
Wanneer men zich enigszins in het grote New York heeft ingeburgerd, valt het op, dat verschillende nationaliteiten zich een bepaalde woonen winkelwijk hebben gekozen, waar U uithangborden en aanplakbiljetten vindt in de eigen taal en wat men op straat hoort spreken allerminst op Engels lijkt. Zo vinden we dicht bij huis 'n Duitse, 'n Italiaanse, 'n Ierse, 'n Tsjechoslovaakse gemeenschap, die haar samenhang ook openlijk demonstreren door eens per jaar een gezellig buurtfeest te organiseren met 'n kleurige, schitterende straatverlichting, muziek door 'n eigen orkestje of door luidsprekers, 'n kermis in 't klein langs de trottoirs en 'n opkomst van duizenden joelende, vrolijke mensen.
Nederlanders en ex-Nederlanders, kleiner in getal weliswaar, maar dan toch nog in deze wereldstad en haar naaste omgeving enige honderdduizenden sterk, missen dit saamhorigheidsgevoel en gaan in de massa verloren. Dat is nu eenmaal de Nederlandse aard, eens - overdreven gelukkig - door een satiricus onder ons aldus geschetst: Ontmoet je één Nederlander, dan heeft hij ruzie met zichzelf; zijn er twee, dan staan die in hun gedachten als ware kemphanen tegenover elkaar; komen er meer, dan vormen zich uit hen twee partijen, die zich bij uitgroei telkens zwamsgewijze weer splitsen en dan... heeft men genoeg om een Tweede Kamer te vullen!
Nou, nou, m'n waarde mopperaar, zó erg is 't gelukkig nog niet, zelfs niet in de Tweede Kamer. En hier in New York heeft Nederlandse eendracht het bestaan, twee Nederlandse verenigingen in stand te houden, zij het dan ook niet zo krachtig, als wij voorstanders dat zouden wensen.
De oudste van de twee, ‘Eendracht maakt macht’, hoopt het volgend jaar haar 90ste verjaardag te herdenken. Het is een kleine organisatie van ongeveer 40 leden, mannen en vrouwen, die eens per maand vergadert en dan op vlotte wijze, zoiets als op 'n Poolse Landdag, de lopende zaken en de plannen voor een volgende bijeenkomst bespreekt. Een gezellig mengelmoes dat ons enkele uren weet weg te halen uit de beslommeringen des levens.
Dan is er verder de ‘General Netherlands Association’, 'n 200 leden sterk, wat er onder ons gezegd, minstens 2000 zouden moeten zijn. Het is de oude zelfstandige afdeling Nieuw Nederland van het A.N.V., thans om juridische redenen ingeschreven als een wettelijke Amerikaanse organisatie (‘incorporation’).
Daardoor is evenwel de band met het verleden bij lange na niet verbroken en alle leden ontvangen als gevolg van een met het A.N.V. aangegane verbintenis het maandblad Neerlandia, waarin zij naast grote verscheidenheid van nieuws uit vrijwel alle werelddelen, thans ook een New Yorkse kolom vinden, geschreven door ondergetekende, die het waagt, in zijn pennehouder te klimmen, hopende dat hij het halve ei, hetwelk hij hun voorzet, beter gevonden zal worden dan 'n ledige dop.
Maar nu: alle gekheid op een stokje, om U te tonen, dat er ook nog wel eens wat gebeurt in onze kring.
We hebben kort geleden, in het begin van October, weer eens 'n echt-Nederlandse avond gehad in de New Amsterdam Room van de Netherland Club. Deze laatste heeft in Rockefeller Center, het middelpunt van onze stad, 'n societeit, uitsluitend voor haar leden, waar diverse Nederlandse kranten ter lezing liggen, men de een of andere borrel kan pakken vóór of na het eten en verder vrienden en kennissen ontmoet. Hoofdzaak voor die Club echter, die uit geldnood massa's Amerikanen als lid heeft moeten inschrijven om staande te blijven, is 'n uitstekend restauratiebedrijf, waar men z'n middag- of avondmaal kan gebruiken. De Club is dus 'n soort ‘eetgenootschap’ geworden en beweegt zich niet op sociaal gebied. Zij verleent de General Netherlands Association, die dan de beschikking krijgt over de New Amsterdam Room en verdere societeitsruimte, gastvrijheid voor haar vergaderingen; 'n lofwaardig blijk van samenwerking!
Begin October dan, hebben we met 'n kleine 90 leden en gasten - schrik niet! - Leidens ontzet herdacht, hoewel niet geheel in middeleeuwse stijl, zoals uit de spijskaart van onze maaltijd bleek, 'n Harinkje vooraf als eetlustwekker, gevolgd door de traditionele hutspot, die men, met tamelijk veel fantasie, wel als zodanig kon herkennen, Daarna eiste de twintigste eeuw weer haar rechten op en we eindigden met koffie en roomijs, om weer op de hoogte van de tijd te geraken.
Onze Consul General en de beide Consuls met hun dames maakten de avond mee en bij de aanvang brachten onze Voorzitter en de C.G. het gezelschap in de juiste stemming met korte, krachtige toespraken.
Voorts was er nog een gast, wiens aanwezigheid in het bijzonder door allen op prijs werd gesteld. Het was een kwieke, jonge man, Jan van Gent, pas uit Nederland aangekomen, die als autobus-bestuurder uit Amersfoort voor korte tijd zijn arbeidsterrein had geruild tegen dat van een Amerikaanse beroepsgenoot. De jonge man was op een zogenaamde Broadway-bus ingedeeld op een der drukste trajecten van New York, waar hij onder deskundige voorlichting de nodige ervaring opdeel van 't chauffeursleven in de wereldstad, die wel ‘'n ietsje’ groter is dan de plaats, waar hij vandaan kwam. Daar, in Amersfoort, had hij voornamelijk met fietsen te doen, hier met honderden auto's, bussen en vrachtwagens, die z'n baan kruisten.
Onze Jan van Gent zal wel geen spijt hebben van wat hij hier heeft meegemaakt. Zelf troffen wij hem enige dagen later aan in een door hem bestuurde Broadway-bus, die hij hanteerde met een vaardigheid en stiptheid, alsof hij zijn hele leven hier had gediend. Amerikaans: Op zijn bus waren aan de voorzijde en zijkanten grote aanplakbiljetten aangebracht, waarop de directie het rijdend publiek erop opmerkzaam maakte, dat de bus werd bestuurd door onze landgenoot, Jan van Gent, en de passagiers verzocht, hem in zijn werk te steunen en hem het leven aangenaam te maken!
Wel, om daarop terug te komen: onze avond verliep als gewoonlijk naar wens en vooral het slot wekte een groot enthousiasme, toen een keurige film werd vertoond van Koningin Juliana's reis door de Verenigde Staten. Dat is met recht een zegetocht geworden, die we niet gauw zullen vergeten!
Voordat we eindigen nog dit: Leidens ontzet was het motief voor deze gezellige, zo goed geslaagde avond. Wel, in Nederlands rijke geschiedenis zijn zulke motieven bij bosjes te vinden. Om enkele voorbeelden te noe-