Dichter Richard de Cneudt 75 jaar
Zondag 14 November had te Gent de plechtige huldiging plaats van de dichter Richard De Cneudt tergelegenheid van zijn 75ste verjaardag. De Gentse figuur is ook in Nederland geen onbekende, daar hij na de oorlog 1914-'18 uit Vlaanderen naar het Noorden uitweek en er ongeveer twintig jaar verbleef. Hij was lange tijd leraar H.B.S. te Rotterdam. Zijn eerste dichtbundels werden overigens in Nederland uitgegeven en het dient gezegd, dat het Noorden eerder dan het Zuiden blijk gaf van waardering voor het werk van deze eerlijke en bescheiden, maar daarom niet minder begaafde kunstenaar.
De feestelijke hulde was op touw gezet door een tiental culturele verenigingen waarbij de Tak Oost-Vlaanderen van het Algemeen Nederlands Verbond zich bereidwillig had aangesloten.
De heer Emiel Kersten sprak het welkomstwoord en noemde Richard De Cneudt de zachtzingende dichter die zingt over zijn dierbare Gentse stede en over zijn geliefd volk.
Vervolgens bracht dichter Jan Vercammen de groet van de Vereniging voor Vlaamse letterkundigen. Hij herinnerde o.m. aan vorige vieringen en stipte hierbij aan hoe De Cneudt de huldiging op zijn 60ste verjaardag beantwoordde met de uitgave van de bundel ‘Verzen’, die op zijn 65ste verjaardag met ‘Mijn hart verlangt’ en ten slotte deze viering met ‘Liederen der bezinning’.
De feestrede werd uitgesproken door de Zeer Eerw. Pater Dr M. Brauns, die eerst en vooral een welgemeende hulde bracht aan de Vlaamse voorman die Richard De Cneudt steeds is geweest. Hij wees op het vele dat de dichter terwille van de liefde voor zijn volk heeft moeten lijden, doch hoe nimmer haat of wrok toegang kreeg tot zijn hart.
In zijn jeugdverzen reeds (1895-1900) heeft De Cneudt als het ware het gehele wezen van zijn toekomstige poëzie uitgebeeld. Men vindt er reeds de flamingant en de Gentse dichter in, die als geen ander, zijn vaderstad heeft bezongen en vereerd.
Niemand, ook in de Nederlandse letterkunde, heeft, als hij, zo sterk en diep de nameloze droefheid uitgezongen. Met zijn ‘Lichtende wegen’ nam hij dan ook volgens critici van die tijd plaats naast de grootste dichters van het eerste kwart van deze eeuw, als Van Langendonk, Van de Woestijne en De Clercq
De bekroning van zijn werk brengt hij thans in zijn nieuwe bundel ‘Liederen der bezinning’. Richard De Cneudt, besloot de puike feestredenaar, is een klassieke dichter, die de eeuwige waarden van het mensenleven bezingt. Hij verdient veel beter gekend te zijn en veel dieper te worden gewaardeerd.
Deze buitengewoon geslaagde feestzitting werd opgeluisterd door het uitvoeren van Vlaamse liederen en het voordragen van werken van de gevierde.
Moge hij samen met zijn edele vrouw nog vele jaren in ons midden vertoeven en in zijn geliefde Gentse stede een rustige en gelukkige oude dag beleven.
Ter illustratie volgt hier van R. De Cneudt het gedicht ‘De Banneling’.
Zijn kindren hebben honger geleden
en hun geest was vol donkerheid;
de moeder heeft voor hen gebeden
en in slaaploze nachten geschreid.
De vader in zijn droom gebroken,
hij heeft geen woord van haat gesproken,
zijn ziel was al te diep verwond.
Toen is zijn nieuwe taak begonnen,
hij heeft gezwoegd, hij heeft zich afgesloofd,
hij heeft den bittren kamp gewonnen,
maar in zijn ziel het licht gedoofd.
Sinds is geen wrok in hem gebleven,
de laatste haat is uitgebrand;
als puurste schoonheid in zijn leven
bleef hem de liefde voor zijn land.