[Nummer 1]
Overpeinzingen bij de intrede van het nieuwe jaar
Wij horen en lezen dagelijks over groeperingen in groot verband, zoals de Verenigde Naties, het Atlantisch Pact, het Schuman Project, de Organisatie voor Europese Samenwerking, de West-Europese Verdediging, de Benelux, enz., alle eenheden, die ieder voor zich op hun eigen specifiek terrein werkzaam zijn en alle ten doel hebben een, bijdrage te leveren om de westelijke wereld geestelijk, politiek, economisch en militair sterk te maken.
In deze gemeenschap neemt Nederland en mitsdien de Nederlandse stam slechts een bescheiden, doch zeer belangrijke plaats in.
Wij kunnen in die gemeenschap een grote taak vervullen, maar nu is het het eigenaardige, dat juist in deze tijd, waarin zo veel op het spel staat, wij ons zelf daarin dreigen te verliezen, doordat wij ons blind staren op de grote, dus machtige eenheid en wij daardoor ons zelf klein en onbeduidend gaan vinden.
Niets is minder juist.
Laten wij, leden van het Algemeen Nederlands Verbond, goed begrijpen, dat er van ons volk een zeer grote kracht kan uitgaan, doch dat het opgenomen worden in die grotere gemeenschap en daarin te worden meegeteld, als eerste voorwaarde stelt, dat wij, Nederlanders, eendrachtig samengaan en naar buiten als één krachtig geheel optreden.
Alleen dan wordt er met ons rekening gehouden en alleen dan kunnen wij wat bereiken.
Wij moeten ons zelf zijn en blijven. Wij mogen onze tijd niet verbeuzelen met kibbelarijtjes, twist en afgunst, waaraan wij zo graag meedoen. Wij moeten eensgezind zijn en zorgen dat ons doorzettingsvermogen - een onzer goede eigenschappen - niet in ons nadeel, maar tot ons voordeel wordt aangewend.
De Nederlanders, dat weten wij uit eigen ervaring, zijn sterk in tijden van nood. Maar wij weten aan de andere kant ook, dat wij ons zelf graag sussen met de gedachte, dat hetgeen wij zelf met willen, ook niet zal gebeuren. Wij hebben ons daarin reeds eerder vergist. Laten wij die fout niet weer begaan.
Een nieuw jaar 1953 is begonnen. Wat het brengen zal, wij weten het niet. Maar één ding, laat een ieder er van doordrongen zijn, dat wij allen, die het beste willen, alleen wat kunnen bereiken, wanneer wij ons van onze eigen waarde ten volle bewust zijn en onze goede eigenschappen in wijde kring uitdragen.
S.