een doorvaart van de Atlantische naar de Stille Oceaan, de later naar hem genoemde Hudson Rivier ontdekte. Hudson verstrekte zijn gegevens over het land langs die rivier aan de West Indische Compagnie en ondernemingsgeest, door koopmanslust gedreven, bracht al spoedig daarna verscheidene Nederlanders ertoe, in dit hun vreemde land hun geluk te beproeven en zich daar te vestigen.
Zo kwam de eerste Nederlandse nederzetting, NIEUW NEDERLAND genaamd, in 1624 tot stand onder leiding van Cornelis Jacobsen Mey, bestaande uit de kolonisten, die in 1623 voor dat doel waren uitgezonden.
Die kolonie kreeg al spoedig, in 1626, haar centrum, toen Peter Minuit, Gouverneur van Nieuw Nederland, het eiland Manhattan, bij de monding van de Hudson gelegen, van de Indianen ‘kocht’ voor de waarde van...... 60 hele guldens ($24) in snuisterijen en andere dingen van weinig waarde. Was me dat 'n koopje! Mercurius, God van de Handel (en ook nog van 'n andere mensencategorie) zou het Minuit niet verbeterd hebben!
En hun, die met die $24. - voor ogen het wellicht zouden willen wagen, hier in de omgeving 'n stuk grond te kopen, raad ik ernstig aan, maar stilletjes thuis te blijven. De officiële belastingwaarde van Manhattan werd in 1950 vastgesteld op maar eventjes ruim acht billioen dollars!
Op dat eiland, 22 vierkante mijl groot, werd de eerste Nederlandse stad in Amerika gesticht die de naam kreeg van NIEUW AMSTERDAM en vlak daarop ontwikkelde zich een levendige handel met de Indianen, voornamelijk in dierenhuiden.
Het eerste schip, dat beladen naar Nederland terugging, was het WAPEN VAN AMSTERDAM. Het vertrok op 23 September uit het gebied van de Hudson, toen nog Mauritius Rivier geheten, genoemd naar Prins Maurits en 'n kleine twee maanden later, in Nederland aangekomen, leverde het z'n kostbare lading af, bestaande uit 7246 beverhuiden, 178 halve otterhuiden, 675 otterhuiden, 48 wezelhuiden (mink), 36 wild cat-, 33 wezelen 34 zeehondhuiden met daarbij nog 'n goede hoeveelheid eiken- en notebomenhout.
De bevolking van Nieuw Amsterdam, ‘een stedeke in Noord Amerika’ genoemd, groeide langzaam, maar gestaag.
In 1664 telde zij - schrik niet! - ongeveer 1500 koppen, de gehele kolonie Nieuw Nederland ongeveer 7000.
Jammer genoeg: het was geen homogeen geheel. Uit verschillende Europese landen, zo ook uit Canada, waren réfugiés, de meesten door godsdienstoorlogen van huis en haard verdreven, zich er komen vestigen.
In 1643 werden niet minder dan 18 talen in het kleine Nieuw Amsterdam gesproken en deze verdeeldheid naar afstamming belette een daadwerkelijke verdediging, toen de Engelsen in 1664 kwamen en de overgave eisten.
Deze kwam op 8 September, toen Peter Stuyvesant, Gouverneur van Nieuw Nederland, de oude krijgsman met het houten been, in woede voor de afgevaardigden van James, Hertog van York, de vlag streek.
Hoewel Nederland toen niet met Engeland in oorlog was, kreeg York van diens broeder, Karel II, koning van Engeland, als beloning voor zijn diensten ‘al het land West van de Connecticut Rivier tot de Oostzijde van de Delaware Baai’ ten geschenke. Dat was dus wel ‘royaal zijn van andermans centen!’
En Nieuw Amsterdam werd nog hetzelfde jaar herdoopt in New York.
Wel heroverden de Nederlanders plaats en land op 24 Augustus 1673, maar het jaar daarop, op 10 November 1674, werd het hele gebied definitief Engels en bleef dat tot de Amerikaanse Vrijheidsoorlog.
Is er nu, na bijna 3 eeuwen, niets overgebleven, dat herinnert aan de Nederlandse tijd? O, zeer zeker. Om te beginnen: Het wapen van New York draagt nog altijd 'n Hollandse molen en verschillende delen van onze wereldstad wijzen naar de 17de eeuw terug, hoewel niet verbasterde namen: Staten Island: Brooklyn (Breukelen): Flushing (Vlissingen): Harlem (Haarlem); Harlem Meer (Haarlemmer Meer), 'n meer in 't Noorden van Manhattan: Spuyten Duyvel, 'n roerig gedeelte bij de samenvloeiing van Harlem River en Hudson: Kil van Kul, ook 'n water, denkt U maar aan de Dordtse Kil, enz. enz.
Doch dit zijn per slot van rekening maar dode namen. Er is wat meer, wat beters overgebleven. Dat is de Hollandse geest, moderner gezegd de Nederlandse geest, die blijft spreken, ondanks het proces der assimilatie, dat geregeld voortgang heeft in de ontzaglijke smeltkroes, die U.S.A. heet. Dat is de herinnering aan het oude Vaderland, die leidt tot het zoeken van samengaan, van vereniging, van eenheid, waarover later, in het volgend nummer.
JAN STAVAST.