De 650ste verjaardag van de Guldensporenslag
De historische betekenis van de Sporenslag is zeer verscheiden en rijk. Men mag deze grote gebeurtenis niet eenzijdig belichten.
De overwinning van de gemeentelijke milities op het koninklijke ridderleger had een sociale betekenis: de Leliaartspartij was de partij van de rijke potentaten, die hun invloed bedreigd voelden zowel door de macht van de graaf als door de opkomst van de gewone man. Zij steunden daarom de Franse koning.
De Sporenslag had een nationale betekenis. In zijn eeuwenlange strijd tegen Engeland wilde het Franse koninkrijk zoveel mogelijk noodwaarts het Noordzeestrand en het achterland van de Noordzee bezetten. Ware deze opzet geslaagd, dan zouden later de Nederlanden nooit als staat tot stand zijn gekomen en zouden noch de Nederlandse kultuur, noch België, noch Nederland ooit bestaan hebben.
Het machtige graafschap Vlaanderen droeg alleen de zware last van de afweer. Deze was des te moeilijker, daar het graafschap leenroerig onder Frankrijk ressorteerde en zich dus niet tegen een erkende buitenlandse vijand, maar tegen de pogingen van centralisatie van de wettige leenheer moest verzetten.
Herhaaldelijk getroffen door of bedreigd met de kerkelijke straffen van de Franse bisschop van Kamerijk, van wie Vlaanderen toen kerkelijk afhing, beleefden onze voorouders ook zware gewetensangsten. De Vlaamse geestelijkheid en de grote Vlaamse abdijen stonden echter altijd aan de zijde van het volk.
Van deze lange afweer tegen het Franse Koningschap, vormde de Sporenzege niet het eindpunt... wel het hoogtepunt. De dag van de Sporenslag is daarom een nationale herdenkingsdag voor Vlaanderen, voor België, voor het geheel der Lage Landen.
Het graafschap Vlaanderen was het enige grote Franse leen, hetwelk aan de politieke centralisatie van de koningen ontsnapte. Dat Frankrijk, toen het later ‘une et indivisible’ werd, nochtans zijn schoonste leen moest ontberen, ware niet het geval geweest, indien Vlaanderen alleen op het feodaal particularisme van een grafelijke dynastie had moeten steunen. De ruggegraat van het Vlaamse verweer waren de rijke Vlaamse burgerstand en de arbeidersstand, de economische welvaart van Vlaanderen. Er leefde solidair in alle volkslagen tevens een wel is waar nog vaag, maar toch ontegensprekelijk nationaal bewustzijn. Schilt ende vrint! De begrenzing van dit bewustzijn tot het graafschap, belette Van Boendale niet neer te pennen: dat de overwinning te Kortrijk een grote vreugde bracht in alle landen waar men sprak de Dietse sprake.
Van het machtige graafschap ging onder Jacob van Artevelde 40 jaar later de eerste poging uit tot economische samenwerking in de ruimte der Lage Landen.
Het bloeiende graafschap Vlaanderen schonk later zijn naam aan de hele Nederlanden, die vooral bij de Zuiderlingen als ‘la FLANDRIA’ bekend stonden.
Wanneer dan, na een eeuwenlange verschrompeling, ons volkswezen weder moest opgewekt worden, was het geniaal juist gezien, als zinnebeeld van deze heropleving terug te grijpen naar de glorietijd van het graafschap Vlaanderen. Vooral, onder invloed van Conscience's Leeuw van Vlaanderen, werden de Slag der Gulden Sporen en de Leeuwenslag het zinnebeeld van de Vlaamse Beweging, van de herwaardering van de Nederlandse kultuur in het Zuiden. Van toen af heette het Nederlandse Zuiden: VLAANDEREN.
11 JULI!
Wij herdenken dus niet alleen de veldslag op de Groeninger weide. Wij bezinnen ons tevens op de hele Vlaamse Beweging: op haar blijvende betekenis, op haar noodzakelijkheid, op haar hoogtepunten en haar laagtepunten. 11 Juli is de hoogdag van de Vlaamse Beweging! De Vlaamse Beweging is niet uitgestreden als politieke beweging, en zij zal nooit eindigen als kulturele beweging.
Ook nu nog, alhoewel onze Vlaamse Beweging haar eerste literair-romantische periode ontgroeid is en zich verruimd heeft, blijft de Sporenslag een waardevol symbool.
Evenals de Sporenslag, blijft de Vlaamse Beweging een strijd van de kleine man, - niet om de machtigen te overwinnen, maar vooral om ze te winnen voor sociale solidariteit in de natie.
Evenals de Sporenslag, is de Vlaamse Beweging het verweer voor onze eigenheid.
Meer dan ooit hebben wij NU de Sporenslag te herdenken als een overwinning, die de onafhankelijkheid van de Lage Landen heeft mogelijk gemaakt.
Door de Sporenzege kon Artevelde ‘Vlaanderen’ een vruchtbare rol doen spelen in de voorbereiding van de samenhorigheid der Lage Landen en kon Vlaanderen zijn taak vervullen in de evenwichtsproef tussen de toenmalige Europese grootmachten. Ook deze prefiguratieve betekenis van de Sporenzege mag ons inspireren.
De belijdenis dat wij in onze persoonlijkheid nu, de wezenstrekken van de voorouders en de neerslag van hun lotgevallen overgeërfd hebben, de erkenning van de lessen die voortvloeien uit de constanten van de geschiedenis, dit alles is geen ijdele romantiek maar menselijke realiteit en traditionele nationale zin.
Uit ‘De Belleman’
Dr M. Vanhagendoren