Ons taalhoekje
Het koppelteken
In de laatste halve eeuw wordt het koppelteken (-), bij het schrijven van Nederlands ten onrechte veelal weggelaten. Bij het schrijven der namen van verenigingen, stichtingen, fondsen en dergelijke, plaatst men de eigenlijke naam hiervan dikwijls voorop en het woord vereniging of dergelijke achteraan, zonder deze met een koppelteken aan de voorafgaande te verbinden.
Men schrijft dan bv.: ‘Algemene Blinden Bond’ (zonder koppelteken tussen de laatste twee woorden) die eigenlijk aaneen geschreven moeten worden, zoals men dan verderop in de regel ook doet. Maar omdat, volgens de tegenwoordig veel heersende gewoonte, in het dagelijks gebruik alleen de eerste letters worden gebruikt en men dus van de A.B.B. spreekt en schrijft, laat men bij opschriften en in gedrukte vermeldingen, ook veelal dat koppelteken weg. Misschien gebeurt dit onder buitenlandse invloed of omdat men het méér zo doet.
Heeft men iets tegen dat koppelteken ‘omdat het niet echt Nederlands is’, dan zij er aan herinnerd, dat men het kan vermijden door over een ‘Algemene Bond van Blinden’ te spreken en ts schrijven. De drang naar beknoptheid en ruimtabesoaring heeft het woordje ‘van’ er uitgewerkt en zeer waarschijnlijk het koppelteken ook. Of is het onverschilligheid in dit opzicht?
Dit streven ziet men ook bij vele andere, tegenwoordig veel gebruikte, Nederlandse begrippen en uitdrukkingen als: ‘kleine-boeren-vraagstuk’ en dergelijke. Ook hier ziet men de koppeltekens wel vervangen door een andere opstelling en toevoeging van een woordje. Men noemt het dan: ‘vraagstuk der kleine boeren.’ Degenen, die dus voelen, dat het gebruik van het koppelteken ‘niet echt Nederlands is’ kunnen het in de meeste gevallen vermijden door een andere opstelling en/of door toevoeging van één of meer woorden.
P.G.