Handel en nijverheid, mijnbouw en verkeerswezen
De handel van Aruba heeft zich steeds meer opgewerkt, men noemt de eilanden Aruba en Curaçao wel eens: ‘the shopping centre of the Caribbean’.
Vooral Oranjestad blinkt uit door de grote moderne winkels, waar men allerlei artikelen kan kopen.
De opkomst van de handel hangt samen met de komst der oliemaatschappijen, terwijl ook de doorvoerhandel op Venezuela en Colombia van zeer groot belang is geworden.
Als geld gebruikt men de Curaçaose gulden, welke nog een nakomeling is van de vooroorlogse Nederlandse gulden. Deze Curaçaose gulden is nog nooit gedevalueerd en behoort tot de harde valuta's. De koers van de U.S. dollar is 1,905 Cur. gulden en van de Ned. gulden 0,505 Cur. gulden.
Aruba heeft vanwege de oliemaatschappijen en de handel op Venezuela een zeer groot U.S. dollarinkomen, zodat deviezenmoeilijkheden hier zeer gering zijn.
De grote oliemaatschappijen vormen de kurk waarop Aruba drijft.
In San Nicolaas treft men aan de ‘Lago Oil and Transport Company’, een dochtermaatschappij van de ‘Standard Oil of New Jersey’. Deze maatschappij heeft te San Nicolaas een der grootste olieraffinaderijen ter wereld gesticht, waar circa 8.000 mensen werken.
Door dit bedrijf is de moderne haven van San Nicolaas ontstaan, die tot de drukste havens ter wereld behoort.
In de directe omgeving van Oranjestad bevindt zich nog een kleinere raffinaderij, nml. die van de Arend Petroleum Maatschappij, welke behoort tot de groep der Koninklijke-Shell. Ook deze maatschappij heeft een eigen haven aangelegd aan de Druifbaai. Oranjestad zelf heeft zijn havencapaciteit zeer belangrijk uitgebreid en gaat nog steeds door met verbeteren.
De haven wordt geregeld aangedaan door diverse stoomvaartmaatschappijen, Koninklijke Nederlandse Stoomboot Maatschappij (ook passagiersschepen), Grace Line en andere.
Een specifiek product van Aruba is de reeds eerder genoemde aloë. Een geheel nieuwe en modern ingerichte industrie op Aruba bereidt hieruit aloïnepoeder. Het oogsten der aloë komt steeds meer in verval, doordat de oliemaatschappijen hogere lonen betalen.
Vroeger werd er wat goud gewonnen op Aruba, ook dit is door de hoge lonen niet winstgevend meer. Op verschillende plaatsen kan men nog de verlaten mijnschachten aantreffen.
Het verkeer op het eiland zelf wordt onderhouden door grote en kleine autobussen, echter is de particuliere auto wel het voornaamste middel van vervoer. Bijna de helft der gezinnen heeft een auto ter beschikking, sommige zelfs meer dan één. Men moet de auto op Aruba vergelijken met de fiets in Nederland, het is zo goed als geen luxe meer.
Fietsen komen op Aruba zeer weinig voor; de ezel als middel van vervoer is bijna geheel verdrongen door de auto.
Het personenvervoer naar omliggende landen en eilanden geschiedt grotendeels per vliegtuig. De K.L.M. onderhoudt dagelijkse diensten op Curaçao, (enige malen per dag), Venezuela, Jamaïca, Havanna, Miami, enz.; doorverbindingen naar andere landen zijn zeer gunstig.
Ook een Venezuelaanse Luchtvaart Maatschappij komt enige malen per week op Aruba.
Het verdere vervoer, speciaal van goederen, vindt plaats door middel van eerder genoemde scheepvaartmaatschappijen, met rechtstreekse diensten ook voor passagiers op Amsterdam, New-York, Gulf havens, Venezuela, Colombia, enz.