Neerlandia. Jaargang 55

Van de elf provinciën

Deze nieuwe rubriek wil van elke provincie het voornaamste, voor onze lezers, belangrijke nieuws brengen, zij het in beknopte vorm. Uiteraard zal het niet mogelijk zijn in één nummer van alle provinciën wat bijzonders te vertellen. Daarvoor hebben wij te weinig ruimte tot onze beschikking. Om het gevaar te voorkomen, dat wij ons te veel op de westelijke provincies gaan instellen, roepen wij de leden in de andere gewesten op om hun medewerking te willen verlenen door toezending van de belangrijkste berichten, welke in deze kolom thuis horen. Voor opmerkingen houden wij ons steeds aanbevolen, want zij komen ons slechts ten goede.

Limburg

Maastricht was 20 April druk bezocht door Nederlanders en Vlamingen, vanwege een openbare vergadering over de Nederlands-Belgische kanalenvraagstukken. Oud-Minister Bongaerts, Oud-Rijkshoofdinspecteur van het Verkeer De Iongh, en de Belgische senator Leynen hebben het hunne ervan gezegd. Dit zal wel de opening zijn voor een reeks van vergaderingen over deze kwestie, wanneer het rapport van de Commissie Cauwelaert-Steenberghe is verschenen.

Noord-Brabant

In Eindhoven en omstreken is televisie al iets heel

[p. 7]

bekends. Indien de Brabanders nog wat geduld hebben, dan is het niet onmogelijk, dat in de naaste toekomst ook uitzendingen uit Rijssel kunnen worden opgevangen. Thans wordt reeds half België door Vlaamse en Franse televisie-uitzendingen bestreken. Wat wordt er van Nederlandse zijde gedaan? Dr Drees heeft onlangs verklaard, dat om financiële redenen de regering voorlopig afzijdig staat.

Zeeland

Zeeuws-Vlaanderen betreurt de emigratie van een verdienstelijk ambtenaar van het Departement van de Wederopbouw, Ir Roos. Hij heeft een belangrijk aandeel gehad in het herstel van het zo beproefde land beneden Westerschelde.

Zuid-Holland

Rotterdam is de laatste maanden nogal in opspraak geweest. De beschadigde tincollectie van de heer Guyot en inbeslagneming van ‘kostbare’ zeventiendeeeuwse schilderijen vóór de veiling bij Van Marle, De Sille en Baan brachten veel tongen in beweging. Fusie van Rotterdamse en Haagse orkesten wordt als iets ongehoords beschouwd. En nu moet de Belgische schilderijendeskundige Prof. Coremans in het Museum Boymans het zijne zeggen van de Emmäusgangers na de lezing van de andere zuiderbuur, de heer De Coen, die nog steeds Vermeer als de maker van het stuk beschouwt.

Delft verliest haar verdienstelijke museumdirecteur Wijsenbeek aan Den Haag. Als zijn opvolger in ‘Het Prinsenhof’ wordt de huidige Inspecteur der Rijksmusea, de heer Lunsingh Scheurleer, genoemd.

Den Haag, de stad van de bijzondere weekbladen, dreigde bijna twee ervan te verliezen. De rose ‘Haagsche Post’ heeft echter nog bijtijds het leven er af gebracht, door overdracht aan een Delftse uitgever, die een nieuwe hoofdredacteur heeft aangesteld. ‘Het Lichtspoor’, het soldatenweekblad, heeft met 1 April het bijltje erbij neer moeten leggen. Het Ministerie van Oorlog kon er geen gelden meer voor vinden. Naar verluidt, zou een technisch maandblad daarvoor in de plaats komen. Hoe is thans de lectuurvoorziening getroffen ten aanzien van de militairen in de West en in Korea?

Gouda gaat weer twee grachten dempen. De stad wordt er uit toeristisch oogpunt niet beter op. Weet men geen andere oplossing te vinden voor de kwalijk riekende geuren? Het is droevig, vast te moeten stellen, dat van de schoonheid der steden en van het platteland - denk aan de molens - niet veel meer overblijft.

Noord-Holland

Amsterdam treurt over de dood van enkele bekende en verdienstelijke burgers. De schrijver P.H. van Moerkerken, de Brabander en kunstminnaar Herman van den Eerenbeemt, de onvermoeide bezieler van het kunstleven in de palenstad, de architect en ‘heemschutter’ A.A. Kok en Mengelberg, die op zo waardige wijze nog is herdacht, leven niet meer.

De Nederlandse Opera houdt thans de gemoederen bezig. Paul Cronheim gaat met 1 September ermee ophouden. Nu zal Abraham van der Vies het proberen, voorlopig en waarschijnlijk de heer Evert Cornelis. Minister Rutten zag zijn gelden wel wat juister belegd bij de opera, dan tot nu toe het geval is geweest.

Hilversum-Radio is almachtig. Nieuwe omroepbladen krijgen geen kans. Kunnen de omroepverenigingen met hun macht wat aan de televisie gaan doen? Of is de bioscoopbond nog machtiger? Intussen is er een kleine onenigheid gerezen met Radio-Brussel. Er zouden te weinig Belgische kunstenaars hier voor de luisteraars optreden in verhouding tot het aantal Nederlanders, dat in Brussel zijn kans krijgt.

Utrecht

Soesterberg heeft zijn Congres der Nederlandse volkseenheid op 31 Maart en 1 April gehad. Het ging uit van de werkgemeenchap ‘De Lage Landen’ onder voorzitterschap van de heer C. Callebant uit Tienen in België. Sprekers waren Dr P.H. Ritter Jr over ‘De eenheid van Europa en de nationale gedachte’ en de Haagse geschiedenisleraar Dr W.A. Veenhoven over ‘De eenheid der Nederlanden en de toekomst van ons koninkrijk’.

Utrecht is steeds een belangrijk boekhandelscentrum geweest. De nieuwe en oude boekhandel zijn er goed vertegenwoordigd. Het is dan ook geen wonder, dat een welverzorgd tijdschriftje voor boekenliefhebbers onder de naam van ‘Folium’ - librorum vitae deditum - is verschenen. De directeur van N.V. Beyers' Antiquariaat, de heer Gumbert, voert de redactie.

De stad maakt zich thans op voor een groots opgezet maskeradefeest.

Zou de Utrechtse studentenafdeling van het A.N.V. geen Vlaamse en Afrikaanse studenten kunnen uitnodigen voor kennismaking met dit unieke studentenlustrumfeest in Nederland?