[April 1951]
* * Vervlakking
In een vorig artikel van ons blad hebben we op het o.i. zeer belangrijke boek van Prof. Dr Fred. L. Polak ‘Om het behoud van ons bestaan’ gewezen.
Wij vestigden de aandacht op Polak's diagnose van onze tijd, die hij kort en goed aldus aanduidde: ‘Geestelijke armoede’.
Deze geestelijke armoede kwam voornamelijk uit in een paar verschijnselen, waarvan hij o.m. noemde de vervlakking van het Nederlandse geestesleven.
* * *
Het spreekt van zelf, dat deze vervlakking niet ophoudt bij de grens van Nederland en evenmin het bijzonder kenmerk is van het stamleven in de meest ruime zin van het woord.
Wie de klachten hoort, die in onze nabuurlanden worden aangeheven en wie regelmatig kennis neemt van wat daar geschreven wordt, zal moeten toegeven, dat deze vervlakking een kenmerk is van de cultuur in het algemeen.
Zonder in een historisch pessimisme te vervallen en zonder het in allen dele eens te zijn met Spengler's opvattingen in deze, geloven wij dat het goed is, de aandacht te vestigen op deze algemene teruggang, die aan ernstige toeschouwers zorg baart. Bovendien, zijn wij wel toeschouwers alleen? Zijn wij in dit angstig spel geen medespelers? En zo wordt deze zaak een zaak, die ons persoonlijk raakt en die ons persoonlijk verantwoordelijk stelt.
Een niet willen zien van dit euvel en een niet verstaan van deze cultuurcrisis kan ons noodlottig worden.
En zulks te meer nu elders nieuw cultuurleven wakker wordt en daar nieuwe vormen aanneemt.
In de ontzaglijke tegenstelling tussen West en Oost is dit wel één van de ernstigste problemen, die om een grote mate van zelfbezinning vragen.
Wij kunnen ze doodeenvoudig niet uit de weg gaan. Ze staan vlak voor ons in haar scherpste vorm.
* * *
Wie gaat zoeken naar de oorsprong van dit kwaad - want zo zouden wij het willen noemen - komt, bij een scherpe analyse terecht bij het verstoorde evenwicht tussen stof en geest, of wilt ge liever tussen ons kunnen en kennen, tussen willen en kennen, daad en gedachte, vorm en idee.
Deze tegenstellingen worden vooral duidelijk in de techniek, die ons de baas is geworden en die we niet meer in de hand hebben. Die aan de contrôle van onze geest is ontsnapt en die de mens verbijstert.
Wij behoeven maar te denken aan de vlucht in het verkeer, het tempo, waarin de chirurgie zich heeft ontwikkeld, de vernietigingstechniek en de technische hulpmiddelen, die gebruikt worden in een moderne oorlog, c.z.v.
Wij denken ook in dit opzicht met betrekking tot de geestelijke afvlakking en vervlakking aan televisie, radio en geluidsfilm.
Daarvan levert het huidige Amerika wel één van de sprekendste bewijzen. In ‘De Telegraaf’, misschien ook niet geheel onschuldig aan dit vervlakkingsproces, vonden wij onder de titel: ‘Amerika in de ban van het misdaadverhoor’ een sterk sprekend staaltje, hoe de techniek der televisie de mens gevangen houdt in een net van vluchtige gedachten, die alleen maar zijn gericht op ons lager driftenleven en daaraan een al oppervlakkiger voldoening geven.
Wij nemen, om de toestand, zoals die in de Verenigde Staten is, te leren kennen, een gedeelte over uit ‘De Telegraaf’ van 22 Maart 1951:
‘Dertig millioen mensen in de V.S. zien iedere dag op hun televisiescherm het “grootste kijkspel ter wereld” aan hun ogen voorbijrollen. Dertig millioen Amerikanen zijn iedere dag in de veilige afgeslotenheid van hun huiskamer getuige van het ontrafelen van de misdadigheid in hun land, doordat de Senaatscommissie voor bestrijding van de misdadigheid haar verhoren door de televisie laat uitzenden.
Winkels, theaters en sportvelden melden somber, dat hun zaken slecht gaan. Echtgenoten beklagen