Belgische bevolkingscijfers en het demografisch overwicht der Vlamingen
Onlangs maakte de Belgische Staatscourant de bevolkingscijfers bekend van alle gemeenten van het Rijk, op 31 December 1949, volgens een statistiek opgemaakt met behulp der registers van de burgerlijke stand.
Uit een onderlinge vergelijking dezer gegevens blijkt, onder meer, dat de vier Vlaamse provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Antwerpen en Limburg samen 4.014.678 inwoners tellen, terwijl de vier Waalse provincies Henegouwen, Namen, Luik en Luxemburg slechts door 2. 787.572 mensen bewoond worden.
Brabant is met 1.822.834 inwoners de meest bevolkte provincie. De hoofdstad Brussel en de 18 omliggende gemeenten, welke tot de zogenaamde agglomeratie behoren, nemen alleen reeds 964.749 inwoners voor hun rekening. Het overblijvende gedeelte van het arrondissement Brussel, bijna uitsluitend door Vlamingen bewoond, telt 352.293 inwoners, iets meer dan het Vlaamse arrondissement Leuven (321.537 inwoners), terwijl het Waalse arrondissement Nijvel achteraan komt met 184.255 inwoners.
De hiernavolgende vergelijkende tabel geeft een duidelijk beeld van de schommelingen welke zich in de bevolkingscijfers, van 1930 tot 1949, hebben voorgedaan:
|
|
1930 |
1947 |
1949 |
4 Vlaamse provincies + arr. Leuven |
|
3.885.935 |
4.272.185 |
4.336.215 |
4 Waalse provincies + arr. Nijvel |
|
3.001.479 |
2.940.085 |
2.971.827 |
Arrondissement Brussel: |
|
|
|
|
|
Hoofdstad en randgemeenten: |
891.610 |
955.929 |
964.749 |
|
Landelijk gedeelte: |
312.980 |
343.996 |
352.293 |
|
|
_____ |
_____ |
_____ |
Het Rijk: |
8.092.004 |
8.512.195 |
8.625.084 |
In verhouding tot de cijfers der telleng van 1930, zijn in 1947 en 1949 volgende verschuivingen waar te nemen:
|
|
1947 |
1949 |
Vlaamse provincies: |
|
|
|
|
+ arr. Leuven |
+ 386.250 |
+ 450.280 |
Arr. Brussel (landelijk): |
|
+ 31.016 |
+ 39.313 |
|
|
_____ |
_____ |
Vlaamse landsgedeelte: |
|
+ 417.266 |
+ 489.593 |
Waalse landsgedeelte: |
|
- } 61.394 |
- 29.652 |
|
(= 4 Waalse provincies + arrondissement Nijvel) |
} - 61.394 |
- 29.652 |
Brussel en voorsteden: |
|
+ 64.319 |
+ 73.139 |
|
|
_____ |
_____ |
Het Rijk: |
+ 420.191 |
+ 533.080 |
Op het grondgebied van Brussel-stad woonden in 1930 nog 200.433 mensen, dit cijfer liep in 1947 terug tot 184.838 en was op 31 December 1949 weer lichtjes gestegen (186.286). In de eigenlijke hoofdstad is practisch geen bevolkingsaangroei meer waar te nemen (de gegevens voor 1949 liggen nog met 14.147 eenheden beneden deze van 1930), en de aanwinst van resp. 64.319 en 73.139 inwoners, einde 1947 en 1949, voor de gehele agglomeratie, komt dus bijna uitsluitend de voorsteden ten goede.
In één jaar tijds (van 31 Dec. 1948 tot 31 Dec. 1949) werden over geheel het Rijk 144.670 geboorten tegen 106.704 overlijdens geregistreerd, en in de Vlaamse landstreek zijn de geboorteoverschotten merkelijk groter dan in Wallonië. In onderstaande tabel komt zulks duidelijk tot uiting:
|
Geboorten in 1949 |
Overlijdens in 1949 |
Geboortenoverschot |
|
|
|
|
4 Vlaamse provincies: |
73.851 |
43.369 |
30.482 |
4 Waalse provincies: |
45.319 |
41.082 |
4.237 |
Brabant: |
25.500 |
22.253 |
3.247 |
|
_____ |
_____ |
_____ |
Het Rijk: |
144.670 |
106.704 |
37.966 |
Vermelden wij nog dat België op 31 December 1949 vijf steden en gemeenten telde met meer dan 100.000 inwoners, namelijk Antwerpen, Brussel, Gent, Luik en Schaarbeek. Elf gemeenten kunnen bogen op een bevolkingscijfer van 50 tot 100.000 inwoners, alle gelegen in het Vlaamse land en in de Brusselse agglomeratie, terwijl de statistiek 29 gemeenten aangeeft van 25 tot 50.000 inwoners, waarvan er slechts 8 tot de Waalse landstreek behoren.
Een merkwaardig verschijnsel is de ongewone bevolkingsaangroei van de twee gemeenten Genk (in Limburg) en St. Lambrechts Woluwe (een Brusselse voorstad) waarvan het aantal inwoners sedert 1930 resp. met 58% en 48% is gestegen.