Neerlandia. Jaargang 54
(1950)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdHoofdbestuurOp 18 Maart 1950 kwam het hoofdbestuur bijeen ter kennisneming van het verslag van de alg. penningmeester over 1949 en van het ontwerp voor een huishoudelijk reglement, zoals eat zou moeten worden in verband met de voorgenomen wijziging der verbondswet. Het verslag van de algem. penningmeester omvat een overzicht van ontvangsten en uitgaven met toelichting, winst- en verliesrekening en balans op 31 Dec. 1949. De uitgaven overtroffen de ontvangsten met 1.086 gld. De ontvangsten bedroegen ± 6000 gld. minder dan in 1948, waarvan 3000 gld. wegens vermindering van de rijkssteun van 8000 tot 5000 gld. en ongeveer 3000 wegens minder lidm.bijdragen dan in 1948, toen nog een flink bedrag aan achterstallige bijdragen over vorige jaren binnenkwam. Het totaal der uitgaven bleef nog ongeveer 80 gld. beneden dat voor 1948. Wel moest voor de boekverspreiding, onderhoud van het gebouw en kosten voor het hoofdbestuur tezamen uit de algem, kas ruim 1000 gld. meer worden betaald, doch daartegenover stond een verdere bezuiniging op personeelkosten van meer dan 600 gld (waardoor die kosten zijn gedaald tot slechts 2500 gld.) en van ruim 500 gld. op andere uitgaven. Op 3 Dec. 1949 bedroegen de dadelijk opeisbare middelen, t.w. geld in kas, saldi bij banken en op postrekeningen en verschillende kleine vorderingen, (ongerekend de lidmaatschapsbijdragen) tezamen bijna 8000 gld. Gebouw, inventaris en boeken ten verkoop waren geschat op totaal ± 28250 gld. Tegenover de vorderingen stonden schulden ten bedrage van ruim 15600 gld., waaronder 14000 aan de Stichting Steunfonds, zijnde het restant ener lening, indertijd gesloten voor aankoop van het gebouw. De penningmeester beantwoordde nog enkele verzoeken om inlichtingen. De rekening en verantwoording zal nog worden onderworpen aan het oordeel van de daartoe ingestelde commissie, bedoeld in art. 19 der Verbondswet. Mej. Mr Dr L.G. van den Berge vraagt naar de begroting voor 1950. De penningmeester doet enige mededelingen dienaangaande. Hij schat de te verwachten ontvangsten aan rente en contributies op globaal 8000 gld. en de uitgaven op 13000 gld., gevende dus een nadelig saldo van naar schatting 5000 gld., dat echter door de reserves kan worden opgevangen. Mej. Van den Berge komt nu met een voorstel, dat een aanmerkelijk groter bedrag van die reserves zal eisen, doch waarvan zij en andere leden der Haagse afdeling op de duur een toeneming menen te mogen verwachten van de middelen, die het Verbond zullen in staat stellen meer kracht te ontwikkelen ter bereiking van zijn doel. Zj zou de aanstelling wensen van een behoorlijk bezoldigde propagandist, geschikt om aanraking te zoeken met allerlei | |
[pagina 4]
| |
autoriteiten, iemand die op reis zou moeten gaan om het Verbond te vertegenwoordigen en leden te werven, enz. Het voorstel vindt bij de vergadering veel instemming. Opgemerkt wordt, dat de te benoemen persoon met adviserende stem de vergaderingen van het dagel, bestuur zou kunnen bijwonen en de leden van dat bestuur zou moeten bijstaan in hun arbeid voor het Verbond, bijv. in de functie van tweede secretaris, waarin het ontwerp van wijziging der Verbondswet voorziet. Ook zou hij onder verantwoordelijkheid van het dagel, bestuur zich kunnen belasten met werkzaamheden voor de samenstelling van het Verbondsorgaan. De voorzitter zegt toe, dat het dag. bestuur zal trachten iemand te vinden, die aan de gestelde vereisten voldoet en dan een voorstel ter zake bij het hoofdbestuur zal indienen, ook voor zover de toe te kennen bezoldiging en de omschrijving van de taak betreft, mede rekening houdende met de reiskosten.Ga naar voetnoot*) Enige aanwezigen pleiten voor opneming in Neerlandia van beknopt nieuws uit Nederland ten behoeve van de leden daarbuiten. Het dagelijks bestuur zal zijn aandacht hieraan schenken. Ten slotte stelt de vergadering een ontwerp vast voor wijziging van het huishoudelijk reglement in verband met de voorgestelde wijziging der Verbondswet. |
|