Neerlandia. Jaargang 54
(1950)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdOns taalhoekje | |
Piek-urenIk geloof, dat ze al weer voorbij zijn, die piek-uren. Wekenlang hebben er aankondigingen gehangen in de wachtkamers van grote instellingen. Zo heb ik er een gezien in de wachtkamer van het station Waddinxveen. Misschien hangt ze er nog wel. Ze verduren nog al eens de jaren. Opruimen schijnt niet goed mogelijk bij de Spoorwegen. Maar als ik afga op wat mijn ‘radio’ doet, zou ik zeggen, de piek-uren zijn voorbij. Tot er weer een andere ‘piek’ komt. Of eigenlijk, die is er al. Zo was ik onlangs op een vergadering, waarop de ‘vacantiespreiding’ van alle kanten bekeken en...... besproken werd. Daar werd verteld, dat de grote piek in Augustus ‘weg was’. Bedoeld werd, het groot aantal vacantiegangers, dat in die maand op reis gaat. Zo'n ‘piek’ is natuurlijk het Engelse peak. Maar waarom wij zulk een top of punt of spits in een statistische tekening, maar weer dadelijk een piek moeten noemen, is mij een raadsel. Maar goed, we zullen er nog wel meer pleizier van beleven. 't Is met zulke woorden als met de griep. Iedereen neemt die | |
[pagina 11]
| |
van iedereen over. En je weet eigenlijk nooit, waar de haard van de ziekte zit. ‘Probleem’ besmet ook al het gesprek. Iedereen heeft het over 'n of zijn probleem; de staatsman en de redenaar; maar ook de melkboer en de schilleman en onlangs waren er zelfs enige knapen, schooljongens van een jaar of elf naar schatting, en - warempel, die hadden het ook al over hun probleem - het huiswerkprobleem. Nu geloof ik, dat ze dat nog al aardig weten op te lossen. Of, - ze lossen het niet op en wachten maar af.... Waar ze misschien ook wel gelijk aan hebben. De Engelsen hebben voor dit gedoe een aardig woord. Die spreken van ‘problem-grinders’. Daar zijn het dan ook Engelsen voor. Practisch tot-en-met. De Nederlanders hebben daar nog geen behoorlijke vertaling voor gevonden en dit Engelse woord schijnen ze liever niet over te nemen. Dan zouden ze hun ‘problemen’ vermoedelijk een beetje ‘belachelijk’ vinden. En ‘belachelijk’ zijn - daar zijn ze als de dood voor. Maar die ‘piek-uren’ zijn dan vermoedelijk weg. Nu kan men weer ‘piekeren’ over een nieuwe ‘piek’. Als men dan maar weet, dat ‘piekeren’ een Maleise stamboom heeft. En nu ja, ik weet niet, in hoeverre de Indonesische zaak, - die overigens afgelopen schijnt, Westerling ten spijt - nog van invloed zou kunnen zijn om dat aardige woord ‘piekeren’ in de ban te doen. Je kunt er zelfs een ‘probleem’ van maken. Want in dat opzicht staat een Nederlander nu letterlijk voor niets. § | |
Rare conducteurs daarHet dagblad ‘De Tijd’ vermeldt het volgende, dat wij volledig overnemen. Drie dagen lang heeft de Amsterdamse tram meegedaan aan een zogenaamde verkeerstelling. In verband hiermede heeft de directeur van de Gemeentetram een papier in de wagens laten aanplakken, waarop vermeld staat, dat de conducteurs bepaalde kaartjes van de passagiers ‘innemen’ Gelukkig, deze innemende conducteurs op de Amsterdamse tram zijn ook in-nemende conducteurs. Daarvoor staan ze wijd en zijd bekend. § | |
Waar blijft het taalgevoel?Uit een boekbeoordeling in de rubriek ‘Vrouwenpost’ van de Haagsche Post van 28 Januari 1950: ‘de lichamelijke en geestelijke verzorging van het kind of uw eigen tijdens de verwachtingsperiode’. Een ogenblik heb ik nog gedacht aan een vergelijking tussen het kind (in het algemeen) en uw eigen kind, doch dit heb ik toch met de beste wil van de wereld niet uit de gehele zin kunnen lezen. Blijft dus over, dat men in plaats van ‘uw eigen’ zou moeten lezen ‘u zelve’. Foei, Haagsche Post! * * *
Een ander staaltje, ditmaal uit Trouw van 31 Januari, waar we bij een plaatje het volgende onderschrift aantroffen: ‘De Chr. Bakkersgezellenorganisatie (wat een lang woord, Red. Neerl.), afd. Den Haag, hield gisteren ter ere van haar 40-jarig bestaan een drukbezochte receptie. Eén der directeuren van Hus, de heer De Ruiter, bood het bestuur bij monde van de voorzitter, de heer J.B. Spronsen, bloemen aan.’ Het weglaten van de naamvals-n stelt ons hier weer eens voor een raadsel. Wij zouden zo denken, dat een vereniging, die ter gelegenheid van haar jubileum gasten ontvangt, met bloemen wordt gehuldigd. Zou het blad nu ons willen vertellen, dat hier het omgekeerde geschiedde? Iets anders valt er toch niet uit te lezen en het plaatje geeft ons geen verklaring. daarop zijn twee heren tegenover elkaar afgebeeld, die tezamen een grote mand met bloemen vasthouden. En beiden hebben de mond gesloten, zodat we niet kunnen zien, wie met zijn mond de bloemen heeft aangeboden. * * * Ook Vrije geluiden, het orgaan van de Vrijzinnig Protestantso Radio Omroep, gaat niet vrij uit. In het nummer van 4 Febr j.l. lezen we op blz. 10 kolom 2: ‘maar schrijf er dan bij.... ook wat zij schelen.....’ Het gaat hier over zieke kinderen, maar we kunnen niet aannemen, dat hier sprake is van het reinigen van haar of van darmen (zie Van Dale's woordenboek) en in het onderhavige geval evenmin van een verschil in leeftijd, dus is blijkbaar bedoeld ‘wat hun scheelt’. Maar dan zal mevrouw L. Sp.-St. in haar briefjes aan de jeugd toch moeten oppassen voor taalfouten. | |
CommonwealthWij zijn ‘Band’ (vooral niet op z'n Engels uit te spreken), tijdschrift voor Vlaams Cultuurleven, verschijnende te Leopoldstad (Belgisch Kongo) erkentelijk voor de hartelijke wijze, waarop het de aandacht vestigt op ‘Neerlandia’. In het Augustusnummer (nr 8 van de 8ste jaargang) 1949 vonden we het volgend bericht: Het maandblad van het Algemeen Nederlandsch Verbond stelt zich ten doel de banden tussen de Dietse stammen nauwer toe te halen en een dergelijk opzet, dat ook het onze is, verdient geestdriftige steun. Wil ‘Band’ ons een paar opmerkingen veroorloven naar aanleiding van het vorenstaande? Zie hier dan: 1. Wij zien slechts één Nederlandse of Dietse stam, waaraan echter verscheidene takken ontspruiten. 2. Ook aan Belgisch Kongo wijden wij gaarne onze aandacht voor zover betreft de uitingen van de Nederlandse stam. We gaven nu en dan daarvan blijk. 3. Het blad plaatste het woord ‘Conamonwealth’ terecht tussen aanhalingstekens, daarmee aanduidende, dat dit vreemde woord zich hier toch niet geheel op zijn plaats voelt. Mogen wij het opmerkzaam maken op de vertaling door Gemenebest? | |
Hoogproblemen‘Trouw’ van 1 Febr. 1950 bevatte het bericht, dat op de 17de dier maand aan de Vrije Universiteit te Amsterdam hoopte te promoveren de heer Wijngaarden op een proefschrift getiteld ‘Hoogproblemen der volwassenheid’. Zou de heer W. zijn proefschrift niet liever in 't Duits schrijven of althans de titel in 't Nederlands doen vertalen? In Nederland spreekt men van belangrijke of op de voorgrond tredende problemen en volwassenheid mag dan Nederlands zijn, maar een mooi woord is het evenmin. | |
Field-workIn het tijdschrift ‘Valcooch’ schrijft Dr J.G.M. Moormann regelmatig artikelen over ‘Geheime talen’. De schrijver is op dit gebied der taalwetenschap bij uitstek deskundig. Ik lees alles, wat hij daarover schrijft en geschreven heeft, met genoegen. Om zijn kennis over deze ‘geheime talen’ te vergroten, zwerft hij dikwijls van plaats tot plaats; hij komt in de kroegjes; spreekt met zwervers en wint hun vertrouwen. Minder aardig vind ik, dat hij dit field-work noemt. Daarvoor had zo'n goed Neerlandicus toch wel een ander - een meer Nederlands woord kunnen vinden, dacht ik zo. § | |
Twin-setIk heb 'n zwak voor goed-geklede dames. En in de regel zien ze er nog al aardig uit ook. Althans die ik zie. Maar ze houden er toch wel eens rare gewoonten op na. Zijn ze in ‘négligé’ (maar die zie ik natuurlijk niet), dan praten ze van haar ‘dessous’ en als ze gaan ‘teaen’, dan zijn ze soms in een mantelpakje, ‘tailor-made’ of - tegenwoordig hebben ze voor allersnoestigste truitjes met bijpassende manteltjes de, naam ‘twin-set’ uitgevonden. Eigenlijk is dat ook nog zo iets als een ‘dubbele porte brisée deur’, waar we vroeger op de taalles al over lachten. Nu kan ik het heus niet helpen, maar zo'n twin-set staat | |
[pagina 12]
| |
aardig, vooral als er een lief rokje bij gedragen wordt. (Ze spreken ook van ‘deux-pièces’ en ‘trois-pièces’). Ik heb zo'n aardig grijs pakje gezien in een pas geopende winkelzaak en denk het voor m'n dochter te gaan kopen. Het nummer heb ik goed in mijn hoofd geprent. Maar die naam, die naam. Daar kan ik maar niet aan wennen. Wie geeft daar nu eens een even leuk Nederlands woord voor? Ik hoop, dat m'n dochter er mij aan helpt. Dan krijgt ze haar ‘twin-set’ vast. § | |
Studeren; studeren in; bestuderen.Van een zeer trouw lid van het A.N.V. ontvingen wij een briefkaart. Aan de inhoud ontlenen wij het volgende. Met grote belangstelling lees ik steeds de inhoud van Neerlandia en inzonderheid Uw streven om onze moedertaal ongerept te laten. Gaarne zou ik eens Uw oordeel vernemen ontrent het volgende: Kan studeren overgankelijk gebruikt worden? Ik heb gestudeerd in de scheikunde. Maar tegenwoordig studeert men rechten, theologie enz. Als in het Duits: ‘Er studirt Jus’. Bestuderen is natuurlijk wèl overgankelijk. Een vak wordt bestudeerd, maar scheikunde etc. wordt niet gestudeerd. Het lijkt mij een zondigen tegen het Nederlandse taalgebruik, dat heel vaak geschiedt. Het spreekt vanzelf, dat ons oordeel niet verschilt van dat van de schrijver. Wij hebben dit gebruik van ‘studeren’ altijd verklaard door de invloed der Duitse taal, die door de eertijds veel gebruikte handboeken zeer groot was en .... als een dwaze mode en een even dwaze naäperij. Het stond. Mijn dochter studeert medicijnen .... hm! § | |
Nog een verkeerd gebruikt werkwoordUit de Nieuwe Courant van 21 Febr. '50 blz. 1 laatste kolom, onder ‘Feestviering’: ‘De Nederlandse Jeugdgemeenschap beraamt zich over de mogelijkheid om die feestdagen meer cachet te geven.’ De woorden ‘zich over’ zijn hier te veel. Zij beraamt de mogelijkheid; vergelijk het verwante zelfst. naamw. ‘raming’. | |
BabysitterJong-getrouwde echtparen weten natuurlijk, wat 'n babysitter is. Ze willen de ouderlast van het thuis moeten blijven, wel eens op anderen afschuiven. Vroeger verleende een goede buur wel eens hulp; maar thans - met die talloze ‘bridge’ - avondjes, gaat dat moeilijk. Goede buren zijn er genoeg. Maar ook die gaan uit. En dus betaalde hulp. De ‘oppas’ van vroeger, wordt de ‘baby-sitter’ van thans. Men zegt zelfs, dat dit al een maatschappelijk beroep is geworden en dat deze ‘baby-sitters’ zich al voornemen zich te gaan organiseren ter versteviging van hun (haar) rechtspositie. 't Is mogelijk en niet ondenkbaar. In ieder geval is er weer een Engels woord onze taal binnengedrongen en verdwijnen zal het wel niet meer. Maar - aan de horizon duikt al weer een nieuw beroep op en - een nieuwe naam. ‘De Nieuwe Eeuw’ van 10-2-'50 vestigt er de aandacht op. Deze krant vertelt het volgende: ‘Een vrouw zag een mantel. De mantel “lag” in uitverkoop. De uitverkoop prijsde hem op zes gulden. Dat is “geen” geld, daar maak je het ding niet voor, dat is, wat je noemt nu eens echt een koopje. Maar zij die de mantel bemachtigde, was dat koopje ook echt waard. Want wat deed de slimmerik om zeker te zijn dat ze de eerste was als de deuren naar het verlangde doel open zouden gaan? Ze charterde acht knapen wie ze vroeg om ieder voor een gulden per uur de wacht te houden als eerste in de mogelijke rij, en elkaar telkens na een uur af te lossen. De opzet gelukte en voor veertien gulden was deze vrouw haar mantel rijk, die ze alleen al om haar slim optreden verdiende. En misschien is hiermee voor de volgende uitverkoop een nieuw beroep geschapen, dat dat enige gelijkenis vertoont met dat van “baby-sitter”. En dat men dan ook gevoeglijk “Sale-sitter” zou kunnen noemen’. Je moet maar op het denkbeeld komen. En dat in een tijd van dreigende werkloosheid. Ik zie het er heus nog van komen. En op deze manier gaat de arbeidsverdeling in ons maatschappelijk leven door. Dat nog daar gelaten. Als men maar afblijft van onze taal. En die niet gaat ‘mishandelen’. En hiermede verwensen wij die baby-sitter en die sale-sitter en alle ‘sitters’, die nog zullen ‘opstaan’. * * * |
|