Prinses Juliana Verloofd
Wanneer Neerlandia van October verschijnt, is het bericht van de verloving van onze Prinses reeds drie weken oud, maar, al is de eerste geweldige uitbarsting, waarin het Nederlandsche Volk lucht gaf aan zijn diepgevoelde vreugde over dat feit, verstomd, de innige dankbaarheid is nog even groot, en telkens laaien de vlammen van geestdrift bij de geringste aanleiding weer op.
Wij, Nederlanders, leven hartgrondig mede met deze gebeurtenis in onze Koninklijke Familie. Wij gevoelen hoe onze Koningin te moede moet zijn nu Haar geliefd kind de natuurlijke bestemming volgt, onze Koningin, die in de eerste plaats Moeder is, maar niet minder dan Haar volk beseft, welke buitengewone belangen voor het Vaderland betrokken zijn bij voortzetting van de nationale dynastie, waaraan ons Volk zich in dezen tijd van groote beproevingen, meer dan ooit vastklemt, wetende dat de wijze en plichtgetrouwe Koningin, gedreven door warme Vaderlandsliefde, Haar groove gaven ten volle ten dienste van het Volk stelt.
Maar onze gedachten gaan niet minder naar onze populaire Prinses, die nu voor het leven gekozen heeft. Wij smeeken den Almachtige met onze gansche ziel, dat Haar huwelijk gelukkig mag zijn, zoodat Zij de kracht zal hebben Haar zware taak te volbrengen tot heil van ons Volk en tot eigen voldoening.
Prins Bernhard heeten wij van harte welkom. Het feit, dat de Prinses hem uitverkoren heeft, is voor het Nederlandsche Volk voldoende om hem met volledig vertrouwen en warme sympathie tegemoet te treden. De overgang naar de Nederlandsche nationaliteit en het Nederlandsche leven als Gemaal der Kroonprinses, moge een zeer belangrijk feit in Zijn leven zijn, moeilijkheden zal Hij op Zijn weg niet vinden, wanneer de Prins blijft bezield met het verlangen zich volkomen hier in te leven. Aan voorlichting van de zijde der Koningin, die Haar volk door en door kent, zal het hem niet ontbreken, en op den steun van ons allen, die met onwankelbare trouw rond den troon geschaard zijn, kan ook de Prins rekenen.
Zeer veel kan Hij doen om weer licht en vroolijkheid in den kleinen familiekring te brengen, zeer veel ook in het belang van het Volk.
Wij hebben het vaste vertrouwen, dat met dezen Prins Nederland rijker geworden is.
Maar in de eerste plaats, Hoogheid, maak onze beminde Prinses gelukkig!
's-Gravenhage, 8 Sept. 1936.
d.K.