Vlaanderen
De Jaarlijksche Kultuurtocht van Tak Brussel
Hoewel het de geheele week had geregend en de weersvooruitzichten, voor den jaarlijkschen kultuurtocht van onze afdeeling Brussel, dus vrij ongunstig waren, namen toch nog een dertigtal leden deel aan het op Zondag 12 Juli gestelde uitstapje, in een auto, naar de Leiestreek. Bij het vertrek, nadat de deelnemers waren gekiekt geworden voor ‘Neerlandia’, gaf de voorzitter van de afdeeling, de heer Liesenborghs, de stellige verzekering dat de regenmaker het A.N.V. genadig zou zijn, en werkelijk, nauwelijks was het stadje Ninone bereikt of de zon brak door de wolken. De eerste halte had plaats te Sottegem, waar afgedaald werd in den grafkelder die het, in een schamele glazen kist bewaarde gebeente van den grooten Egmont bevat. Op de Markt bevindt zich ook het standbeeld van den vrijheidsheld die heer was van Sottegem en prins van Gavere. De tocht ging vervolgens naar deze laatste gemeente, wier naam tevens verbonden is aan de aldaar in 1453 door de Gentenaren, in hun strijd tegen hertog Philips de Goede van Bourgondië geleden bloedige nederlaag. Van op den heuvelkam, die de geheele Scheldevallei beheerscht, had men prachtige vergezichten op het land van Oudenaarde. Omstreeks half twaalf werd het stadje Deinze bereikt. Daar moest ook het trefpunt zijn met een groep A.N.V.'ers uit Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen. Vermoedelijk afgeschrikt door het weder der vorige dagen waren de Zeeuwsche vrienden echter thuis gebleven, zoodat van de verwachte verbroedering aldaar niets terecht kwam.
Een uur later werd in het ‘Visschershuis’, te Deurle, aan de Leie gegeten, waarna de eigenlijke kultuurtocht aanving. Eerst werd nog gereden naar het statige slot Ooidonk, een der prachtigste van het geheele Vlaamsche land. Na een kort oponthoud aldaar werden de bezoekers op hartelijke wijze ontvangen, eerst in het atelier van den zeer knappen beeldhouwer Antoon van Parijs, te Deinze en daarna hij den fijnzinnigen kunstschilder Malfeyt, te Petegem. Voorts kwam het Museum Emiel Claus, gevestigd in de villa ‘Zonneschijn’, waar de groote kunstenaar, voorganger van de luministische school in Vlaanderen, zijn beste werken heeft geschapen. Bij zijn graf, in den idyllischen tuin, bleven onze leden een wijle eerbiedig staan.
Langs Laathem, Leerne en Baarle - Drongen, dwars door het kleurige land, waardoorheen de wispelturige Leie zich kronkelt en zooveel herinnert aan Cyriel Buysse, Karel van de Woestijne en andere groote figuren uit de Vlaamsche