Vlaanderen
Voor kultureele zelfstandigheid
Het is een onbetwistbaar feit, dat - zooals wij vóór enkele maanden op deze plaats meenden te mogen voorspellen - het Vlaamsche gevoel van saamhoorigheid, steunend op de breede basis van een dag aan dag veld winnende kultuur, den laatsten tijd veel aan kracht en diepte heeft bijgewonnen. Dat de Vlamingen, de leidende, intellektueele elementen in Vlaanderen, thans elkaar niet enkel meer zoeken maar wel degelijk beginnen te vinden, is een verheugend verschijnsel, hetwelk zich trouwens ook tot het politieke terrein voortzet. Maar bepalen wij ons tot het gebied van de kultuur. Het onlangs door de Vlaamsche vereeniging van Letterkundigen genomen besluit om alle Vlaamsche kultureele vereenigingen en lichamen te winnen voor een hervorming van het Belgische departement van Openbaar Onderwijs en Schoone Kunsten, op den grondslag van het beginsel der kultureele zelfstandigheid van Vlaanderen en het Walenland, heeft zeker de sympathie van al wie het goed meent met de toekomst van onze taal en beschaving in de Vlaamsche gewesten.
In een aan alle hierboven bedoelde vereenigingen toegezonden motie, met verzoek om betuiging van instemming met het nagestreefde doel, zegt de Vereeniging van Letterkundigen:
‘De Vereeniging van Letterkundigen, overwegende dat de huidige inrichting van het departement van Schoone Kunsten, bij het Ministerie van Openbaar Onderwijs, niet beantwoordt aan de eischen, die een zelfstandige Vlaamsche kultuur mag, en uit eerbied voor zichzelf, moet stellen aan 's lands algemeen bestuur;
Overwegende dat, op den grondslag van de kultureele zelfstandigheid, een organische oplossing kan gevonden worden, die een gelijke behartiging zoowel van de hoogere Fransch-Belgische als Vlaamsche geestelijke belangen verzekeren zal;
Overwegende dat, voor de eigenlijke letteren, de openbare bibliotheken en de naschoolsche werken, de splitsing van de betrokken diensten en de billijke verdeeling van de begrootingskredieten geen noemenswaardige moeilijkheid bieden; te meer daar zij ten deele zelfs verwezenlijkt zijn sedert 1926;
Vaststellende dat, daar op bedoelde gebieden slechts weinige punten meer te regelen zijn, - o.m. de zorg voor de Vlaamsche wetenschap die tegenover de Fransche wetenschap in België in een minderwaardige positie wordt gehouden en de wederinrichting op gewestelijken grondslag van den dienst voor Monumenten en Landschappen, - de verwezenlijking van de kultureele zelfstandigheid daarentegen nader onderzoek vergt op die gebieden waar het verschillend taalgebruik niet van beslissend belang kan zijn: namelijk voor de beeldende kunsten en de muziek;
heeft een besluit genomen, dat luidt als volgt:
De Vereeniging van Letterkundigen vestigt hierbij de bijzondere aandacht van alle Vlaamsche schilders, beeldhouwers, bouwmeesters, musici en van allen die bij musea, kunsttentoonstellingen of opera's en bij het kunstonderwijs in het algemeen betrokken zijn, op de dringende noodzakelijkheid om dit onderzoek zonder uitstel aan te vatten;
De Vereeniging van Letterkundigen verklaart zich hierbij bereid om het initiatief te nemen tot onderling overleg met al diegenen, welke bij deze bevestiging van onze Vlaamsche kultureele zelfstandigheid op het gebied van wetenschap, kunst en letteren betrokken zijn’.
Ook op een nog ruimer terrein dan het hier beoogde wordt, van een andere zijde, een samentrekking van de Vlaamsche volkskrachten, van ‘het levende Vlaanderen’, voorbereid. En hierover zal, binnen enkele weken, wel wat meer te melden zijn. Het Vlaamsche element heeft - men zou het moeilijk kunnen ontkennen - nogmaals den wind in de zeilen. Wordt de eendracht bewaard en versterkt dan kan, in de naaste toekomst, weer een heel eind worden opgeschoten in de richting van het nimmer uit het oog te verliezen einddoel.