's-Gravenhage - Vlaamsche avond.
Den 12den Februari was een Vlaamsche avond ingericht. Voortreffelijke sprekers waren aangekondigd: Dr. Rob. van Roosbroeck uit Antwerpen, in Den Haag welbekend o.a. door zijn schitterende lezing bij de herdenking van Willem van Oranje; verder de begaafde voordrachtkunstenaar Jac. van Elsäcker uit Rotterdam. Deze samenwerking van geziene voorgangers uit de Noord- en Zuidnederlandsche koopsteden was waarlijk te mooi om niet bij voorbaat de aandacht te trekken. Bovendien was de jeugd van alle Haagsche hoogere burgerscholen, gymnasia, lycea enz. uitgenoodigd om nog van andere gasten niet te spreken. Hoe veel verwachtingen hadden geestdriftige groot-Nederlanders dan ook op dezen avond gebouwd. Zij gingen in vervulling voor wat betreft den inhoud van het geestelijk onthaal. Maar de opkomst van onze honderden leden viel tegen. Ook de jeugd verscheen in veel te geringen getale. De aanwezigheid van een 150-tal belangstellenden was toch inderdaad niet in overeenstemming met de beteekenis van den avond. Kunnen onze leden voortaan niet pogen, de dagen der bijeenkomsten, die het bestuur met zorg voorbereidt, vrij te houden. Kunnen zij misschien zelfs niet iets meer doen en als onbezoldigde werfkrachten nieuwelingen meebrengen, die het Verbond en zijn werk nog niet kennen? De kracht van onze vereeniging moet op den duur gezocht worden bij de leden; op den duur kan niets bereikt worden als de leden niet met volle kracht medewerken.
Van de lezing van Dr. van Roosbroeck vindt men elders in dit blad een uitvoerige samenvatting. ‘Deze goed afgewerkte, wel doordachte en kundige causerie moet, niet alleen voor de Vlaamsche enthousiasten, maar ook voor alle andere aanwezigen een genot zijn geweest’, schreef een Haagsch blad. Een ‘door het gehoor zeer gewaardeerde lezing’, stelde een ander blad vast. Dr. van Roosbroeck besloot met den wensch dat de vriendschapsbanden tusschen Nederland en Vlaanderen steeds hechter mochten worden. De warme instemming der aanwezigen onderstreepte deze woorden. Moge bij een volgenden Vlaamschen avond hun getal grooter zijn.
Na deze lezing kwam Jac. van Elsäcker aan het woord. Hij deed ons genieten van de voordracht van Vlaamsch proza en o.m. gedichten van Gezelle, Allee Nahon, René de Clercq en Marnix Gijsen. Met zijn veelzijdig talent heeft hij zeker stormenderhand de aanwezigen, die zijn kunst of het Vlaamsche werk niet genoeg kenden, veroverd. Wij hadden inderdaad de Vlaamsche letteren niet beter kunnen eeren dan door dezen Hollandschen vertolker te kiezen.
Na afloop van den avond werd een gezellige bijeenkomst gehouden. Het bestuur van Pulchri Studio stelde de aanwezigen tevens in de gelegenheid, de zeer fraaie tentoonstelling van Balineesche en verdere Ned.-Indische kunst te bezichtigen, waarbij de heer Van Lelyveld als deskundig leidsman behulpzaam was. Velen maakten hiervan een dankbaar gebruik.
C.S.