Neerlandia. Jaargang 37
(1933)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe Nederlandsche Vlag.De krachtige opleving van het nationaal gevoel in Nederland heeft o.m. ten gevolge, dat de beweging om oranje-wit-blauwe vlaggen te gebruiken, sterk toeneemt. Er is nu zelfs een vereeniging in het leven geroepen, die weliswaar, volgens haar ontwerp-statuten, als algemeen doel heeft de liefde voor het Huis van Oranje aan te wakkeren, maar zich blijkbaar als het meest nabijliggend doel gesteld heeft: propaganda te voeren voor de oude prinsenvlag. Het wordt nu derhalve tijd den toestand op vlaggengebied goed te overzien, want wij zijn reeds aardig op weg twee nationale vlaggen te voeren, en daarmede het aantal zonderlinge Nederlandsche gevallen met één te vermeerderen. Ons vaderland heeft immers twee namen: Nederland en Holland, twee hoofdsteden: Amsterdam, dat wij Nederlanders de hoofdstad noemen, en Den Haag, waar de Landsregeering zetelt en dat mitsdien - zeer begrijpelijk - in het buitenland algemeen als de hoofdstad aangemerkt wordt. Verder hadden wij twee volksliederen: 't Wilhelmus en 't Wien Neerlandsch bloed, maar gelukkig heeft de Regeering daaraan een einde gemaakt. En nu zien wij steeds meer de oranje-wit-blauwe vlag aan de gevels en in de tuinen wapperen in plaats van de officieele kleuren. Uit eerbied voor onze vlag mogen wij dezen toestand niet bestendigen. Onder het rood, wit en blauw heeft ons volk 300 jaren geleefd, voor- en tegenspoed gekend. Onze oorlogsvloten en legers trokken onder die vlag ten strijde; zij wapperde, ook in den tijd van de grootste vernedering, onafgebroken in onze koloniën. Onze altijd nog zeer belangrijke handelsvloot draagt haar tot in de verste uithoeken der aarde; en onze onvolprezen K.L.M. dwingt eerbied voor haar af, overal waar haar vliegtuigen verschijnen. Het gaat niet aan haar, nu zij nog altijd de Nederlandsche vlag is, als het ware weg te drukken en te vervangen door de prinsenvlag. Dat heeft; zij niet aan ons verdiend. Onze voorouders, die na 1630 geleidelijk het oranje door rood vervingen, bleven tòch spreken van de ‘prinsenvlag’. Zij bedoelden dus allerminst een manifestatie met deze verandering, terwijl met den terugkeer thans tot het oranje wèl een manifestatie bedoeld is. Men wil het oranje terug hebben in onze vlag. Daarvoor is inderdaad veel te zeggen, maar wij mogen niet vergeten dat het geslacht dat ons voorafging en het levende geslacht veel schuld hebben aan de verguizing van het rood-wit-blauw. Onze voorouders gebruikten een rood, dat aan het diep-oranje nauw verwant was, spraken dan ook van ‘oranje of rood’, en handhaafden het frissche blauw. Maar tegenwoordig ziet men vele vlaggen met een fel roode bovenbaan en een onderbaan van een blauw, dat het zwart nadert. Men lette echter op de vlaggen onzer Marine met haar heldere mooie kleuren. Dit zijn de officieele kleuren. En er zijn vlaggenfabrikanten, die prachtige rood-wit-blauwe vlaggen leveren. Men mag ook niet voorbij zien, dat het (officieele) rood en het (officieele) blauw de kleuren zijn van het wapen der Nassaus, zoodat men, het oranje in de plaats van dit rood willende stellen, eigenlijk het doel voorbij schiet. Terugkeer tot het oranje-wit-blauw (helder- niet zwartblauw) verdient nochtans ernstige overweging, uit traditie en ook omdat thans de kleuren onzer vlag dezelfde zijn als die in sommige andere landen. Maar dan ook alleen, wanneer het mogelijk is de kleuren zoodanig samen te stellen, dat zij tegen den invloed van zon, lucht en regen volstrekt bestand zijnGa naar voetnoot1). Vroeger kon dat niet, en daarom alleen gingen onze voorouders tot het rood over. Men zegt dat het mogelijk is de kleuren zoo sterk te maken en dit ook reeds in het ge- | |
[pagina 114]
| |
bruik gebleken is. Wij nemen dat gaarne aan, maar de vlaggen, die tot dusver in den handel gebracht zijn, voldoen aan dien eisch meestal niet. Het is ergerlijk, dat men de verschoten lappen, die oranje-wit-blauwe vlaggen verbeelden moeten, durft uit te steken. Terugkeer tot het oranje en het oorspronkelijke blauw heeft ook deze aantrekkelijke zijde, dat Nederland en Zuid-Afrika dan weer dezelfde vlag voeren, al heeft Zuid-Afrika ook in de witte baan een bijzondere versiering. De beweging tot herstel der zuivere kleuren van onze prinsenvlag moge uit het volk komen, best; maar men verandere niet onze vlag op eigen houtje. Het is de Regeering, die ook in dezen beslissing en leiding geven moet door de kleuren der vlag, die van de Rijksgebouwen wapperen moet, bij het Leger en de Marine gebruikt moet worden, voor te schrijven. Dan volgt de burgerij vanzelf. Maar dan hoede men er zich voor, ieder naar eigen liefhebberij, een oranje en een blauwe kleur voor zijn vlag te verlangen. Er is maar één oranje en één blauwe kleur toelaatbaar: n.l. zooals voor te schrijven door de Regeering voor haar organen. En ieder houde zich daaraan dan stipt, in de eerste plaats de vlaggenfabrikanten, opdat wij eindelijk weer allen leven onder dezelfde Nederlandsche Vlag. d.K. |
|