Neerlandia. Jaargang 37
(1933)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdSurinaamsche Brief.De wereld is klein. Dat is maar goed ook. Je verliest daardoor minder licht de verbinding met je vaderland en je eigen stam. Je komt hier in Suriname tot de verrassendste ontdekkingen, die de betrekkelijkheid van afstanden in een nieuw licht stellen. Het begint al bij de zeereis. Kreunend van zeeziekte (trouwens het beste geneesmiddel tegen afscheidsaandoeningen) lig je uit te rekenen, hoeveel mijlen de verwenschte dobberende waschtobbe, waarin je opgesloten zit, heeft afgelegd in dien ongelukkigen eersten nacht in het Kanaal. En dan huiver je, als je dat vergelijkt met de nog af te leggen duizendtallen. Maar wonder boven wonder, ga je niet dood, maar ben je plotseling weer beter en begin je te eten als nooit van te voren in je leven. Hetzelfde geval herhaalt zich na Madeira. 24 uur omspoelt je water en dobber je onder witte luchten. Maar dat is slechts een van de tien dagen en wis en zeker zal er de een of andere medereiziger beginnen met: Als we nu in een vliegtuig zaten, waren wij er haast. Och wat zijn 10 dagen lang! Maar als in Paramaribo de loopplank gelegd wordt, kijk je eenigszins weemoedig naar de gezellige, knusse, huiselijke boot, waar je helaas slechts 16 dagen op gezeten hebt. Waarmee ik maar zeggen wou: 16 dagen stoom en is goed beschouwd niet zoo heel erg ver. Nog belangwekkender zijn de ontmoetingen, die je hier wel eens hebben kunt. Je komt op een plaatsje in het district en vindt naast je wonen iemand van wiens bestaan je nog nooit gehoord hebt. Maar later blijkt, dat hij uit dezelfde provincie komt en verkeerde met den buurman van je grootvader. Of een ander heeft in de kweekerij van je oom als volontair gewerkt en kent je heele familie. Schrijver dezes heeft eens een banneling uit Cayenne ontmoet. Bij nadere navraag bleek deze man op catechisatie te zijn geweest bij den eenigen dominé uit Hamburg, die ik eens ontmoet heb. Zoo zijn er nog wel meer verrassende ontmoetingen aan te halen. Schoolmakkers, die elkaar nooit meer gezien hebben, ontmoeten elkaar aan den rand van het oerbosch of bij een ontvangst op het gouvernementshuis. Zulk een ontmoeting geeft je telkens een stoot. Je voelt daarbij bijzonder sterk, dat je bij elkaar hoort, en tevens, dat je moet oppassen om er niet uit te raken. Je komt er zoo licht toe in de tropen de boel maar te laten waaien. Het ligt voor een deel aan onze dagindeeling. Een verbazend lange en vermoeiende werktijd 's morgens; een afmattende hitte en middagrust die den namiddag breken en bekorten; misschien wat tennis in den lateren middag en dan een korte avond, omdat men niet al te laat naar bed wil gaan. Veel ontspanning is er niet, lezingen worden er weinig gehouden (en slecht bezodht). Men zoekt dan zoo licht zijn ontspanning in bridge-avonden of burenbezoek en teert tenslotte in op zijn ontwikkeling. Het is een groot gevaar voor iedereen, die naar de tropen gaat, dat hij inteert, vooral hij, die op een eenzame post staat. Want in 't land der blinden enz. Gelukkig wordt de wereld met den dag kleiner. Tijdschriften, kranten, Aneta-berichten (trots hun nuchtere kaalheid en hun belangstelling voor voetbaluitslagen) en radio vergoeden veel. Je kunt tenminste op de hoogte van je tijd blijven, als je wilt en als de middelen het gedoogen. Maar de vraag is: hoevelen willen dat ernstig? Hier ligt een belangrijke opvoedkundige taak ook voor 't Verbond. Hulde aan de Boekencommissie, dank voor de toegezonden rolprenten en de gehouden lezingen. Maar Suriname is nog niet verzadigd. Wij houden ons nog altijd aanbevolen voor dergelijke porren in de goede richting. De warmte maakt je helaas slaperig en de porder kan nog niet gemist worden. Alleen zijn taak wordt lichter, omdat de wereld kleiner wordt.
***
Nog ligt versch in het geheugen het bezoek door de Dietsche Spelers aan Suriname gebracht, en weer staat ons een bezoek van Hollandsche spelers te wachten. De opzet moge anders zijn dan de vorige keer; immers het gezelschap van Verkade, dat nu een reis door de West onderneemt, schijnt meer op eigen verantwoording op reis te gaanGa naar voetnoot1. Voor ons hier is de hoofdzaak, dat wij daardoor weer in levend contact komen met de geestesstromingen uit het moederland. En ik durf te veronderstellen, dat ook dit gezelschap onder de indruk zal komen van de van ouds bekende hartelijkheid en gastvrijheid van Suriname. Tevens bereiden wij ons hier voor op de vertooning van Vetermans' ‘Vader des Vaderlands’. De herdenking van de geboortedag van Prins Willem van Oranje ligt achter ons. In de verschillende kerken zijn herdenkingsdiensten gehouden, die druk bezocht werden. Op 24 April werd een parade op het plein afgenomen, voorafgegaan door een redevoering van den Gouverneur. 's Avonds heeft de Inspecteur voor het Onderwijs voor een talrijk gehoor de beteekenis van Willem van Oranje geschetst. Deze redevoering werd door een luidspreker op het plein overgebracht en was tot op grooten afstand duidelijk te volgen. Ook het Leger des Heils heeft zich ingespannen, om aan dezen dag een blijvende herinnering wakker te | |
[pagina 107]
| |
houden, door volkskinderfeesten en lezingen met lichtbeelden in te richten. Op school is de bekende plaat van Willem van Oranje aan de leerlingen van de hoogste klassen uitgedeeld. Kortom, 24 April is niet ongemerkt langs ons heen gegaan. Het blijft bovendien te hopen dat uit deze viering een vernieuwde band van eenheid zal ontstaan, waarover ik later nog hoop te schrijven. Maar bovendien heeft zich een comité gevormd, dat zich ten doel stelt, het tooneelstuk van Veterman hier in Paramaribo op te voeren. Er is een waarborgfonds gevormd en men heeft zich in verbinding gesteld met den schrijver. Op 't oogenblik zijn de voorbereidingen zoover gevorderd, dat de heer Veterman zich bereid verklaard heeft belangeloos over te komenGa naar voetnoot2) en de leiding van het geheel op zich te nemen. Intusschen zitten wij hier niet stil. Er is een voorloopig tooneelontwerp gemaakt, voor de costumes zijn de voorbereidende werkzaamheden verricht. U moet niet vergeten, dat zulke voorbereidingen hier veel tijd kosten. Wij zitten zoo ver af van alles. Moet er bijvoorbeeld bont besteld worden uit Holland, dan zijn daar 6 weken mee gemoeid. Maar de belangstelling voor dit stuk is groot, en al moet er nog veel gedaan worden, toch hopen wij den 30sten Augustus op waardige wijze dit heldendrama te kunnen opvoeren. |
|