De kleuren der Nederlandsche Vlag.
Zooals men uit ons vorig nummer weet, heeft een leerling der Hollandsch-Inlandsche school te Magelang (Ned.-Indië) bij de herdenking van Willem van Oranje de vraag gesteld of de oude kleuren onzer vlag, oranje, wit en blauw, niet in eere konden worden hersteld.
Wij hebben beloofd die vraag te beantwoorden in dit nummer. We moeten het doen in ontkennenden zin en wel op gezag van den heer W. Voorbeijtel Cannenburg, directeur van het Ned. Historisch Scheepvaart Museum te Amsterdam, die in het officieel Gedenkboek bij een viertal mooie gekleurde afbeeldingen de geschiedenis van de bedoelde Prinsenvlag meedeelt. Zij is ontstaan omstreeks den tijd der afzwering van Philips II, en vertoonde aanvankelijk ‘de couleuren orange, blanche ende bleu in dry velden’.
In 1630 werd het oranje door rood vervangen, niet onder den invloed van een; of andere staatkundige gebeurtenis, want de naam Prinsenvlag werd gehandhaafd, maar uit praktische overweging. De vlag is toch in de eerste plaats bestemd om op schepen te worden gevoerd en het oranje-blanje-bleu bleek niet bestand tegen de invloeden van zee, weer en wind. Daarom werd het oranje verdiept tot rood en het bleu tot donkerblauw. Die kleuren hebben zich tot heden gehandhaafd en op de Nederlandsche vloot zijn ze dan ook voorgeschreven.
Een poging in 1863 aangewend bij de onafhankelijkheidsfeesten om de eerste kleuren der oude Prinsenvlag weer in eere te herstellen, faalde. Het gevoelsargument heeft sedert kort toch zijn invloed doen gelden en bij het vlaggen in de straten ziet men de laatste jaren aanmerkelijk veel oranje, blanje, bleu, althans vlaggedoek dat er veel op lijkt en het dient erkend dat het aan de gevels een blijde kleur geeft.
Maar de ambtelijke vlag is reeds 300 jaar rood, wit, blauw. Zoo waait ze van steng en stag en zoo moge ze zich voor alle tijden als zinnebeeld onzer eenheid en onafhankelijkheid handhaven.