Uit de takken.
Nog nooit mocht het groot jaarlijksch Vlaamsch- Hollandsch Dansfeest van Tak Brussel zoo schitterend slagen als dit jaar, op 18 Maart, in het lokaal van het A.N.V. ‘Hotel Albert I-Terminus Noord’, het geval was. Er was trouwens gezorgd voor een programma vol leven en afwisseling, dat, onder de bedrijvige leiding van den voorzitter, keurig en vlot van stapel liep. Een extra-nummer was het optreden van den jongen heer Piet Hengelmolen, die zich, trots zijn jeugdigen leeftijd, als eene klaviervirtuoos van beteekenis openbaarde.
Voor de loterij bestond, zoowel wat het schenken van prijzen als het koopen van loten betrof, onder de leden een wedijver van belang.
Onder de milde schenkers en schenksters verdienen vooral mevr. S. Liesenborghs-De Snerck, de heer Adelaere, de fa. Georges Gobert, mevr. E. Dusesoi-De Snerck, mevrouw S. Cornille-De Snerck, de heer en mevrouw Servranck, de heer en mevr. De Haeck, de heer en mevr. A. Kinsbergen, de heer en mevr. Avez, mevr. G. De Groe, de fa. Molenaars Kindermeel, de heer en mevr. H. De Cort, de heer Sassen-Clingh, de fa. A. Lebailly, mej. Marie Vlaminck, de heer W. de Boeck en de heer en mevr. M. Ceulener-Molderez te worden genoemd. Het was over half drie in den ochtend, toen het feest ten einde liep.
Het bestuur richt tegen 21 of 28 Mei een autotocht naar het schilderachtige Payottenland, het historische slot te Gaasbeek (herinnering aan Egmont), enz. in. Nadere bijzonderheden zullen, met kaart, aan de leden worden bekend gemaakt.
Wel zelden zal de vermaarde ‘Poesjesnellenkelder’ van Toone IV, in de Warschaugang, aan de volksche Hoogstraat zich in een zoo druk bezoek verheugd hebben als Zaterdag 25 Februari, bij de door Tak Brussel van 't A.N.V. ingerichte voorstelling het geval was. De kelder, met zijn ongeveer 100 zitplaatsen en bijna evenveel staanplaatsen, was meer dan gevuld met verbondsleden en sommige telaatkomers moesten teleurgesteld, onverrichter zake huiswaarts keeren. Voor hen, en ook voor de anderen, wordt binnenkort de voorstelling herhaald.
De vertooning van ‘De Drie Musketiers’, door Toone IV, met zijn prachtig uitgedoschte nieuwe poppen, in het pittigste Brusselsch-Vlaamsch, dat men zich denken kan, gespeeld en gesproken, zullen de aanwezige leden zich ongetwijfeld nog zeer lang herinneren. Ook de toegift, een ‘cluyte’: ‘Wat men van voren weggeeft komt langs achter weer dubbel binnen’, in den echten volkstoon gehouden en zwierig gespeeld, was één schaterlach van het begin tot het einde.
Na afloop kwamen een honderdtal leden met hun dames bijeen in een ‘friethuis’ van de Hoogstraat, waar Toone IV en zijn medewerkers, alsook beeldhouwer Bourgeois, op een gul aangeboden mosselmaaltijd werden vergast en het Gulden Boek van den Poesjesnellenkelder, door velen werd geteekend. De voorzitter van den tak, de heer M.J. Liesenborghs, sprak Toone en zijn ‘schouwburgpersoneel’ in het Nederlandsch en, voor de aardigheid ook in het Brusselsch dialect toe, waarna Toone zelf aan het woord kwam, en op ongekunstelde wijze enkele gebeurtenissen uit zijn kunste-