De vernederlandsching der Bestuurstaal.
Dat het met de zuiverheid van het Nederlandsch der meeste Belgische staatsdiensten nog altijd zeer treurig gesteld is, weet al wie ook maar eens één enkel officieel stuk, uitgaande van deze diensten, in handen heeft gehad. Sommige zoogenaamde vertalingen zijn gewoonweg bespottelijk of zelfs grootendeels onbegrijpelijk. Documenten als regeeringsverklaringen, memories van toelichting enz., maken vaak geen uitzondering op den regel en moeten door de correspondenten van Noordnederlandsche bladen geheel of gedeeltelijk worden omgezet en herschreven alvorens te kunnen worden overgeseind. Meer dan eens komt het voor, dat men den Franschen tekst moet raadplegen om uit de Nederlandsche vertaling wijs te worden en dat technische termen of geijkte woorden en uitdrukkingen, uit onwetendheid, door erbarmelijk geformuleerde omschrijvingen, die het beschrevene zeer duister maken, zijn vervangen.
Het gaat niet op, de schuld van dit alles door de vertalers te doen dragen. Deze kunnen toch niet in alle vakken en wetenschappen thuis zijn. Toch geeft de politieke gezindheid van den candidaat-vertaler of van den ambtenaar vaak, bij een benoeming, meer dan de werkelijke bekwaamheid, den doorslag, met het gevolg dat, als onlangs nog in den Vlaamschen dienst van het Beknopt Verslag der Kamer, personen, die voor de te begeven betrekking in het geheel niet geschikt zijn, benoemd worden daar men de degelijk onderlegde candidaten, die het ongeluk hebben, kennelijk Vlaamschgezind te zijn, wil weren.
Ten einde de verwarring welke, sedert eene eeuw, op het gebied der Nederlandsche bestuurstaal in België heerscht, te doen ophouden en de stumperigheid te bestrijden waarmede maar klakkeloos, zonder zin voor het taaleigen, uit het Fransch wordt vertaald, ging de Belgische regeering eenigen tijd geleden, op aandringen van Vlaamsche ministers en vereenigingen, tot de samenstelling van een Bestendige Commissie ter bevordering van de eenmaking en de vastlegging der Nederlandsche bestuurstaal in dit land over. Deze commissie is thans klaar gekomen met een eersten bundel, waarin opgenomen zijn de benamingen en titels der ambtenaren, de gebruikelijke beleefdheidsformules, enz. Andere bundels zullen nu spoedig volgen en vermoedelijk van dit werk een geheel maken, dat - al heeft het eenige gebreken - in ruime mate tot de verhooging van het aanzien der Nederlandsche taal, in kringen waar zulks ten zeerste gewenscht is, kan bijdragen.