Neerlandia. Jaargang 34

[p. 189]

Boekencommissie

Het verzoek van de B.C. om toezending van proefschriften en andere werken van wetenschappelijken aard, voor de Gentsche Hoogeschool, heeft bij enkelen een vriendelijk onthaal gevonden, zoodat met inbegrip van de nog niet verzonden boeken een geheel van ongeveer 100 boeken den oogst uitmaakt.

Ik vertrouw, dat Mevr. J.A. Ruttink-Schneider te Apeldoorn en Raden Mas Noto Soeroto te 's Gravenhage het mij niet ten kwade zullen duiden, indien ik hun op deze plaats vriendelijk dank zeg voor de door hen voor Gent afgestane boeken. Ik hoop echter ook, dat de vele anderen, die nog Nederlandsche proefschriften e.d. voor dit doel te missen hebben, van de diensten der B.C. als tusschenpersoon gebruik zullen maken.

Het tijdschriftenwerk, dat gaandeweg zich uitbreidde tot ongeveer 5 kisten 's maands en dat feitelijk geheel door leden van de afd. Den Haag wordt mogelijk gemaakt, ondervindt wonderlijk genoeg geen merkbaren terugslag van den slechten tijd.

De toevloed van boeken (de boekenverzending is wel het hoofddoel van de B.C.) staat echter sedert ongeveer 2 maanden vrijwel stil en, daar wij bij de verzending nog geen rekening hielden met het zoo plotseling opdrogen van onze bronnen, beginnen er nu onrustbarende ledige plekken in onze voorraadruimte te komen.

Dat men toch bedenke, dat de B.C. ondanks alle geestdrift van haar staf, niet werken kan zonder den niet verflauwenden steun van U allen, lezers van Neerlandia.

J.P. BOLTEN, Directeur.