Gent vernederlandscht
Eindelijk is dus een begin gemaakt met de volledige, hoewel geleidelijke vernederlandsching van de Rijksuniversiteit te Gent. ‘Eindelijk!’ schrijven wij, want reeds 114 jaren is het geleden, sedert deze Universiteit door koning Willem I der Nederlanden werd gesticht, terwijl 102 jaren geleden Thorbecke, die hoogleeraar was in de oude Arteveldestad en er behalve in het Latijn, evenals prof. Schrant, ook in het Nederlandsch onderwijs gaf, reeds voor een hooger onderwijs door middel van de landstaal pleitte. In 1835 werd het Latijn, als wetenschappelijke taal, bij koninklijk besluit, door het Fransch vervangen, iets waartegen echter, in 1840 al, de inwoners van meer dan tweehonderd Vlaamsche gemeenten, die de gelijkstelling van het Nederduitsch en het Fransch in de Staatsuniversiteiten vroegen, verzet aanteekenden. Ook later nog werden protesten gehoord en verzoekschriften aan de regeering gezonden, maar het zou tot 1896 duren alvorens, door het 23ste Nederlandsche Taal- en Letterkundig Congres, te Antwerpen, de wagen voor goed aan het rollen werd gebracht. Op voorstel van Pol de Mont kwam een propagandacommissie tot stand, waarin zitting namen: Max Rooses, Jules Obrie, Mac Leod, J. de Vriendt, Fl. Heuvelmans, Julius Sabbe en Pol de Mont. Later kwamen er nog bij: Lodewijk de Raedt, August Vermeylen, J. Vercoullie, De Bruycker, August Borms, M. Rudelsheim, Schamelhout, Louis Franck, Kamiel Huysmans, Fr. Van Cauwelaert en Hippoliet Meert. Het waren of werden allen leden van het A.N.V. en het was Hippoliet Meert, de spil van het A.N.V. in Vlaanderen, die niet alleen het orgaan der Commissie, ‘De Vlaamsche Hoogeschool’, opstelde, maar tot in Augustus 1914 de heele werking centraliseerde en aldus ook feitelijk leidde.
Er zou een zeer lijvig boekdeel te schrijven zijn over den strijd voor de vernederlandsching van de sedert 1835 den Vlamingen ontnomen Universiteit, waarbij ook de eerste verwezenlijking, onder de Duitsche bezetting, van 1916 tot 1918 niet zou mogen worden vergeten, terwijl de hervatting van de propagandawerking, na den terugkeer der Belgische regeering uit Frankrijk en de daarmede gepaard gaande sluiting der Nederlandsche oorlogsuniversiteit te Gent, meer dan één hoofdstuk zou beslaan. Nog 12 jaren zouden verloopen, alvorens de plechtige belofte, in 1918 door koning en regeering aan de Vlaamsche frontsoldaten en burgers gedaan, de treurige proef met de zoogenaamde Nolfwet terzijde gelaten, in vervulling zou gaan.
Dit historisch oogenblik nu - een der hoogtepunten in de geschiedenis der Vlaamsche herwording - hebben de vele honderden Vlaamsche studenten, academici en andere belangstellenden mogen beleven, die 21 October jl. de opening van het academische jaar 1930-1931 in de aula van het oude Universiteitsgebouw aan de Volderstraat, met het aan koning Willem I herinnerende opschrift onder het gevelfronton, bijwoonden. Het waren, voor de in den