Neerlandia. Jaargang 34
(1930)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdHet voetspoor der vaderenHoe Australië zijn naam kreeg.Terwijl de oorsprong en de eigenlijke beteekenis van de namen der eerste vier werelddeelen, Europa, Azië, Afrika en Amerika nog in het duister zijn gehuld en wellicht nooit zullen opgehelderd worden, is de naam van het vijfde werelddeel zoo klaar als de Australische zon. Australië, of Australia, zooals men in het Latijn en in verschillende andere talen schrijft, beteekent Zuidland. Toch is de oorsprong van dit woord en zijn vroegst gebruik tot dusver eenigszins duister gebleven. Wel weten de Australische geschiedschrijvers te vermelden, dat de Engelsche ontdekkingsreiziger Flinders in het begin der negentiende eeuw het voorstel deed, den vroegeren naam van Nieuw-Holland door dien van Australia te vervangen, wat dan ook langzamerhand geschiedde. Het is hun ook bekend, dat de Spaansche, of eigenlijk Portugeesche, zeevaarder De Queiros in 1606 een van de Nieuwe Hebriden ontdekte en dit land, dat hij voor het door hem gezochte groote Zuidland hield, Austrialia del Espiritu Santo noemde, ter eere van den koning van Spanje Philips III, die tot het huis van Oostenrijk (Austria) behoorde. Hoe echter dit Spaansche Austrialia in Australia overging, is tot dusver nergens verklaard. Sommigen hebben zelfs in den tegenwoordigen vorm een drukfout voor het oorspronkelijke Austrialia willen zien. Nu kwam ik onlangs op het spoor van de oplossing van dit raadsel en wel bij de lezing van een oud Nederlandsch reisverhaal, namelijk den ‘Spieghel der Australische Navigatie, door den Wijt vermaerden ende cloeckmoedighen Zee-Heldt Jacob Le Maire, President ende Overste over de twee Schepen, d'Eendracht ende Hoorn, uytghevaren den 14 Junij, 1615. t' Amsterdam, By Michiel Colijn, Boeckvercooper op 't Water by de Oude Brugh in 't Huys-Boeck. Anno. 1622.’ Het blijkt nu, dat Nederlanders niet alleen een zeer voorname rol hebben gespeeld bij de ontdekking van het vijfde werelddeel, dat vroeger meestal Nieuw-Holland werd genoemd; maar ook dat Nederlanders de eersten waren, die den naam Australia stelselmatig hebben gebruikt in plaats van de oudere namen Zuidland en Terra Australis. Zooals ik in eene mededeeling aan de Historical Society of Victoria in Maart 1929 uiteenzetteGa naar voetnoot1), moest de vorm Austrialia in het Spaansch als van zelf in den vorm Australia overgaan, daar het Spaansch voor het bijvoeglijk naamwoord, dat ‘zuidelijk’ beteekent, twee vormen heeft, Austral en Austrial, waarvan de eerste de gebruikelijkste vorm is. Zoo vinden we dan ook werkelijk reeds in de geschriften van De Queiros zelf en in die van zijn tijdgenooten de twee vormen Austrialia en Australia door elkander gebruikt. De eerste vertalingen der Spaansche reisverhalen, namelijk die in Nederland en in Engeland verschenen, vertoonen eveneens deze twee vormen. Doch de ‘Spieghel der Australische Navigatie’ van Jacob Le Maire heeft den naam een twaalftal keeren en telkens in den vorm Australia. Het werk is in 1622 in druk verschenen, doch de reis is van 1615-16 en sommige documenten met den naam Australia zijn geruimen tijd voor de reis opgesteld, zoo b.v. een open brief van prins Maurits van Oranje, die den datum 1610 draagt, wat echter waarschijnlijk een drukfout voor 1614 is. Het grootste gedeelte van den ‘Spieghel der Australische Navigatie’ wordt ingenomen door het journaal van de reis van Jacob Le Maire en Schouten waarop de straat van Le Maire en een aantal eilanden in de Stille Zuidzee werden ontdekt. Uit plaatsen als de volgende schijnt te blijken, dat het woord Australia heel gewoon moet geklonken hebben aan boord van het schip van Le Maire. Op 30 December 1615 heet het in de buurt van de straat van Magelhaens: ‘De President (d.i. Le Maire) liet van daghe voor d' eerste reyse sien de Caerte van Australia, t'welck onse Opper Stierman en hooch-Bootsman wel behaechde.’ Op den 12 April 1616: ‘Den 12 heeft de President den Opper- en onder-Stierman hun Caerten van Australia en Nova Guinea ghegheven, om datse uyt souden moghen sien, en gissinghe maecken.’ Op den 22 Mei 1616: ‘De Schipper seyde dat hy nu Terram Australiam hadde ghevonden, soo wel alst hem beviel, een Revier van versch water, veel Verekens aen lant, en anders dat onze Maets wel behaechde.’ Ongelukkiglijk werd de kust van het Australische vasteland niet bereikt. Toen men in de buurt van de Salomoneilanden nog slechts enkele dagreizen van de Oostkust verwijderd was, zette men koers naar het Noordwesten langs de Noordkust van Nieuw-Guinea en zeilde zoo naar Java. Daar werd Le Maire's schip (een van de beide schepen was verloren gegaan) | |
[pagina 160]
| |
door den gouverneur-generaal in beslag genomen en de manschap gevangen genomen wegens inbreuk op het monopolie der Oost-Indische Compagnie. Zoo eindigde deze merkwaardige zeereis. Jacob Le Maire stierf nog, voor hij den vaderlandschen bodem kon betreden. Zijn vader, Isaac Le Maire, die een ontzaglijk vermogen in deze Australische onderneming had verloren, kreeg eerst na jaren rechtsherstel en gedeeltelijke vergoeding voor de geleden schade. Een groot gedeelte van zijn leven en zijn eigen zoon had hij geofferd in den strijd tegen het monopolie der O.I. Compagnie en voor de belangen van den vrijen handel en het persoonlijk initiatief. Het woord Australia scheen hem daarbij als het ware een zinnebeeld voor zijn stoutmoedige onderneming. Want, zoo heet het in zijn opdracht aan de Hoogmogende Heeren Staten-Generaal: ‘alsoo nae alle apparentie t'Landt van Australia seer groot is, jae sulckx dat het recht wel voor een derde part van de Werelt mach ghereeckent worden, onghetwijfelt tot seer groot voordeel deser Landen, treffelicke Coopmanschap en negotie sal connen werden ghestabileert’... Zooals men ziet, Le Maire had grootsche plannen met zijn Australische Compagnie. Hij wilde handelsbetrekkingen aanknoopen met de landen, die in de onmetelijke Zuidzee zouden worden ontdekt. Het schijnt van een toeval te hebben afgehangen, of de vruchtbare Oostkust van Australië met haar gematigd, aangenaam klimaat door Jacob Le Maire zou worden ontdekt. Ware dit toeval hem gunstig geweest en hadde zijn vader wat meer steun gevonden bij zijn landgenooten, dan ware het vijfde werelddeel, dat zoolang Nieuw-Holland heeft geheeten, misschien werkelijk een Nederlandsche volkplanting geworden. En dan hadden we nu een Nederlandsch sprekend Australië gehad... Wie weet? Melbourne, Maart 1930. A. LODEWYCKX. |
|