Neerlandia. Jaargang 34
(1930)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMededeelingen.Nederlandsche Torpedobooten op bezoek in Hamburg.Men schrijft ons uit Hamburg: Een tweetal Nederlandsche torpedobooten, de Z5 en de Z7, onder bevel van de luitenants ter zee eerste klasse J.W.G. van Hengel en J.B. de Meester, hebben onder groote belangstelling van de Hamburgsche overheidspersonen, het Hamburgsche publiek en niet het minst van de aldaar verblijf houdende Nederlandsche kolonie, van 1 tot 7 Augustus een bezoek aan Hamburg gebracht. Een uitgebreid programma - waar van ik alleen maarnoem den tocht van de onderofficieren en manschappen naar het schitterende aan de hooge oevers van de Elbe gelegen Blankenese, een voor de officieren, adelborsten en een aantal jonge leden der Ned. kolonie uiterst gezellige avondpartij ten huize van den Consul-Generaal baron van Aerssen Beyeren van Voshol en baronesse van Aerssen Beyeren van Voshol geb. Van Asbeck, het bezoek van de officieren en adelborsten aan het proefstation voor scheepsmodellen, | |
[pagina 147]
| |
het planetarium, het dierenpark van Hagenbeek, het museum voor Hamburgsche geschiedenis - geven blijk van de buitengewoon vriendelijke ontvangst. De goede tafels in den raadhuiskelder en het Uhlenhorster Fährhaus kunnen daarvan mede getuigen. De beide booten, die een keurigen indruk maakten, werden door een talrijk publiek bezocht en de officieren en bemanning waren onuitputtelijk in de uitlegging der verschillende zich aan boord bevindende instrumenten en wapenen. Het kan als 'n zeer verheugend feit worden aangemerkt, dat de Nederlandsche kolonie bij dit bezoek zeer nauw werd betrokken. Het bestuur van de Nieuwe Nederlandsche Vereeniging noodigde de officieren en adelborsten op een thee in zijn lokalen; dezen op hun beurt een aantal leden van die vereeniging op een uiterst verzorgde namiddagthee. Enkele leden der kolonie hadden ook officieren en adelborsten bij zich thuis op bezoek. De Hamburgsche pers was vol lof over de beide oorlogsbodems, die een uitstekenden indruk hebben achtergelaten. Donderdagochtend vroeg om 7 uur zijn ze vertrokken, om na een kort oponthoud op Helgoland hun station in Den Helder op te zoeken. Dat de Nederlandsche Regeering deze oorlogsbodems naar Hamburg heeft gezonden, kan ten zeerste op prijs worden gesteld, gezien het belangrijke Nederlandsche scheepsverkeer op Hamburg en de belangrijkheid harer Nederlandsche kolonie als pioniers van den handel, waarvoor een dergelijk vlagvertoon niet anders dan gunstige gevolgen kan hebben. Het is te hopen, dat een dergelijk bezoek binnen afzienbaren tijd zal herhaald worden. J.H. | |
Een aardig denkbeeld.Een Vlaamsch onderwijzer is op de gedachte gekomen, door middel van gebruikte postzegels uit het Dietsch Stamgebied den kinderen zijner klasse aanschouwelijk te maken, dat er tusschen de landen, waar onze taal gesproken wordt - Nederland, Zuid-Afrika, Ned.-Indië, West-Indië (Suriname en Curaçao) en Vlaanderen - een band bestaat. Als de kinderen van al deze landen postzegels verzamelen en die bij elkaar op een blad plakken, krijgen ze een duidelijk beeld van de groote verspreiding der Nederlandsche taal. Het denkbeeld verdient navolging. | |
Onze rolprenten.Onze verzameling rolprenten breidt zich voortdurend uit en zij zwerven heel de wereld door. In Zuid-Afrika loopen ze in Transvaal en de Kaapprovincie en ze vinden er grooten bijval. Naar Paramaribo zonden we dezen zomer o.m. eenige rolprenten over Nederl.-Indië. Ze werden vertoond voor de leden met hunne dames, de onderofficieren en minderen met hun gezin te Paramaribo en de hoogste klassen van de Muloen Ulo-scholen. Voorts in de gouvernements melaatscheninrichting ‘Groot Chatillôn’, waarbij de verpleegden uit de particuliere protestantsche melaatscheninrichting ‘Bethesda’ ook tegenwoordig konden zijn. In de districten werden de rolprenten vertoond op de plantages ‘Mariënburg’ en ‘Zoelen’ van de Nederlandsche Handel Maatschappij. Bij de vertooningen in de stad gaf de secretaris, de heer Six Dijkstra, te voren en onder het vertoonen toelichtingen, terwijl bij de vertooning op ‘Groot Chatillôn’ de directrice, zuster Moeliker, van de aanteekeningen van den secretaris gebruik kon maken. Zij schreef: ‘Ik dank U mede uit naam der verpleegden. Dezen, vooral de Javaantjes, hebben er zeer van genoten. De krontjongplaten op de gramofoon voltooiden het geheel, zoodat we een prettigen avond hadden. Aanbevelend voor een volgenden keer....’ | |
Gedenkboek A N.V. (1898-1923).Herhaaldelijk vraagt men ons nog om dit bekende Gedenkboek, maar we kunnen er niet aan voldoen, omdat het geheel is uitverkocht. Wie kan ons nog enkele stuks bezorgen? Wie wil het zijne (desverlangd tegen betaling) missen? | |
Briefwisselaarster gevraagd.Een Engelsche dame te Melbourne (Australië), die les neemt in het Nederlandsch, wenscht in briefwisseling te komen met een Nederlandsche dame. De bedoeling is, dat deze in het Engelsch schrijft en zij in het Nederlandsch. Het adres der belanghebbende kan men te weten komen in Laan 34 (alleen LAAN en niet Laan van Meerdervoort of een van de vele andere lanen der Hofstad). | |
Nederlanders in het Buitenland.Onlangs heeft de regeering van Tsjecho Slowakije prof. dr. G.W. Becking benoemd tot gewoon hoogleeraar in de muziekwetenschap, kort na zijn benoeming voor den nieuwen bizonderen leerstoel voor muziekwetenschap te Utrecht. Dr. Becking koos Praag, omdat de voorwaarden daar veel gunstiger waren. Hij is Nederlander van geboorte, reserve-officier van het Nederlandsche leger, gehuwd met een Nederlandsche en lid van het A.N.V. Hij zal dus ongetwijfeld den naam der Nederlandsche wetenschap op zijn buitenlandschen post hoog houden. Dat men hem daar waardeert, bewijst ook zijn benoeming tot directeur van het Musikwissenschaftliche Institut te Praag. | |
Een verdienstelijk Nederlander.De Argentijnsche bladen brengen hulde aan de nagedachtenis van den Nederlandschen ingenieur J.A. Waldorp, die op 71-jarigen ouderdom te Buenos Aires is overleden. Zijn naam is verbonden aan groote werken in Argentinië, onder zijn leiding of met zijn medewerking uitgevoerd. Daarmede drukte hij de voetstappen van zijn vader, die, vijftig jaren geleden, door de regeering der provincie Buenos Aires naar Argentinië geroepen werd om een zeehaven aan te leggen voor dit jonge land. Als aannemer en bouwer heeft Waldorp den naam der Nederlandsche techniek hoog gehouden en in den loop der jaren aan duizenden, onder wie honderden Nederlanders, werk verschaft. Hij is voorzitter geweest van het Koningin-Wilhelminafonds, dat na het regeeringsjubileum van H.M. te Buenos Aires werd opgericht en later met de Ned. Ver. v. Weldadigheid werd samengesmolten. Tot aan zijn dood was de heer Waldorp ondervoorzitter van dat fonds. Voor de Nederlandsche kolonie vormde hij een band met de Argentijnsche regeering, dien zij noode zag breken. | |
Reclame voor den mededinger.De ‘Nederlandsche Reisvereeniging’ in de Laan van Meerdervoort, Den Haag, heeft geruimen tijd voor het venster onder een groot opschrift ‘Scheepspassages’ het model eener Duitsche oceaanboot uitgestald, geflankeerd door de prospectussen der Duitsche transatlantische stoomvaartmaatschappij, mededingster eener voortreffelijke Nederlandsche onderneming. En dat in een tijd van feilen wedijver en slechte vrachten! | |
Verslag ‘Nederland in den Vreemde’.Het jaarverslag van ‘Nederland in den Vreemde’ over 1929 getuigt weer van flinken doeltreffenden arbeid. Vooral de berichten der vertegenwoordigers in het buitenland trekken ons aan; wij ontleenen daaraan enkele uitingen. Prof dr. M.J. van der Meer te Frankfort a./d. M. schrijft, dat in zijn omgeving de belangstelling voor de Nederlandsche taal en cultuur gaandeweg toeneemt, hetgeen o.a. blijkt uit het meestal zeer drukke bezoek der lezingen in het ‘Holland Instituut’. Dr. J.E. Baron de Vos van Steenwijk te Parijs noemt het jaar 1929 in alle opzichten gunstig voor de bekendmaking van de Nederlandsche cultuur, o.a. dank zij twee Mengelberg-concerten te Parijs, een lezing over de Zuiderzee | |
[pagina 148]
| |
voor het Fransche Aardrijkskundig genootschap; de voortreffelijke ontvangst van de Fransche journalisten in Den Haag e.z.m. De heer A. Zethraeus te Stockholm stelt vast, dat in Zweden de belangstelling voor Nederland steeds aangroeit; dat daar vraag is naar Nederlandsche volksliederen en dat voordrachten over Nederland veel aandacht trekken. Uit de mededeelingen van den vertegenwoordiger in Mexico, den heer L. Augustijn, lichten wij de klacht, dat groote Nederlandsche handelshuizen en nijverheidsondernemingen, ook die welke geheel met Nederlandsch kapitaal werken, veelvuldig niet-Nederlanders naar het buitenland zenden ter behartiging van hun belangen. Dit hindert de Nederlanders in het buitenland en maakt op niet-Nederlanders een ongunstigen indruk. In het verslag der eigenlijke bestuursverrichtingen is vooral hetgeen over het onderwijswerk gezegd wordt, zeer belangrijk. Men zal dat uitvoerig vermeld vinden in het derde Onderwijsrapport, hetwelk binnenkort zal verschijnen. | |
De populairiteit van Hullebroeck.In het Juninummer van Die Boerevrou komt het volgende grapje voor: - Hullebroeck sê elke mens behoort te sing by sy werk. - My broer kan nie. - Hoekom dan nie? - Hy blaas die trompet. | |
Gebruikte Postzegels.Zending ontvangen van E.L.O. te 's-Gravenhage. |
|