Neerlandia. Jaargang 34

Mededeelingen.

Oranje-herinnering in Canada.

Uit Manitoba bericht men ons, dat in die streek jaarlijks op 12 Juli een groote bijeenkomst met optocht wordt gehouden van de z.g. ‘Oranje Lodge’. Dit is een soort godsdienstige Lodge, waarvan de leden een teeken dragen aan een oranje band. Het draagteeken vertoont de beeltenis van den Koning-Stadhouder Willem III, gezeten op een paard. Op genoemden datum gaan alle vrouwen, in het wit gekleed en met genoemd draagteeken getooid, naar de kerk, vergezeld van haar mannen.

Kan een onzer lezers ons iets naders meedeelen over den oorsprong en de beteekenis van dit gebruik in die streek.

Rolprent - Nederland.

Onze rolprent Nederland vindt in Zuid-Afrika veel bijval.

Zij werd reeds vertoond op 20 Maart door de Nederlandsche Vereeniging te Johannesburg en ook in de Engelsche bladen de ‘Rand Daily Mail’ en de ‘Star’ geprezen. De tekst is alleen in het Nederlandsch, wat geen beletsel was voor vele Engelschen, om ‘mooi Nederland’ te komen bewonderen.

Op 4 en 5 April was Pietersburg aan de beurt, 10 April Heidelberg, 17 April Nijlstroom, waar de vertooning ten bate van het aldaar op te richten ‘Volkshospitaal’ was.

Men hoopt de rolprent nog naar Warmbad, Volksrust, Ermelo, Lijdenburg en Standerton te zenden. Wanneer Transvaal er van genoten heeft, hoopt men haar met even goeden uitslag in den Oranje Vrijstaat te doen vertoonen, waarna zij, vóór haar terugkeer naar Laan 34, Den Haag, wellicht nog in de Kaapprovincie een rondreis zal doen.

De Afrikaansche Boeren in Argentinië.

Volgens Ons Weekblad, orgaan voor de Nederlandsche nederzetting in Argentinië, zal er van den terugreis der Boeren of van een deel der Boeren, die te Chubut in Argentinië gevestigd zijn, vermoedelijk niets komen. Uit brieven, te Chubut ontvangen, blijkt, zegt het blad, dat in regeeringskringen in de Unie het door Afrikaansche bladen, ook door Neerlandia vermelde plan geen instemming vindt. De regeeringslanderijen in de Unie zijn gering en er is in Zuid-Afrika zelf veel vraag naar. Het zal dus waarschijnlijk dààrop neerkomen, dat de Unieregeering zich bereid zal verklaren, aan Chubutsche boeren, die op eigen kosten naar Zuid-Afrika terugreizen, land af te staan op afbetaling tegen de gebruikelijke voorwaarden. De groote meerderheid zal dus den overtocht zeker niet wagen. Gelukkig verzekert Ons Weekblad, dat, hoe ongunstig de tijden ook zijn, van gebrek in de Boerenkolonies geen sprake is.

Vragen om inlichting.

In het Volksraadbesluit van de Z.A.R. van 27 Mei 1876 staat te lezen, dat het vlaggenlied van de Z.A.R., vervaardigd door W.P. van Hengel en op muziek gezet door J.W. Berner, met genoegen ontvangen is en den voorzitter is opgedragen dien heeren dank te brengen voor hun belangstelling.

De Volksraad verklaart ‘dat lied te zijn het vlaggenlied van de Z.A.R. met opdragt aan de Regeering om het te laten drukken en voor het publiek verkrijgbaar te stellen tegen een geringen prijs’. (Zie ook de Staatscourant van 22 Nov. 1876 No. 660).

Wie kan ons dit lied bezorgen?

Wie kan ons een Meinr. van Neerlandia 1923 bezorgen?

En welke bezitters van ons Gedenkboek (1898-1923) willen dit ons afstaan of verkoopen?