Rotterdam.
25 Febr. hield de heer J.N. Pattist, in de Handels Hoogeschool, voor een aandachtig gehoor een voordracht over: ‘Zeeuwsch-Vlaanderen in den loop der tijden’ en schetste dit land als overgangsgebied. Wat de bevolking betreft, is Zeeuwsch Vlaanderen steeds een land geweest, waar veel lieden uit verschillende oorden (b.v. Frankrijk en Salzburg) werk hadden gevonden; toch is de Nederlandsche geest steeds krachtig gebleven. Veel Franschen beleggen hun geld in Zeeuwsch Vlaanderen; het Nederlandsche kapitaal zou een zeer goede daad doen, daar zijn geld te beleggen.
Economisch is de streek niet onbeduidend, maar 't is toch een landbouwprovincie bij uitnemendheid. Vervolgens vestigde spr. de aandacht op de kleederdrachten en de taal. Vooral noodig is een betere verkeersregeling. Na de pauze werd het gesprokene toegelicht met een rolprent en lichtbeelden.
18 Maart hield dr. H.E. van Gelder, in de Handels Hoogeschool een voordracht over: ‘De Koopman in de Nederl. Schilderskunst’. Spr. schetste in het kort de ontwikkeling van den Nederl. handel, vóór er van kunst eigenlijk sprake was. Na de 14de eeuw echter zien wij het leven des koopmans meermalen afgebeeld. In de 17de eeuw zien wij den koopman door den kunstenaar geschilderd in zijn nieuwe glorie, doch hij leent zich ook tot spot, als speculatie en tulpenhandel hem van den rechten weg afvoeren. Een keur van prachtige lichtbeelden verduidelijkte een en ander. Prof. dr. J.Z. Sneller dankte den spreker voor zijn belangrijke voordracht.