Neerlandia. Jaargang 34

Propagandacommissie

Overzicht van de Propaganda door den heer J. Post in 1929.

A = dagen dat gewerkt werd; B = aantal afgelegde bezoeken; C = gewonnen leden; D = bijdragen; E = gewonnen leden per dag. De Afdeelingen zijn gerangschikt volgens E.

Bij Den Haag valt op te merken, dat ingevolge een overeenkomst, getroffen met het Bestuur dier Afdeeling, de heer Post in het bijzonder 's Zaterdags aldaar werkzaam is om dezen dag, dat hij elders niet kan werven, niet verloren te laten gaan. Onder de 29 1/4 dag vallen, evenals onder de 266 voor het Rijk, 22 Zaterdagen, die dus voor de berekening van E voor halve dagen zijn gerekend.

Afdeeling	A	B	C	D	E
Arnhem	21 ½	209	78	f 338 -	3.62
Alkmaar	5	40	16	f 65.-	3.20
Schiedam	16 ½	153	50	f 207.50	3.03
Breda	7	56	20	f 95.-	2.85
Tilburg	8	67	20	f 85.-	2.50
Haarlem	17	148	40	f 160.-	2.35
Den Haag	29 1/4	159	42	f 161.-	2.30
Deventer	4	25	9	f 32.50	2.25
Utrecht	38 3/4	334	86	f 346.-	2.22
Leiden	7	53	15	f 67.50	2.14
Rotterdam	53 ½	491	109	f 487.50	2.04
Delft	11 ½	101	21	f 78.-	1.83
Amsterdam	46	390	80	f 286.-	1.73
Den Bosch	1	5	1	f 2.50	1.-
	_____	_____	_____	_____	_____
Nederland	266	2231	587^1)	f 2411.50	2.20

1) Van 1926 tot en met 1929 werden gewonnen 2367 Postleden, van 1926 tot en met 1929 923 andere leden; totaal 3290 leden, waarvan door overlijden, bedanken enz. werden afgevoerd 1038 of 31.5%.

[p. 47]

Opmerkingen: Als men Den Bosch, waar slechts 1 dag gewerkt is, niet medetelt, blijkt, dat de werving in Amsterdam en Delft het minst vruchtbaar is geweest. Arnhem slaat ze met het dubbele. Een berekening over de bijdragen per dag leert, dat ook dan Arnhem het hoogst staat met f 15.72 en Amsterdam (na Den Bosch) het laagst met f 6.22. Om de kosten der propaganda rechtstreeks te dekken uit de bijdragen, zou per dag f 12.55 gehaald moeten worden.

Dit werd overtroffen door Arnhem (f 15.72), Breda (f 13.57), Alkmaar (f 13.-) en Schiedam (f 12.57). Het werkelijk Rijksgemiddelde bedroeg f 9.59. Boven dit Rijksgemiddelde waren behalve de voornoemde Afdeelingen nog Tilburg en Leiden.

De werking in groote steden brengt natuurlijk bezwaren mede, voortvloeiend uit de groote afstanden en de moeilijkheid om iemand thuis of op kantoor te treffen. Toch moeten er ook bijzondere redenen bestaan, waarom juist in Delft 4.8 bezoeken noodig waren om 1 lid te winnen, in Amsterdam 4.9 en in Rotterdam 4.5, tegen slechts 2 ½ bezoek in Alkmaar en in Arnhem 2.7.

Nog sterker zijn de verschillen in de gemiddelde bijdrage per lid, die in Breda f 4.75 was, in Leiden f 4.50, in Rotterdam f 4.47, tegen Deventer f 3.61, Delft f 3.70 en Amsterdam f 3.57.

Opmerkelijk is, dat Arnhem het hoogst gemiddelde per dag toont voor het aantal bezoeken 9.72, het bedrag der bijdragen f 15.72 en het aantal leden 3.62. Hier was dus bepaald een wisselwerking, dat de bezochten zich spoedig lieten overtuigen en de heer Post daardoor meer bezoeken kon afleggen, ondanks het feit, dat Arnhem nu niet bepaald dicht bij zijn woonplaats ligt. Was de werking overal zoo vruchtbaar geweest, dan zouden zijn afgelegd 2478 bezoeken, dus slechts 11% meer, maar 923 leden zijn gewonnen, d.i. 57% meer met een totaalbijdrage van f 4.008 of 66 % meer.

Hoewel er misschien beletselen zijn om een gunstigen uitslag als te Arnhem over het geheele land te bereiken, moet het toch mogelijk zijn, dat, wat te Arnhem, Breda, Alkmaar en Schiedam bereikt werd gedurende 50 werkdagen, nl. dat de dagelijksche inkomsten boven de dagelijksche uitgaven bleven, bij meer afdeelingen bereikt wordt. Goede inlichtingen en medewerking der Afdeelingsbesturen zijn daarom noodig. Tijdverlies in groote gemeenten zal een rol blijven spelen, maar er kan getracht worden dit te verminderen.

De Propagandacommissie: van Groep Nederland.

W.J.L. VAN ES.

K.E. OUDENDIJK.

's-Gravenhage, Febr. '30. C. VAN SON.