Een Wereldstad in wording.
Georges Blanchon, de bekende vriend der Vlamingen, schrijft in de Mercure de Flandre met geestdrift over de wording van een wereldstad in Fransch Vlaanderen. Rijsel, Roodebeke en Toerkonje groeien naar elkaar toe en zullen binnen afzienbaren tijd een geheel vormen. Er zal dan een wereldstad zijn ontstaan, op Parijs na de grootste van Frankrijk. Terwijl in zoovele landen de wereldoorlog door onverschilligheid, verslapping, ontaarding werd gevolgd, heeft dat deel van Noord-Frankrijk waar de genoemde steden liggen, zich in korten tijd met voorbeeldelooze geestkracht weder opgericht en toont het een vooruitgang en welvaart, zelfs in de buitenwijken zijner steden, die menige wereldstad het kan benijden. De eenwording dezer groote gemeenten zal gevolgen hebben, die nog moeilijk te overzien zijn en de bevolking, die zich thans zoo dikwijls in een hoek gedrongen moet gevoelen, van rechtmatigen trots vervullen. De krachten, die eenmaal de Nederlanden in aanzien brachten in de wereld, werken daar nog voort en beloven, zoo zij zich in vrijheid kunnen ontwikkelen, een nieuwe groote toekomst. De heer Blanchon zou wenschen, dat een breed plan werd opgezet, om de lijnen voor die ontwikkeling in alle richtingen aan te geven, opdat daar een nieuw middelpunt van beschaving zal kunnen ontstaan. Waarom zou men altijd alleen naar het zuiden de oogen richten? Het Noorden, dat eenmaal tot de Nederlanden gerekend werd, is de ruggegraat van Frankrijk.