Rotterdam.
Voor deze afdeeling hield Felix Timmermans 22 October een voordracht over Pieter Breughel, voor een meer dan volle zaal in het gebouw der Nederl. Handelshoogeschool.
Spreker begon te vertellen, hoe hij er toe gekomen was over Breughel te schrijven: hij had n.l. zelf schilder willen worden, toen hij jong was. Niet de machtige Rubens echter, maar Breughel, de schilder van het nationale Vlaamsche leven, boeide hem, op wiens doeken hij hetzelfde verbeeld zag, als waarvan zijn vader hem steeds vertelde, na zijn dagreizen als kantenkoopman. Verhalen vol fantasie en humor.
De voorstelling van de volkstelling, de kindermoord te Bethlehem, en de Drie koningen, alle uitgebeeld in ons goede Vlaamsche land. De lust was echter bij spreker opgekomen, ook over hem te schrijven, hoewel er niet veel stof aanwezig is. Spreker beschouwt Breughel als een zeer samengestelde ziel, vol tegenstrijdigheden, zooals ieder kunstenaar. Alles, wat men van Breughel gezegd heeft, leek spr. onjuist: Hij was geen zwelger, geen melancholicus, vooral geen toeschouwer, die van groote hoogte het menschelijk leven aanschouwt. Maar hij was van alles een beetje; een volbloed Vlaming, een man van ons ras, onze tolk bij instinct.
Na de rustpoos las Timmermans fragmenten voor uit zijn Breughelboek en ook uit het boek over St. Franciscus.
De voorzitter, Prof. Dr. Z.W. Sneller, die ook den avond geopend had, dankte den spreker voor zijn belangrijke voordracht.