Neerlandia. Jaargang 33
(1929)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMededeelingen.Onze Kalender 1930.Wij vertrouwen, dat ons kort bericht over de verschijning van den kalender Groot-Nederland 1930, in het vorige nummer opgenomen, voldoende is geweest om alle leden, die er met ons een uitnemend dagelijksch propagandamiddel in zien, tot aanschaffing te bewegen, niet alleen voor zich zelf, maar ook ter verspreiding. Wij zouden er dan ook niet op teruggekomen zijn, als we niet verzuimd hadden te vermelden, dat de nieuwe jaargang een nieuw schutblad heeft, dat in zwierige lijnen ons zinnebeeld: de drie Dietsche Barken, omgeven door sierlijke letters in beeld brengt. De voorstelling werd ontleend aan de door den sierkunstenaar Alb. Klijn te Amsterdam ingezonden teekening voor de prijsvraag voor een omslag van Neerlandia, welke de beoordeelingsraad onder de 6 beste opnam. Ten slotte willen we er nog aan herinneren, dat de kalender met zijn vele fraaie afbeeldingen en rijken tekst vol verscheidenheid, zich uitmuntend leent tot Sint-Niklaas- en Kerstgeschenk. | |
Verwelkoming van den Zuid-Afrikaanschen gezant.Toen Zijne Excellentie D.J. de Villiers in het begin van October in 's-Gravenhage aankwam, om zijn gewichtigen gezantschapspost der Unie van Zuid-Afrika te aanvaarden, heeft het Hoofdbestuur van het A.N.V. hem ter verwelkoming een bloemstuk toegezonden. De heer De Villiers heeft daarvoor in een hartelijken brief dank betuigd en deze hulde aanvaard als een bewijs van de goede verstandhouding tusschen Nederland en Zuid-Afrika, tot welker handhaving hij het zijne hoopt bij te dragen. Den 25sten October hebben de algemeene voorzitter en de algemeene secretaris namens het hoofdbestuur hun opwachting bij den gezant gemaakt. De komst van dezen gezant heeft het aantal Nederlandsch sprekende gezanten bij het Nederlandsche Hof op drie gebracht, immers de Belgische gezant kent ook Nederlandsch evenals de nieuw benoemde gezant van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, de heer G.J. Diekema. En dan zijn er nog die beweren, dat het Nederlandsche taalgebied zich tegenwoordig eigenlijk tot Nederland bepaalt! | |
Tiende Koloniale Vacantieleergang voor aardrijkskundigen.Deze reeds vroeger in Neerlandia aangekondigde leergang zal worden gehouden op 27 en 28 December a.s., te Amsterdam, in de groote gehoorzaal van het Koloniaal Instituut, Mauritskade. Prof. Dr. H.A. Brouwer, hoogleeraar te Amsterdam, zal spreken over een nader aan te kondigen geografisch-geologisch onderwerp betreffende Ned.-Indië; Prof. Dr. C.C. Berg, hoogleeraar te Leiden, over Inlandsche letterkunde, voorheen en thans; Mr. F.D.E. van Ossenbruggen, oud-president van het Hooggerechtshof van Ned.-Indië, te 's-Gravenhage over Verwantschaps- en huwelijksvormen in den Indischen Archipel. Op den avond van den eersten dag zal een rolprent betreffende de tabakscultuur in Ned.-Indië worden vertoond. De deelneming is opengesteld voor leeraren in de aardrijkskunde aan inrichtingen voor voorbereidend hooger onderwijs, voor middelbaar onderwijs en tot opleiding van onderwijzers(-essen), benevens voor studenten in de aardrijkskunde en aanverwante vakken van wetenschap. Van de deelnemers zal een bijdrage van f 3.- geheven worden. Inlichtingen verstrekt de secretaris-penningmeester der Commissie van Voorbereiding, Dr. H.H. Zeijlstra Fzn., Singel 1, Deventer, bij wien men zich vóór 1 December a.s. door storting van bovengenoemde bijdrage op zijn postrekening, No. 66084, als deelnemer kan opgeven. | |
‘Nederland in den Vreemde’.Uit het jongste ‘Bericht aan de Leden’ van bovengenoemde vereeniging zien wij met ingenomenheid, dat het bestuurde onjuistheden heeft rechtgezet, die over Nederland werden verkondigd in een aardrijkskundig schoolboek, in Zuid-Afrika veel gebruikt (er is in 1926 een tweede druk van verschenen). In de Nederlandsche dagbladpers is daarop reeds aandacht gevestigd. Men kan dus weten, dat o.a. werd beweerd, dat Nederland ‘arm is aan fabrieken, omdat delfstoffen bijna heelemaal ontbreken’ en dat dit de voornaamste reden zou zijn, waarom Nederland ‘teenswoordig bij andere Europese landen begin achterraak’. Verder: dat het bestuur opkwam tegen niet minder groote malligheden in een ander leerboekje, waarin het voorgesteld werd, alsof de handel op onze Oost nog in handen zou zijn van de Oostindische Compagnie en dat haar schepen op uit- en thuisreis Kaapstad aandoen! Het bestuur heeft alle hun toegezonden uitgaven van dezen aard van uitvoerige aanteekeningen voorzien, aan de betrokken uitgeversfirma teruggezonden, zoodat men hopen mag, dat in den nieuwen druk de onjuistheden betreffende Nederland niet meer zullen voorkomen. Het onderzoek der vereeniging van hetgeen in het buitenland gebruikte schoolboeken over Nederland en zijn overzeesche gewesten bevatten, blijft vele fouten aan het licht brengen en kan dus zeer nuttig werken. Onder ‘Films en lantaarnplaatjes’ wordt de groote bijval vermeld, behaald met de rolprent over Nederlandsch-Indië bij een vertooning voor de Belgische koninklijke familie en haar gasten. Er komt een nieuwe rolprent over Nederland. Talrijke voordrachten werden weder in het buitenland gehouden, o.a. over de Zuiderzee en Nederlandsch-Indië. Een Nederlandsch-Rumeensche vereeniging werd gesticht. In alle richtingen spreidde deze onmisbaar geworden vereeniging aldus haar bedrijvigheid uit. | |
[pagina 180]
| |
Volksuniversiteit te 's-Gravenhage.Men verzoekt ons de aandacht te vestigen op den leergang van Dr. F.W. Stapel, over Jan Pietersz Coen, welke op Donderdag 14 November a.s. des avonds 8 uur zal worden gegeven en daarna de vier volgende Donderdagen in het Stedelijk Gymnasium, Laan van Meerdervoort 57. Het lesgeld bedraagt voor leden der V.U. voor de 5 lezingen f 2.75. f 2.- of f 1.25 naar keuze. |
|