Cornelius van Kiel.
In Le Lion de Flandre herdenkt mr. dr. J.E. Vandendriessche den medewerker van Plantijn. Cornelius van Kiel (1529-1607), die op 23 Juni vóór 400 jaren geboren werd in het stadje Duffel tusschen Mechelen en Lier. Zijn werk voor de kennis der Nederlandsche taal verdient grootere bekendheid. Max Rooses noemt hem den ‘vader der Nederlandsche taalstudie’; een onschatbaren dienst aan die studie bewees hij door de samenstelling van zijn Nederlandsch-Latijnsch woordenboek ‘Etymologecum teutonicae linguae sive Dictionarium teutonico latinum’, dat door Plantijn te Antwerpen gedrukt werd. Voorts vertaalde Van Kiel de geschiedenis van Lodewijk XI en Karel van Bourgondië van Philippe de Commines in het Nederlandsch.
‘Van Kiel was een groot werker en een groot geleerde’, zegt schr., ‘die zeer veel gedaan heeft, om vorm te geven aan de