Neerlandia. Jaargang 33
(1929)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 63]
| |
Boekbespreking.Nederlandsche Letterkunde.Wij ontvingen uit Hongarije een letterkundigen almanak, A Literatura Almanachija (Budapest, Lantos, R.T. Kiadasa), waarin ook een hoofdstuk over de Nederlandsche letterkunde voorkomt met portretten van Multatuli en Louis Couperus. De bewerkster heeft het zich te gemakkelijk gemaakt door inplaats van bij Henrick van Veldeke, te beginnen bij Erasmus, die ‘de Nederlandsche Voltaire’ wordt genoemd. Over vele belangrijke verschijnselen loopt zij al te luchtig heen. Vele hoofdpersonen van verschillende tijdperken worden evenwel behoorlijk herdacht en ondanks veel onvolledigs in dit overzicht doet het ons toch genoegen, dat in een internationaal boekje als dit de zeer belangrijke Nederlandsche letterkunde, wegens haar vele moeilijkheden zoo slecht in den vreemde bekend, ditmaal eens niet over het hoofd is gezien. | |
Nederlandsche Wetenschap.Het achtste deel der Mededeelingen van het Ned. Hist. Instituut te Rome (1927-1928) is onlangs verschenen. Belangrijk in het verslag van den directeur, dr. Hoogewerff, is hetgeen hij vermeldt over het grootsche plan, om te Rome voor het ‘Akademisch Instituut’ een eigen gebouw te stichten, waarin, behalve voor die instelling zelf, plaats zal zijn voor werkplaatsen en slaapvertrekken van Nederlandsche kunstenaars en studeerenden. Een commissie onder leiding van den heer E. Heldring te Amsterdam heeft de daarvoor noodige geldsom op een paar duizend gulden na bijeengebracht. Indien de gemeente Rome een geschikt terrein beschikbaar stelt, zal de eerste steen misschien gelegd kunnen worden op 25 Mei bij de herdenking van het 25-jarig bestaan van dat Instituut. De Nederlandsche geleerde samenleving te Rome is, naar aldus blijkt, geen stilstaand water, maar een bron, die naar verschillende kanten heen bevruchtend werkt. Het verheugt ons, dat ook het Algemeen Ned. Verbond in het afgeloopen jaar aan dit Nederlandsche belang heeft mogen medewerken, hetgeen in het jaarverslag van den directeur dankbaar wordt erkend. |
|