Rotterdam.
Het bestuur dezer afdeeling heeft besloten tot de instelling van een commissie, welke zal hebben toe te zien op het gebruik der Nederlandsche taal en door overreding en andere bescheiden middelen de zuiverheid van dat taalgebruik zaJ hebben te bevorderen.
Tot leden dier commissie zijn gekozen: Mr. C. Beekenkamp, Pastoor F. van Beukering, Mr. A. Fontein, Mej. A. Kuyper, Mr. Ch. Petit, allen te Rotterdam.
Aan het laatstgenoemde lid is opgedragen de werkzaam heden der commissie te leiden, de vergaderingen bijeen te roepen, enz.
Aan de commissie is toegevoegd, niet als lid doch als taalkundig raadsman, Dr. R. Jacobsen te Rotterdam.
De leden der commissie zullen onder elkander begrenzen het gebied, waarop ieder van hen zal hebben toe te zien. Ieder Zal b.v. een dagblad en het een of ander tijdschrift voor zijn rekening nemen en tevens hetzij een wijk, hetzij een bepaalden tak van handel of bedrijf, welker reclame zijn bijzondere aandacht moet hebben. De commissie komt b.v. maandelijks bijeen en pleegt dan omtrent de bevindingen onderling alsook met Dr. Jacobsen als raadsman overleg. Indien de commissie in overleg met Dr. Jacobsen besluit naar aanleiding dier bevindingen eenigen stap te doen, zal het bestuur der afdeeling dat besluit uitvoeren.
Deze Afdeeling volgt het voorbeeld van Arnhem, Brielle, Leiden, Maastricht en Vlissingen, om door middel van winkeluitstallingen propaganda voor het A.N.V. te maken.
Het Bestuur kreeg toezegging van bereidwilligheid van de volgende boekhandelaren: Amesz, Boerknip, Bredée, Schoemakers, Voorhoeve en Dietrich en den Westerboekhandel.
De eerste winkeluitstalling werd de vorige maand gehouden in de Oostmolenstraat (Bredée).
23 Januari trad voor de Afdeeling dr. N. Japikse met een rede over de Unie van Utrecht op.