Nederland.
Afd. Amsterdam 30 jaar.
Zaterdag 15 December heeft deze Afdeeling haar 30-jarig bestaan op waardige wijze herdacht.
De plechtigheid begon 's middags met een bijeenkomst van leden en genoodigden in de aula der Gemeente-Universiteit, welke geopend werd door den voorzitter, den heer J. Ed. Gerzon.
Hij verwelkomde o.m. den eerevoorzitter van ons Verbond, Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, die met zijn echtgenoote het winterweer getrotseerd had; den rector-magnificus, prof. dr. Meyer; den wethouder van onderwijs, Th. M. Ketelaar e.a. Er waren ook afgevaardigden van het groeps- en afdelingsbesturen.
De heer Gerzon liet uitkomen, dat herdenkingsdagen als deze een uitstekend middel zijn, om de aandacht van het publiek op den nuttigen arbeid van het A.N.V. te vestigen. Met voldoening stelde spr. vast, dat de Afdeeling de laatste jaren sterk in ledental is toegenomen (thans 750), maar verheelde zijn naijver niet op de Afd. 's-Gravenhage, die bijna 1200 leden telt en hij riep de Amsterdammers op ook in dit opzicht zich de hoofdstad des rijks te toonen, omdat ieder goed Nederlander lid van het A.N.V. behoort te zijn. Zijn rede, waarin hij overleden voorvechters als prof. Te Winkel en den penningmeester S. van Lier herdacht en ook de verdiensten van den afgetreden voorzitter dr. C.P. Burger, was doordrenkt van nationaal gevoel en vormde een uitstekende inleiding tot de feestviering.
Na hem sprak de algemeene voorzitter, de heer De Kanter over de geschiedenis en beteekenis van het A.N.V. en hield een soort wapenschouwing over den taalstrijd in de verschillende gebieden van onzen stam, waarbij hij deed uitkomen, dat het Verbond, hoe groot ook zijn belangstelling en cultureele werking moge en kunne zijn, zich daarbij van politieke inmenging behoort te onthouden.
Over het taalonderwijs in eigen land en de weigering der regeering, om door althans eenige vereenvoudiging in de spelling het gemakkelijke aanleeren onzer taal te bevorderen, was de heer De Kanter minder goed te spreken.
Ook deze rede legde den nadruk op de nationale gedachte, de nationale gevoelens en de nationale volkskracht.
De derde spreker, prof. dr. J.W. Muller, behandelde een meer wetenschappelijk onderwerp, n.l. het ‘Ontstaan van het begrip en den naam ‘Nederland’, dat zich uit den aard der zaak minder leent voor een verslag in Neerlandia met zijn beperkte ruimte.
Alle sprekers werden toegejuicht en hun voordrachten afgewisseld met het zingen van nationale liederen door de gemengde zangvereeniging ‘Ons Lied’ van de Vrijwillige Burgerwacht. Het was een gelukkige gedachte, dat ook enkele gewestliederen (Limburg, mijn vaderland; Grönnens Laid en 't Frysk Folksliet) werden aangeheven.
De feestdag werd besloten met een maaltijd, waarbij o.m. aanzat Burgemeester De Vlugt, die tot eerevoorzitter der Afdeeling Amsterdam werd benoemd. In welgekozen bewoordingen kweet de heer Gerzon, de ziel der herdenking, zich van die taak met overreiking van een oorkonde.
Moge de Afd. Amsterdam haar zoo kloek begonnen opmarsch naar de spits met nimmer falende geestkracht voortzetten.