Kantteekeningen
De Strijd tegen de Wildernis.
Bij de behandeling der Surinaamsche begrooting in de Tweede Kamer is weinig opwekkends gehoord. Het Rijk moet weer 2.9 millioen gulden bijpassen en de minister heeft verklaard, dat hij vooreerst geen betere dagen voor Suriname verwacht.
Erger dan de staat der kolonie is de staat der gemoederen. Er werd gesproken van een besluitelooze, veranderlijke politiek. Mr. Treubs Westindische Ondernemingsraad, die een opleving van den ondernemingszin beloofde, heeft tot dusver het veld vrijgelaten aan Amerikanen en Duitschers. Thans is de hoop gevestigd op het Suriname-studiesyndicaat. Prachtig! maar het blijve niet alleen studeeren! Het verwijt van te weinig doorzettingsvermogen klonk schril in 's lands vergaderzaal. Er komt telkens wat nieuws (waarbij men vaak verbaasd staat, dat het er niet al lang was) zooals ‘nu spoedig’ een landbouwconsulent en na eenigen tijd hoort men er niets méér van. De wildernis groeit dan weer over de plantage.
Ook de Bovenwindsche eilanden, in 't bijzonder St. Eustatius, kwamen even ter tafel.
De ongunstige toestand dier eilanden is langen tijd oorzaak geweest van de tekorten op de begrooting van Curaçao. Men heeft getracht de zoutindustrie van St. Maarten te doen herleven, maar zonder het gewenschte gevolg. Wat St. Eustatius betreft zou het de moeite waard zijn te onderzoeken, of er geen herstel mogelijk is voor dit verwaarloosde en verlaten eiland, dat de Hollandsche ondernemingsgeest in de zeventiende eeuw tot stapelplaats maakte van heel West-Indië, en dat in de 18de eeuw wegens zijn rijkdom ‘de gouden rots’ genoemd werd. Door zijn slecht beraden vrijheidszin heeft het volk van St. Eustatius zich tweemalen een groote ramp op den hals gehaald en zelfs Nederland in oorlog met Engeland gewikkeld. Wellicht is er meer van te maken dan een strafkolonie (zooals, naar men weet, indertijd werd voorgesteld) dank zij zijn gezond luchtgestel en centrale ligging.