Vlaanderen.
Noto Soeroto in Vlaanderen.
Uitgezonden door het Hoofdbestuur van ons Verbond is Raden Mas Noto Soeroto in de week van 4 tot 10 November, met grooten bijval, in verschillende steden van het Vlaamsche land opgetreden. Dit was o.m. het geval te Oostende, Aalst, Ieperen, Brussel en Antwerpen. In deze laatste drie steden sprak hij voor de plaatselijke afdeelingen van het A.N.V. en viel hem een zeer hartelijk onthaal ten deel. Te Brussel behandelde hij het onderwerp: ‘Het Javaansche volk en het rassenvraagstuk in Indië’. Onder zijn gehoor bevonden zich o.m. de letterkundigen F.V. Toussaint van Boelare, Urbain van de Voorde, Dr. W. van Eeghem, Julien Kuypers, Karel Leroux, Theo Bogaerts, R. Herreman, de advokaten Mr. H. Borginon, Van Dieren en Hoornaert, Dr. Van der Ghinst, Dr. Borgerhoff, de musicus Pelemans, schoolinspecteur Dr. Verheyden, enz. De spreker werd ingeleid door den afdeelings-voorzitter, die op den letterkundigen arbeid van den Indonesischen dichter en op zijn streven naar elkaar begrijpende en waardeerende vriendschap tusschen Indonesië en Nederland wees, een streven, waarbij Noto Soeroto nimmer de vraag stelt: ‘Wat zou Nederland zijn zonder Indië’? zonder er onmiddellijk op te laten volgen: ‘Maar wat zou Indië zijn zonder Nederland?’
Daverende toejuichingen volgden op het einde der lezing. Van de gelegenheid tot het stellen van vragen maakte een der aanwezige leden gebruik, om iets naders te vernemen omtrent de toekomst van de Nederlandsche taal in Indonesië. Raden Mas Noto Soeroto antwoordde dat, naar zijn meening, wat ook het politieke statuut van Indonesië in de toekomst moge zijn, het Nederlandsch er ongetwijfeld een belangrijke rol zal blijven spelen als middel van verbinding met de Europeesche beschaving. Deze rol kan ongeveer vergeleken worden met de beteekenis van het Latijn, in West-Europa, tijdens de Middeleeuwen.
Na afloop der lezing was er een kleine ontvangst en een samenzijn in de Vlaamsche Club, waar Noord-Nederlanders en Vlamingen nog een paar uren gezellig bij elkaar bleven en Noto Soeroto door Dr. Van der Ghinst, ondervoorzitter van de Club, mede uit naam van prof. A. Vermeylen, die verhinderd was, werd toegesproken.