Verwaarloosd Nederlandsch gebied.
Den laatsten tijd bereikten ons verschillende klachten over den ellendigen toestand, waarin de Bovenwindsche eilanden verkeeren, tengevolge der aanhoudende droogte.
Zoo schreef een belangstellend lid te Philipsburg over St. Maarten (St. Martin), dat voor de helft aan Nederland behoort:
‘Al sinds maanden valt er geen regen van eenig belang en ziet alles er uit als in een woestijn. De dieren vallen dood neer door gebrek aan gras en water. Sommige kleine luiden hebben met hun beesten hun alles verloren. De toestand is hier meer dan treurig. Melk sinds tijden niet verkrijgbaar. Vleesch, je durft het niet te eten, daar ze kalm doodgevallen dieren slachten en dit halfbedorven vleesch verkoopen. Visch, zoo goed als niet verkrijgbaar, daar alle krachtige mannen wegtrekken naar Curaçao, waar zij een beter bestaan kunnen vinden. Groenten, sinds maanden niet geproefd. Eieren, de weinige, die er zijn, worden naar Curaçao gezonden, waar zij hoogere prijzen halen. Een zak houtskool, de brandstof hier, die een jaar of vijf geleden f 1. - was, wordt nu niet geleverd beneden de f 2.50.
De bloedarmoede, toch al de schrik van deze eilanden, neemt onrustbarend toe; zelfs wij, Hollanders, krachtig, gezond ras, voelen ons slap en futloos worden door gebrek aan staalhoudend voedsel.
Er heeft dan ook een groote uittocht plaats naar Curaçao en Aruba en ik ben de eenige niet, die den toestand van deze eilanden donker inziet. Als het zoo doorgaat, is St. Martin binnen één, hoogstens twee jaar, leeggeloopen. Curaçao bemoeit zich niet met deze ‘nesten van eilanden’.
Tot zoover de berichten over den gezondheidstoestand en de levensvoorwaarden der bevolking.
Het onderwijs laat eveneens te wenschen. Op Saba b.v. zijn blanke ouders gedwongen hun kinderen elders te laten opvoeden, omdat er geen gelegenheid is voortgezet onderwijs te genieten.