Vlaanderen.
De negende Vlaamsche IJzerbedevaart.
De jaarlijksche Vlaamsche bedevaart naar de graven aan de IJzer, ditmaal op 19 Augustus gehouden, overtrof, dank zij de krachtige werking van het comiteit en vooral van zijn voorzitter en secretaris prof. dr. F. Daels en Cl. De Landtsheer, alle betoogingen der vorige jaren. Het weder, dat tegen de gewoonte in, buitengewoon schitterend was, droeg ongetwijfeld ook wel eenigszins het zijne bij, om van deze negende bedevaart de grootste en indrukwekkendste betooging van Vlaamsche saamhoorigheid en Vlaamsch volksbewustzijn te maken, welke ooit in dit land werd gezien.
Bij het overschrijden van de brug, over den IJzer, door den reusachtigen stoet, waarin treurmarschen werden gespeeld en honderden Vlaamsche leeuwenvaandels medegedragen, (ook aan de meeste huizen van het wederopgebouwde stadje Diksmuiden wapperde de Vlaamsche geel-zwarte leeuwenvlag) telde men niet minder dan 91.000 deelnemers, terwijl van negen uur 's ochtends af reeds duizenden bedevaarders zich in den omtrek van het in aanbouw
De Groote Markt te Diksmuiden tijdens de H. Mis ter gelegenheid van den 9den Vlaamsche IJzerbedevaart.
zijnde gedenkteeken van Heldenhulde, dat 52 meter hoog moet worden, hadden opgesteld. Gerust mag dan ook het aantal bedevaarders, welke dit jaar, na de openluchtmis op de Groote Markt, naar het woord van prof. Daels, dr. de Pillecijn, sprekend voor de Vlaamsche Oud-Strijders, pater Hilarion Thans en den heer Van Reede van Oudtshoorn, uit Rotterdam, Zuidafrikaansch afgevaardigde van het Dietsch Studentenverbond, kwamen luisteren, op 100.000 worden geraamd.
De Vlamingen hadden zelf voor hun ordedienst gezorgd - op verzoek van de inrichters bleven de gendarmen den heelen dag door opgeborgen in het stadhuis - en bij de bug stond alleen, met der Vlaamsche turners en padvinders, de veldwachter van het dorp Kaaskerke, op welks grondgebied het monument wordt gebouwd. Het Vlaamsche Kruis had verscheidene hulpposten ingericht, maar alles verliep ordelijk en enkel eenige vrouwen die, in de menschenzee welke het IJzerveld, nabij het gedenkteeken, vulde, ten gevolge van de warmte onwel werden, moesten worden geholpen.
In den stoet bemerkte men, achter het bedevaart-comiteit, een afvaardiging met vlag van de Jongeliedenafdeeling 's-Gravenhage van het A.N.V., ir. Van Soest, mede-afgevaardigde van het Dietsche Studentenverbond en groepjes studenten uit Leiden en Utrecht, terwijl verder verscheidene Noordnederlandsche belangstellenden waren gekomen, om van dit onvergetelijke en hartverheffende schouwspel te genieten.
Onder de vele bloemengarven en kransen, bij het gedenkteeken neergelegd, was ook een krans met, op het oranje-blanje-bleulint, het opschrift: ‘Aen Vlaenderen se helde - Van Suid-Afrika’. In dit verband verdient ook te worden gewezen op het feit, dat de in het Afrikaansch gehouden rede van den heer Van Oudtshoorn, die zijn ‘gedagte enige jare liet teruggaan tot die vrouwemonument in Bloemfontein onthul ter herinnering aan die 26.000 vroue en kinders, wat omgekom het in die konsentrasiekampe gedurende die oorlog tusse die Suid-