Afrikaansch blijven.
Onlangs vertelden wij als een sterk staaltje van de stamvastheid der Zuidafrikaansche Boeren in Argentinië, dat zij veelal niet bekend waren met den naam van den President der Argentijnsche Republiek, maar wel eer dan honderden in Zuid-Afrika zelf, wisten, hoe de nieuwe Z.A.-vlag er uit zou zien. ‘Ons Weekblad’ (Buenos Aires) meent dat wij dit ‘met ingenomenheid’ vertelden en acht die ingenomenheid misplaatst.
Nu, ingenomen met onwetendheid kan niemand zijn; onze ingenomenheid betrof uitsluitend de sterke gehechtheid der Zuid-Afrikaners aan hun land van oorsprong. De onmiddellijke omgeving, ambtelijke plichten en vele andere omstandigheden zijn een voortdurende bedreiging van deze getrouwheid voor allen, die zich in den vreemde vestigen. Daarop wees bijv. de advokaat mr. E.H. Louw, Z.-A. handelscommissaris in de Ver. Staten, toen hij en zijn echtgenoote op den Z. Afr. Uniedag alle Afrikaners uit New York en omstreken te gast ontvingen. ‘In die vreemde loop Afrikaners die gevaar om van hul vaderland afvallig te word’ zei spr.
De briefschrijver van Die Burger, die dit vertelt, schrijft, dat bij die gelegenheid ‘Afrikaners uit alle gewesten van die groot stad en omgewing soos springbokke om 'n kuil water in 'n vlakte in die skaduwe van die Washingtonplein se Boog hulle verskijning gemaak’ hebben. Dat was een heel gelukkige logenstraffing van de vrees van den heer Louw. Het is een bewijs van karakter, dat men in den vreemde zichzelf blijft.