| |
| |
| |
| |
[Nummer 6]
Jaarverslag van het hoofdbestuur over 1927.
Reeds 30 jaren zijn verloopen sedert 1 Mei 1898 te Antwerpen het A.N.V. werd opgericht en al is dat in het vereenigingsleven niet zulk een hooge leeftijd, 't is toch wel een feit om er bij het uitbrengen van dit jaarverslag even bij stil te staan.
Wanneer de in den aanvang over heel ons taal- en stamgebied zoo geestdriftig ontvangen beweging zich gestadig had kunnen ontwikkelen en uitbreiden, zouden reeds meer doeleinden bereikt zijn, onze gelederen zouden sterker, onze macht zou grooter zijn. Maar ingrijpende wereldgebeurtenissen zijn ons ongunstig geweest, en de beginselen, waarvoor het A.N.V. strijdt, hebben het vaak hard te verantwoorden.
Toch, wie niet uitsluitend op de getalsterkte let, zal den invloed van het A.N.V. niet gering schatten. Ook in het afgeloopen jaar is herhaaldelijk gebleken, dat het een eervolle plaats inneemt onder de vereenigingen van algemeen nut en openbaar belang, die geacht worden een sociale taak te hebben, al zijn de werkelijke strijders voor de stambelangen maar een handje vol in vergelijking met het zielental der Dietsche volken. Bovendien zijn er lichamen, wier streven evenwijdig met het onze loopt, als medestrijders aan te merken. Wij denken hier o.m. aan het Dietsch Studenten-Verbond; aan vereenigingen als de Dietsche Bond, Oost en West, Ned. Zuid-Afrikaansche Vereeniging en Nederlandsch Fabrikaat en zoovele andere, die ieder op haar gebied 't zij rechtstreeks of middellijk arbeiden aan de verhooging der zedelijke, geestelijke en stoffelijke kracht van den Nederlandschen stam. De goede verstandhouding tusschen al deze bewijst, dat het stambewustzijn grooter is dan men, elke vereeniging afzonderlijk beoordeelend, wel zou meenen.
Toen onze grijze eerevoorzitter, Dr. Kiewiet de Jonge, 29 September zijn 80-sten verjaardag vierde, kon het Hoofdbestuur met gerustheid en voldoening zijn opwachting bij hem gaan maken en hem uit volle overtuiging den gouden eerepenning aanbieden als bewijs van groote waardeering niet alleen voor zijn blijvend Grootnederlandsch werk, in het A.N.V. neergelegd, maar ook met de verzekering, dat het Verbond nog springlevend is, hetgeen ook de van heinde en ver toegestroomde gelukwenschen en huldewoorden aantoonden.
Dit jaar deden zich trouwens meer gelegenheden voor, waarbij het Hoofdbestuur meende den eerepenning te moeten uitreiken aan personen, die zich bizonder verdienstelijk maakten voor den Nederlandschen stam; een zilveren penning ontvingen de Luchtvaartafdeeling van het Ned. Leger, Dr. W. van Everdingen, directeur der Boekencommissie, die deze betrekking 25 jaren met eere heeft vervuld, en Dr. M.A. van Weel, voorzitter der Taalwacht wegens zijn groote verdiensten voor taalzuivering.
Aan verschillende instellingen verleende het Hoofdbestuur in 1927 wederom geldelijken steun, o.m. aan den Dietsch Academischen Leergang (hervatting der door 't A.N.V. gestichte Vacantieleergangen), het Grootnederlandsch Studentencongres, de Zuid-afrikaansche Studentendagen, het Nederlandsch Historisch Instituut te Rome, den Nederlandschen Leerstoel te Londen, de Saamwerk Unie in Zuid-Afrika, de Nederlandsche gemeente te Roodebeke, Vlaamsch gezinde tijdschriften in Fransch Vlaanderen, Ons Weekblad in Buenos Aires.
Bij de Regeering drong het Hoofdbestuur niet te vergeefs aan op steun voor het Nederlandsch onderwijs in de Nederlandsche nederzetting te Carambehy (Brazilië). Voor het herstel der 175 jaar oude Ned. Herv. Kerk te Gale (Ceilon) wist het de noodige som bijeen te brengen, evenals voor verwezenlijking van het denkbeeld om aan de vijf lichtschepen op de Nederlandsche kust (Noord-Hinder, Schouwenbank, Maas, Haaks en Terschellingerbank) een radioinrichting ten geschenke te geven. Het roept ook het goede werk onzer Radiocommissie, onder leiding van Jhr. mr. Von Weiler, in herinnering, al zag deze haar aan den Minister van Waterstaat voorgelegd plan voor instelling van een Nationalen Radio-Omroep, waarvan ZExc. toonde een warm voorstander te zijn, niet verwezenlijkt.
Ook denken we aan de radiorede van Kolonel Oudendijk over de beteekenis van ons Verbond.
In een brief aan den Minister van Buitenlandsche
| |
| |
Zaken pleitte het Hoofdbestuur voor de instandhouding van het Holland-Instituut te Frankfort, en in een adres aan den Minister van Financiën tegen het ontwerp eener belasting voor Nederlanders in den vreemde, welke velen eerst recht van het vaderland zou hebben vervreemd. Gelukkig werd het ontwerp, althans in hoofdzaak, geen wet.
Voorts zond het Hoofdbestuur aan de Regeering adressen in zake de Nederlandsch-Belgische intellectueele overeenkomst, het Nederlandsch in de ambtelijke briefwisseling met taalverwante staten, en overeenstemming van het briefport tusschen de Nederlandsche gebiedsdeelen onderling.
Een poging om de Landverhuizing te centraliseeren, waarvoor zich het lid van het Hoofdbestuur Mr. Dr. P.H.W.G. van den Helm beschikbaar had gesteld, strandde op de afwijzende houding van de bestaande instellingen.
De door het Hoofdbestuur ingestelde Streektalencommissie ving haar werkzaamheden aan, stelde haar werkplan vast en houdt zich met de uitvoering ervan bezig.
Met het taalgebied in Fransch-Vlaanderen, waarheen de heer Van Wickevoort Crommelin, ook voor het A.N.V. een studiereis ondernam, werd nauw voeling gehouden. 't Behoeft wel geen betoog, dat hier zuiver cultuurbelang in het spel is. Dat geldt ook voor de sprekers van beteekenis, die ons Comité voor Lezingen in Vlaanderen naar Zuidnederlandsche steden zendt om Nederlandsche wetenschap en kunst aan de begeerigen te brengen, en van een Stamavond als het Hoofdbestuur in October te Brussel in het Holland Huis belegde, waar Nederlandsche kunst en Nederlandsche cultuur schering en inslag waren en die mede als voorbereiding dienden tot herstel der Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen, welke als wapenschouwing van onze geestelijke weerbaarheid in 1929, naar wij hopen, weer zullen herleven. Het Hoofdbestuur stelde de Bestendige Commisse opnieuw samen; zij bestaat thans uit 7 Noord- en 7 Zuidnederlanders en heeft tot doel de aansluiting der opeenvolgende congressen te bevorderen in overleg met de Congresbesturen, die telkens slechts voor één Congres worden benoemd ter plaatse, waar het gehouden wordt.
| |
Hoofdbestuur.
Het Hoofdbestuur onderging in het afgeloopen jaar feitelijk geen verandering. Wel ontviel ons door den dood de vertegenwoordiger voor Zuid-Afrika, de jonge student B. Roode, maar deze was nog niet geïnstalleerd. Zijn plaats werd ingenomen door den heer W.P. van Reede van Oudtshoorn.
Het Hoofdbestuur bestaat thans uit: dr. H.J. Kiewiet de Jonge, Hilversum, eerevoorzitter; dr. J.Th. de Visser, 's-Gravenhage, eerelid; P.J. de Kanter, 's-Gravenhage, voorzitter; mr. B. de Gaay Fortman, Amsterdam, secretaris-penningmeester; mr. K.M. Phaff, 's-Hertogenbosch; dr. H.W.E. Moller, Tilburg; kolonel K.E. Oudendijk, 's-Gravenhage; prof. dr. A.A. van Schelven, Haarlem; allen zitting hebbende voor Groep Nederland; J.E. Bijlo, Rijswijk; J.S.C. Kasteleijn, 's-Gravenhage; Th. G.G. Valette, 's-Gravenhage, allen zitting hebbende voor Groep Ned. Indië; mr. dr. P.H.W.G. van den Helm, Zeist; Jhr. mr. J.L.W.C. von Weiler, 's-Gravenhage, ondervoorzitter; beiden zitting hebbende voor Groep Suriname; dr. H. Ferguson, 's-Gravenhage; O.L. Helfrich, Voorburg; beiden zitting hebbende voor Groep Ned. Antillen; M.J. Liesenborghs, Vilvoorde; Marc. Stijns, Schaarbeek; Omer Wattez, Schaarbeek, prof. M. Lauwerys, Antwerpen; allen zitting hebbende voor Groep Vlaanderen; en de raadgevende leden S.G.L.F. Baron van Fridagh, Schoorl (voor Noord-Amerika), W.P. van Reede van Oudtshoorn; Rotterdam (voor Zuid-Afrika), L.L.W. van Soest, Delft (voor het Dietsch Studenten-Verbond) en Jhr. E.J.M. Wittert, 's-Gravenhage (voor den Nederlandschen Bond in Duitschland).
Het Hoofdbestuur vergaderde vijf maal; het Dag. Bestuur bijna elke week.
De voornaamste werkzaamheden werden in de inleiding reeds grootendeels geschetst en komen verder uit in de behandeling der volgende hoofdstukken.
Het Hoofdbestuur is nog altijd demissionair, ten gevolge van de vaststelling der nieuwe Verbondswet in 1925. De samenstelling van het nieuwe Hoofdbestuur wacht op het nieuwe Reglement van Groep Nederlandsch-Indië. Een en ander vloeit voort uit de overgangsbepalingen der Verbondswet.
| |
Groep Nederland.
Deze Groep is steeds met voorliefde de hoofdstam van het Verbond genoemd tegenover de in getalsterkte zooveel mindere andere vertakkingen. Maar al telde zij op 31 December 1927 5711 leden, hetgeen een vooruitgang in dat jaar van ruim 200 beteekent, zij ontwikkelt geen evenredige kracht. Het bestuur klaagt over gebrek aan belangstelling en werkzaamheid bij de meeste Afdeelingen, de goede niet te na gesproken. De Afdeeling 's-Gravenhage staat met haar ongeveer 1200 leden aan de spits en houdt niet alleen door haar Dietsche Kunstavonden de geestdrift wakker, maar wist ook door bijeenkomsten ter bevordering van het vliegwezen of door tentoonstellingen als die op reclamegebied te Scheveningen, de aandacht der buitenwereld naar het A.N.V. te dwingen.
Mr. Herckenrath legde wegens zijn vertrek naar Indië het secretaris-penningmeesterschap neer, en werd tijdelijk vervangen door den heer Pattist, tot, eerst in het najaar, als secretaris Mr. W.J.L. van Es te 's-Gravenhage en als penningmeester de heer F.J.M. Tonino te Haarlem, optrad. Het nieuwe Dag. Bestuur der Groep kreeg welwillend de beschikking over een ‘Schrijfkamer’ in het gebouw der Vrijwillige Burgerwacht te Amsterdam (Singel 548), terwijl ons Hoofdkantoor allerlei diensten voor de Groep verricht, krachtens een vroegere overeenkomst, steunend op het beginsel, dat zooveel mogelijk centralisatie in een zoo groote vereeniging een eisch voor eendrachtige, zuinige en praktische werkzaamheid is. Het Groepsbestuur is met de beste voornemens bezield om de Groep tot grooter ontwikkeling te brengen, overtuigd dat de bloei van het Verbond voor een groot deel van Groep Nederland afhangt.
Het Groepsbestuur hield zich, behalve met plannen voor uitbreiding van het aantal afdeelingen en verhooging der werkzaamheid van de bestaande afdeelingen, bezig met bevordering van het meer aanleeren van onze volksliederen op de lagere scholen. Het richtte zich tot de Regeering met een protest in zake het voorgevallene op den Begroetingsdag te Breda, en met een verzoek voor Nederlandsche naamgevingen bij de Zuiderzee-droogmaking. Het richtte mede de vereeniging ‘Menno van Coehoorn’
| |
| |
op, die zich ten doel stelt oude vestingwerken in Nederland als gedenkteekenen te behouden.
De Groep telt 34 afdeelingen, gevestigd te: Alkmaar, Amersfoort, Amsterdam, Arnhem, Breda, Delft, Deventer, Doesburg, Dordrecht, Gooi, Gouda, 's-Gravenhage, 's-Gravenhage (Jongel.), Groningen, Haarlem, Harderwijk, 's-Hertogenbosch, Hoorn, Kampen, Leeuwarden, Leiden, Maastricht, Middelburg, Rotterdam, Schiedam, Utrecht, Vlissingen, Voorne en Putten, Wageningen, West-Zeeuwsch Vlaanderen, Woerden, Zaanstreek, Zutphen en Zwolle.
| |
Vlaanderen.
Een overschouwing van het Vlaamsch gebied, dat thans bij het A.N.V. is aangesloten, toont verheugend, dat Groep Vlaanderen zich langzamerhand weer uitbreidt en tot de vroegere getalsterkte wil uitgroeien.
Dat dankt het aan ijverige jongeren, die de ledige plaatsen der ouden hebben ingenomen. Van deze laatsten mogen hier herdacht worden de heeren A.C. van der Cruyssen, die van 1905 tot 1907 en van 1909 tot 1919 lid was van het Hoofdbestuur en L. Delpire, die eerevoorzitter van Tak Brussel was en tot op hoogen leeftijd onvermoeid voor het recht der Vlamingen in de bres stond. Helaas valt ook het verlies te betreuren van een jongere, den heer J. Boelens, de ijverige secretaris van Tak Lokeren, die door een noodlottig ongeval om het leven kwam.
De Groep heeft haar aandeel gehad in de tot stand koming van het Ned. Belgisch intellectueel verdrag, dat tweetalig is, Nederlandsch en Fransch, het Nederlandsch voorop. Zij zond een desbetreffende motie aan de ministers Jaspar en Hijmans. Ook zijn er teekenen, die er op wijzen, dat het Nederlandsch in het ambtelijk verkeer tusschen Nederland en België een grooter kans krijgt.
De Groep bevorderde ook de tot stand brenging van een wetenschappelijke wisselwerking tusschen Nederlandsche en Vlaamsche studenten en geleerden en bracht het Vlaamsch Economisch Verbond in betrekking met Nederlandsche ondernemingen en vertegenwoordigers van het A.N.V.
Aan verschillende buitenlandsche geleerden werden op hun aanvraag inlichtingen verstrekt over de Vlaamsche beweging en naar Vlaanderen reizende Nederlanders werden met raad en voorlichting bijgestaan.
Bij de huldiging van verdienstelijke stamgenooten heeft het Groepsbestuur zich niet onbetuigd gelaten. Een heele reeks namen moet hier het oog voorbij: Verriest-herdenking te Ingooighem, Van Langendonckhulde op de Brusselsche begraafplaats, Rubensviering, eerste lustrum van den Vlaamschen Toeristenbond, de Bedevaart naar den IJzer, Prof. Noyons, Eerw. Bernaerts, Pol. de Mont, Lode Baekelmans, Willem Gijssels, Em. Hullebroeck, Jef. Mennekes, Ern. Kindermans, Prof. Vercoullie. Men ziet, Vlaanderen laat geen huldigingsgelegenheid voorbijgaan.
In het bizonder moeten vermeld worden de gelukwenschen aan den eerevoorzitter dr. Kiewiet de Jonge, die juist door de algemeene Vlaamsche belangstelling, zoo diep getroffen werd, en aan den heer Omer Wattez, de 70-jarige voorzitter der Groep, die de moeilijke taak der heroprichting van de Groep als plaats, waar alle Vlamingen voor de cultureele ontwikkeling van het Vlaamsche volk kunnen samenwerken, met gunstigen uitslag vervulde en terecht den zilveren eerepenning van 't A.N.V. mocht verwerven.
In navolging van de algemeene Taalwacht in Nederland werd een Vlaamsche Taalwacht ingericht, wier invloed in verschillende richting reeds merkbaar wordt. Door een milden gever daartoe in staat gesteld, zal binnenkort weder een bord bij de Nederlandsche grens den Nederlanders, die Vlaanderen binnenkomen, herinneren aan hun plicht Nederlandsch te spreken in Vlaamsch België en niet te gaan beulemansen, zoodra ze hun voet op Belgischen bodem gezet hebben. Het Nederlandsch taalgebied in België breidt zich trouwens uit. Een taalgrenscommissie, waarin de Groep vertegenwoordigd is, is bezig dit vraagstuk nauwkeurig te bestudeeren, waarbij ook Fransch Vlaanderen betrokken zal zijn, waar het onderhouden en bestudeeren onzer taal nieuwe vergezichten opent.
Ook kwam een Vlaamsche Boekencommissie tot stand, die te Antwerpen zetelend, van daaruit de vele boeken en tijdschriften, die haar geregeld eenof tweemaal 's maands door het Hoofdkantoor te 's-Gravenhage worden toegezonden, over heel Vlaanderen verspreidt. Enkele dag- en weekbladen gingen rechtstreeks uit Nederland aan bepaalde adressen, doordat enkele Nederlanders abonnementen beschikbaar stelden. Dit moest veel meer gebeuren.
Verschillende letterkundige en geleerde sprekers door het Comité voor Lezingen in Vlaanderen, in het leven geroepen door het Hoofdbestuur, uitgezonden, verrichtten in de Takken nuttig cultureel ontwikkelingswerk.
Groep Vlaanderen heeft voorts meegewerkt aan uitbreiding van den kring der luistervinken die de Nederlandsche radio-uitzendingen wenschen te genieten en gaf den stoot tot de stichting van een Vlaamsch wetenschappelijk fonds, dat veel vooruitzicht biedt.
Het ledental der Groep overschreed in 1927 ver de 1000, verdeeld als volgt: Antwerpen 400, Ieperen 270, Brussel 266, Mechelen 175, Lokeren 86, Gent 32, West-Brabant 26, ook verschillende takken zijn in wording: Aalst, Diest, Kortrijk. Mogen nog meer volgen en vogels van verschillend gevederte zich aansluiten, omdat in het A.N.V. buiten godsdienstige en staatkundige richting allen kunnen samenwerken aan de gemeenschappelijke cultureele belangen van alle gebieden, die tot den Dietschen Stam behooren. Dit goed in het oog te houden is vooral voor Groep Vlaanderen noodzakelijk, omdat daarin de eenige maar ook zeer belangrijke bestaansgrond voor die Groep gelegen is.
Ten slotte is het beste bewijs voor den groei der Groep, dat het secretariaat geregeld, men kan wel zeggen dagelijks, met het hoofdkantoor in verbinding stond. Een woord van hulde voor den onvermoeiden groepssecretaris, den heer M. Stijns, mag hier niet ontbreken. Want alleen door het Hoofdbestuur geregeld op de hoogte te houden van al wat er in een bepaald gebied voorvalt, kunnen ook administratief, de zaken in gang en op peil gehouden worden.
| |
Groep Nederlandsch-Indië.
Als voorzitter dezer Groep in het grootste overzeesche Nederlandsch gebied trad in 1927 op Prof. Mr. A.H.M.J. van Kan, als secretaris Mr. J.N. Greidanus.
De Groep bleef zich wijden aan het nuttige werk der Nederlandsche leergangen voor Inlanders, hoewel hier de kentering der tijden, die ook Indië duchtig beroert, haar invloed doet gelden. De brandende vraagstukken op het gebied der sociale verhoudingen,
| |
| |
landsbestuur en machtsbevoegdheden schijnen de Europeanen in Indië zoo geheel in beslag te nemen, dat ons Verbond nauwlijks de aandacht trekt. En toch zou men juist door het steunen van ons werk de nationale Nederlandsche belangen ten zeerste dienen.
Onder de 4 afdeelingen: Batavia, Buitenzorg, Semarang en Oostkust van Sumatra (Medan) is het vooral de laatste, in welke een opgewekt Verbondsleven tot uiting komt, begunstigd als dit daar wordt door een vooral Europeesche samenleving. Zij behoort tot de Afdeelingen, die op tijd een degelijk jaarverslag uitbrengen, voor het Hoofdbestuur altijd het beste bewijs van een opgewekt Verbondsleven. Dat over 1927 gewaagt weder van het welslagen van den door een gemeentelijke subsidie gesteunden Nederlandschen leergang, van lezingen door Prof. Van Rees (wetenschappelijke onderwerpen), Luit. Kupfer (luchtvaart) en Prof. Le Cosquino de Bussy (Koloniaal Instituut), over verspreiding van den kalender Groot-Nederland en de woordenlijst Taalzuivering en - geen wonder bij al die werkzaamheid - van gestadige uitbreiding van het ledental.
| |
Groep Suriname.
De Groep had in 1927 25 jaar bestaan. Het feit werd niet feestelijk herdacht. 't Schijnt, dat de Groep evenals de heele kolonie leeft in afwachting van de dingen, die zouden moeten komen om haar op te heffen: de belangstelling van Nederlandsch kapitaal in de ontginning en Nederlandsche werkkrachten. Het A.N.V. vestigde in 1927 dan ook meermalen de aandacht op Suriname als emigratiegebied.
Het Groepsbestuur deed een goed werk door de vertooning van Zuidafrikaansche rolprenten, een navolgenswaardig voorbeeld van belangstelling voor stamverwant gebied.
Het A.N.V. telde in den afgetreden gouverneur een goed vriend. Van den nieuw-opgetreden landvoogd, Dr. A.A.L. Rutgers, mag niet minder verwacht worden, daar Z.Exc. in Ned. Indië door verschillende bestuursbetrekkingen toonde met de beginselen van het A.N.V. volkomen in te stemmen.
| |
Groep Nederlandsche Antillen.
Deze groep telde in het begin van het verslagjaar 188 leden, van welke de groote meerderheid op Curaçao woont; slechts 24 zijn verspreid over de andere eilanden.
Het ledental steeg tot 200 en heeft die grens sedert weer overschreden. Deze toeneming houdt niet alleen verband met de vestiging van verscheiden Nederlanders in dit overzeesch gebied in dienst der Curaçaosche Petroleum Industrie Maatschappij, maar is ook een gevolg van het optreden van een nieuw bestuur met den heer G.J. Ferguson als voorzitter. En als de ingestelde propagandacommissie haar taak naar behooren vervult, zal het volgend jaarverslag van nog grooter vooruitgang kunnen getuigen.
Er werden 4 bestuurs- en 2 algemeene vergaderingen gehouden, benevens 2 lezingen, een door Ir. E.F. Suringar over Technische toekomstproblemen en een door Ir. F. Meyer over ‘De electriciteit in de huishouding’, welke lezing een onmiddellijk belang had in verband met de plannen van de Ned. Ind. Gas Mij., om geheel Willemstad van electriciteit te voorzien.
Ter bevordering van het onderwijs in het Nederlandsch loofde het Bestuur boekprijzen uit voor de leerlingen der hoogste klassen van de Stadsscholen. De uitreiking had op Koninginsverjaardag met eenige plechtigheid plaats in de zaal van den Kolonialen Raad in tegenwoordigheid van vele belangstellenden. Voortaan mogen alle scholen meedingen.
Om het lezen te bevorderen sloot de Groep met den Alg. Importboekhandel van J.W.F. Sluyter een overeenkomst, waardoor leden van het A.N.V. eenige korting op boeken kunnen krijgen.
Naar Nederland kon f 1756.76 worden overgemaakt, door het Groepsbestuur ingezameld voor de slachtoffers der stormramp.
Uit alles blijkt wel dat er nieuw leven in deze Groep is gevaren en het Bestuur het bescheiden terrein met zorg bewerkt.
| |
Zuid-Afrika.
Wij hebben in dit vroegere groepsgebied nog maar 2 Afdeelingen (Bloemfontein en Kaapstad) en 4 vertegenwoordigers, gevestigd te: Durban (Natal), Ermelo (Transvaal), Nijlstroom (Transvaal), Potchefstroom (Transvaal).
De belangrijkste Afrikaansche voorpost blijft Kaapstad, waar het Verbondsleven zich in 1927 weer krachtiger dan te voren deed gelden, een teeken van toenadering na jaren van verwijdering, dat hoopvol stemt. Wij kunnen dat het best aantoonen door enkele gedeelten uit het jaarverslag van den eersten secretaris, dr. Philip Botha, hier in te lasschen:
‘Oor die afgelope twaalf maande het die Afdeling regtstreeks en andersins meegewerk aan die hou van vyftien byeenkomste in belang van ons Dietse stamsaak.
Verskeie besoekers uit Nederland is feestelik onthaal. Die heer H.C. Obreen, sekretaris van die ‘Kommissie voor den Zuidafrikaanschen Handel’, Den Haag, en die toneelspelers Anton Verheyen, Louis de Vries en Mignon Sorel, het in die begin van die jaar die geleentheid gekry om ten huise van die heer en mevrou Loopuyt-Maas kennis te maak met 'n aantal lede van die Verbond en ander Diets-sprekenden in Kaapstad.
Prof. dr. C. van Gelderen van die Vrye Uniwersiteit in Amsterdam is op 8 April op 'n gesellige byeenkoms in die Afrikaner Koffiehuis ontvang.
'n Aantal Nederlandse en ander vastelandse studente, wat op 'n studiereis na Suid-Afrika gekom het, is in medewerking met ander vereenigings in Kaapstad gesellig onthaal.
Die Afdeling het ook daarin geslaag om gedurende die Parlementsitting meer dan vyftig oud-studente van Nederlandse en Vlaamse uniwersiteite op 'n feesmaal bymekaar te kry. Die aand het besonder goed afgeloop en daar is die grondslag gelê van 'n blywende vereniging van genoemde oud-studente met as vernaamste doel die aanmoediging van Afrikaners om in Nederland en Vlaandere te gaan studeer en geldelike steun daartoe te verleen by wyse van die toekenning van studiebeurse.
By geleentheid van die agtiende verjaardag van H.K.H. Prinses Juliana op 30 April is 'n drukbesogte en goedgeslaagde kinderfees gehou en op 30 September het die Afdeling weer 'n jeugdaand ingerig. Buitendien is flink meegedaan aan die insameling van fondse vir die aanbieding van 'n verjaardaggeschenk aan die Oranje-Prinses namens die Regering en die Volk van Suid-Afrika.
Koninginnedag, die verjaardag van H.M. Koningin Wilhelmina op 31 Augustus, is deur 'n groot aantal
| |
| |
langstellendes op luisterryke wyse in Rondebosch gevier
Die drie groot Afrikaanse geskiedkundige daë het die Afdeling niet onopgemerk laat verbygaan nie. Van Riebeeckdag is in die teenwoordigheid van 'n groot skare herdenk met die neerlegging van kranse by die standbeeld van die stigter van die Dietse volkplanting hier. Heldedag, 10 Oktober, en Dingaansdag, 16 Desember, is gevier in samewerking met andere plaatslike verenigings.
Behalwe die reeds gemelde sprekers het gedurende die jaar voor die Afdeling ook opgetree: prof. M.C. Botha, die heer Fred. Rompel, dr. E.E.J. Malherbe en Argivaris C. Graham Botha.
'n Verblydende teken is die toenemende samewerking tussen alle Dietse verenigings op die Kaapse Skiereiland.'
Het verslag van den tweeden Secretaris, den heer S.J.F. Weich, ademt even groote opgewektheid en dat van Mevr. Loopuyt-Maas over de Openbare Hollandsch Afrikaansche Leeskamer en Boekerij meldt, dat er 50 bladen en tijdschriften en 3147 boeken ter lezing aanwezig zijn, waarvan echter een drukker gebruik kon worden gemaakt.
Het Hoofdbestuur steunt dit Dietsch stamleven in het land van Van Riebeeck naar vermogen en gaf o.m. blijk van waardeering in de studie van Afrikaners door aan drie Afrikaansche verpleegsters te Utrecht een toelage te verstrekken en den Studiegids voor Afrikaners in Zuid-Afrika te verspreiden.
Dit hoofdstukje in ons verslag kunnen wij het best besluiten met een herinnering aan de verheugende oplossing der vlagkwestie, die in 1927 haar beslag kreeg en wel zoo, dat het oranje, blanje, bleu met de kleuren der oude Afrikaansch-Hollandsche republieken overheerschend de Unievlag siert.
| |
Noord-Amerika.
Dit gebied werd in '27 als groep ontbonden. Steeds duidelijker was gebleken, dat ten gevolge van de ontzettend groote afstanden in het gebied dezer Groep van eenheid geen sprake kon zijn, dat zij geen levensvatbaarheid had en meer op papier dan in werkelijkheid bestond. Overleg met bevoegde raadgevers uit New-York leidde er toe, dat men aldaar besloot het Hoofdbestuur tot opheffing te raden. Die raad werd opgevolgd en het Hoofdbestuur hoopt nu door rechtstreeksche verbinding met zelfstandige Afdeelingen en vertegenwoordigerschappen in Noord-Amerika meer te bereiken.
Wij kwamen in '27 in aanraking met de heeren Oppenheim en De Vries uit Grand Rapids, die aanboden met de rolprent Nederland een propagandatocht door Noord-Amerika te maken. Deze heeft plaats gehad en is door vele oud-Nederlanders en stamverwanten zeer gewaardeerd. Waarschijnlijk gaan de genoemde ondernemers in deze lijn voort, waarbij wij hun behulpzaam zullen zijn.
Het A.N.V. heeft nu in Noord-Amerika 3 Afdeelingen, n.l. Boston, Dr. Kiewiet de Jonge (Noord-New York), en Nieuw-Nederland (New-York) en 9 Vertegenwoordigers gevestigd te: Avon (South Dakota), Delhi (N.Y.), Detroit (Mich.), East Orange (N. Jersey), Grand Rapids (Mich.), Madison (Wisc.), Minniapolis (Minn.), Neerlandia (Alberta, Canada) en Tampa (Florida).
| |
Zelfstandige Afdeelingen en Vertegenwoordigers.
Het getal der Zelfstandige Afdeelingen bedraagt thans 9. Ze zijn gevestigd te: Bloemfontein (O.V.S. Zuid-Afr.), Boston (N. Am..), Kaapstad (Z. Afr.), Noord New-York (N. Am..), Londen (Engeland), New-York (N. Am..), Boekarest (Roemenië), Praag (Tsjecho Slowakije), Weenen (Oostenrijk).
De voornaamste dezer zijn Kaapstad, waarover onder Zuid-Afrika belangrijke mededeelingen werden gedaan; Londen, die door haar belangwekkende winterlezingen de Nederlandsche cultuur bevordert en Weenen, die als jongste in het gezelschap een krachtig voorbeeld geeft. Het zeer uitvoerig eerste jaarverslag van den secretaris der laatstgenoemde afdeeling, den heer A. van der Stal, gaf daarvan overvloedig de bewijzen. Onze A.N.V.-afdeeling heeft te Weenen de vroeger op zich zelf levende Nederlanders daar bijeengebracht. De voorgang van den gezant en zijn echtgenoote, den heer en mevr. Jhr. mr. O.F.A.M. van Nispen tot Sevenaer, heeft daartoe het zijne gedaan. De nationale feestdagen 31 Augustus en 5 December werden met opgewektheid gevierd. De heer en mevr. prof. Wenckebach noodigden de leden op een feest- en voordrachtavond te hunnen huize, waar meer dan 100 personen te gast kwamen. Op een andere bijeenkomst kregen de leden door enkele Philipsluidsprekers onmiddellijk verbinding met het vaderland. Een anderen keer zorgde de penningmeester, dr. IJssel de Schepper, voor een tafelversiering met Nederlandsche bloemen.
Wij geven deze bizonderheden om andere groepen en groepjes van Nederlanders en stamverwanten in het buitenland te doen zien, hoe men het stambewustzijn levendig kan houden. Onnoodig te zeggen dat het Hoofdbestuur daarbij gaarne zijn medewerking verleent, gelijk het ook doet ten opzichte van tal van persoonlijke aanvragen uit het buitenland, waarvan de opsomming het bestek van dit verslag te buiten zou gaan.
Het aantal vertegenwoordigers in het buitenland vermeerderde wederom en steeg van 48 tot 55. Zij zijn gevestigd te: Ahwaz (Perzië); Avon (South Dacota, N. Am..); Bangkok (Siam); Baranquilla (Columbia); Barcelona (Spanje); Barquisimeto (Venezuela); Berlijn (Duitschland); Bombay (Br. Indië); Budapest (Hongarije); Bundaberg (Australië); Caïro (Egypte); Carambehy (Parana, Brazilië); Colombo (Ceilon); Colon (Rep. Panama); Comodoro Rivadavia (Argentinië); Delhi (N.Y. N. Am..); Detroit (Mich. N. Am..); Durban (Natal, Z. Afr.); East Orange (N Jersey, N. Am..); Ermelo (Transvaal, Z. Afr.); Frankfort a.d.M. (Duitschland); Genua (Italië); Grand Rapids (Mich. N. Am..); La Guaira (Venezuela); Hamburg (Duitschland); Havana (Cuba); Ismailia (Egypte); Keulen (Duitschland); Krefeld (Duitschland); Leipzig (Duitschland); Madison (Wisc. N. Am..); Manaos (Brazilië); Maracaibo (Venezuela); Minneapolis (Minn. N. Am..); Neerlandia (Alberta, Canada); Nice (Frankrijk); Nijlstroom (Transvaal, Z. Afr.); Panama (Rep. Panama); Parijs (Frankrijk); Pochefstroom (Transvaal, Z. Afr.); Puerto Cabello (Venezuela); Rangoon (Br. Indië); Rio de Janeiro (Brazilië); Rome (Italië); Rosario (Argentinië); Santa Fe (Argentinië); Sao Paulo (Brazilië); Singapore (Malakka); Stamboul (Constantinopel Turkije); Stockholm (Zweden); Sydney (Australië); Tampa (Florida, N. Am..); Tampico (Mexico); Turijn (Italië); Watten (Fransch-Vlaanderen).
Onder deze vertegenwoordigers zijn vele die hun plicht doen en meer dan dat, maar er zijn er ook van wien wij zoo goed als nooit iets vernemen. Toch kan
| |
| |
ieder hunner zijn taak vinden en nuttig werkzaam zijn.
Wie het Hoofdbestuur namen kan noemen van geschikte personen in het buitenland, die een vertegenwoordigerschap van het A.N.V. willen aanvaarden doet een goed werk.
| |
Boekencommissie.
De arbeid in het Boekenhuis werd in het afgeloopen jaar rustig voortgezet. Verzonden werden 50 kisten boeken, waarvan 28 naar Zeemans- of Schippershuizen, aanvulling van de sedert 1905 voortdurend toegezonden en herhaaldelijk aangevulde boekerijen, wier nut zonder uitzondering door de betreffende consulaire ambtenaren wordt geroemd. Een even groot aantal is nog onderhanden. In 1927 werden verzonden naar Helsingborg, Leith, Glasgow, Liverpool, Bikenhead, Londen, Greenwich, Southampton, Hull, Dunston, Aberdeen, South Shiels, Derwenthaugh, Methil, Stettin, Duisburg, Harburg, Hamburg, Antwerpen, Bremen, Bremershaven, Oslo, Cuxhaven, Duinkerken en Emden.
Voorts gingen kisten boeken naar Nederl. Vereenigingen te Kaldenkirchen, Lüdenscheid, Gronau en Kempen a Rh.; naar takken A.N.V. te IJperen, Antwerpen, Neder-over-Heembeek, Weenen, Gent; naar de Holl. modelboerderij in Noord-Frankrijk, de Ferme des Grands Champs te Fontenay-Trésigny; de Nederl. Boekerij te Genua (vertegenw. A.N.V.); Lichtschip Maas; Pater Bogaerts te Luik; Ds. J. Rijks te Roodebeke en den Vlaamschen Bond te Doornik. Het aantal adressen vermeerderde met 30 en bedraagt nu 471, verspreid over de gansche wereld.
De verzending van dagbladen en maandschriften werd evenzeer onafgebroken voortgezet, voorzoover de aanvoer van ons toegezonden bladen het mogelijk maakte, wat meer, dan in jaren het geval was, plaats vond.
De inkomsten bedroegen f 3552.96, de uitgaven f 3615.56.
Den 18en October 1927 bestond de B.-C. 25 jaar. Het loont de moeite in verband daarmede eenige cijfers over dat tijdperk te geven
Verzonden werden:
2251 kisten boeken met rond 215 duizend boeken; 100.000 pakken dagbladen; 15.000 maandschriften.
Ontvangen werd een bedrag van f 108.250.-, waarvan bijdroegen:
Hoofdbestuur A.N.V. rond |
f 54.000.- |
Groepen, afd. en leden A.N.V. |
f 26.000.- |
Andere bijdragen |
f 17.500.- |
Verschillende giften enz. |
f 10.750.- |
| |
Taalwacht.
Voor het eerst prijkt dit woord in het jaarverslag. De naam der commissie, die onafgebroken heeft te strijden voor taalzuiverheid in alle geledingen der samenleving, mocht in de eerste plaats wel volkomen Nederlansch zijn. De herdoop had eerstin 1927 plaats en de nieuwe naam beteekent niet alleen genezing van den geneesmeester zelf, maar openbaart ook beter zijn waakzame werkzaamheid, die steeds meer waardeering oogst.
Zeer teekenend voor den verhoogden invloed der Taalwacht is de medewerking van openbare lichamen, in het bizonder van het Ministerie van Onderwijs, dat de bekende woordenlijst als leerboekje voor de Rijksonderwijsinrichtingen aanbeval. Dit regeeringslichaam noodigde het Hoofdbestuur ook uit, om door den voorzitter zijner Taalwacht, dr. M.A. van Weel, een proef te laten nemen met zuivering van een der bestaande wetten, waarvoor de L.O.-wet werd gekozen.
Al blijft het Departement van Defensie dan ook ongeneigd aan ‘Landsverdediging’ te doen, zich beroepend op de Grondwet, de daad van Onderwijs is een niet licht te overschatten ambtelijke steun voor de krachtige doorwerking der beginselen van de Taalwacht, die op haar gebied slechts doet wat elk Nederlander behoort te doen: te waken voor het behoud van eigen karakter.
Trouwens ook bizondere personen en zaken wendden zich steeds meer en meer tot de Taalwacht om voorlichting bij hun streven: goed Nederlandsch te schrijven en te laten drukken.
Er heerscht op dit gebied de voor ons vleiende meening: Als je iets wilt weten, ga dan maar naar 't A.N.V. M.a.w. het woord der Taalwacht begint gezag te krijgen.
Haar invloed teekent zich ook af in Vlaanderen, in welk laatste gebied de heer Constant H. Peeters een woordenboek van Belgicismen uitgeeft, en in Afrika, waar Prof. Smith, die meermalen ruggespraak met Laan 34 Den Haag houdt, het Groot-Afrikaansche Woordenboek bezorgt.
De bekende Woordenlijst Taalzuivering beleefde, dank zij al die verhoogde belangstelling, haar zevenden druk en is langzamerhand tot een klein woordenboek uitgedijd.
De verschijning van dezen druk onder hoofdleiding van dr. M.A. van Weel, was het Hoofdbestuur aanleiding den Taalwachtvoorzitter den zilveren penning van het A.N.V. te vereeren, zooals reeds in den aanvang van dit verslag werd medegedeeld.
| |
Neerlandia.
Ons maandblad is nu reeds in zijn 31sten jaargang, omdat het A.N.V. bij zijn stichting in 1898 het toen bestaande blad (opgericht 11 Juli 1896) van wijlen Hyp. Meert overnam. Zijn 30 jaargangen zijn een waardevolle verzameling gegevens over de geschiedenis en de ontwikkeling der Dietsche gedachte. Meermalen gebeurde het, dat studenten er op ons kantoor in kwamen zoeken naar stof voor hun proefschriften of stellingen, waarvoor ze trouwens ook in onze thans zoo goed als geordende en gecatalogiseerde stamboekerij te gast kunnen gaan.
Neerlandia tracht elke maand zooveel mogelijk uit alle hoeken van den aardbol berichten, beelden en beschouwingen uit het verleden en het heden te geven als bewijs van Nederlandsch stamleven en van Nederlandsche volkskracht, waarvoor de Redactie van verschillende zijden medewerking krijgt. Het belangrijk verslag van het Hoofdbestuur over de Nederlanders in den vreemde, uitslag van de rondvraag aan de Nederlandsche consulaire ambtenaren over heel de wereld gedaan, werd in vervolgen in ons maandblad openbaar gemaakt en is nog niet geëindigd. De afdeeling ‘Ingezonden’ heeft vaak drukke nering, bewijs dat men Neerlandia graag als spreekbuis bezigt, omdat men weet zich tot een groote schare te richten.
Jammer dat de geldmiddelen nog niet veroorloven er een kloek, fraai uitgegeven, groot Dietsch stamtijdschrift van te maken, want wij zijn ons maar al te zeer bewust, dat het uiterlijk niet in overeenstemming is met het innerlijk. Waar zijn de vrijgevige, bemiddelde vrienden van het A.N.V., die daarvoor eens een breed gebaar over hebben? Wat zou zoo'n
| |
| |
mooi tijdschrift veel meer propagandistische waarde hebben en een onze instelling waardiger openbaringsmiddel zijn.
| |
Geldmiddelen.
De geldmiddelen van het Hoofdbestuur eischen bij voortduring de grootste zorg. Voor een instelling met zoo'n wijd doel en die zulk een uitgestrekt terrein te bewerken heeft, zijn de inkomsten veel te gering.
De leden in Nederland en dus ook het bestuur van Groep Nederland in de eerste plaats, mogen zich bewust blijven van hun eersten plicht, n.l. om het Hoofdbestuur zooveel mogelijk in staat te stellen de voornaamste taak van het A.N.V. bevredigend te vervullen, n.l. om de verspreide Groepen en Afdeelingen buiten Nederland, die bijna alle zelfstandig niet in staat zijn de groote uitgaven voor hun propaganda, te steunen. Groep Nederland heeft ongetwijfeld ook zelf op haar gebied een mooie taak te vervullen, maar daarnaast moge zij een trouwe steun van het Hoofdbestuur blijven, want in haar midden is de geldelijke kracht daarvoor te vinden.
De inkomsten van de hoofdkas bestaan uit een deel van de bijdragen der leden, de rente van een kapitaal van f 100.000,- en een subsidie van de Nederlandsche Regeering, thans f 10.000.-. Het Hoofdbestuur hoopt, dat de Regeering, zich bewust van het belangrijke werk, dat het A.N.V. ook voor Nederland verricht, deze subsidie zal verhoogen.
Het is wellicht niet geheel overbodig met nadruk te verklaren, dat deze subsidie de zelfstandigheid van het A.N.V. tegenover de Regeering op geenerlei wijze aantast.
De Winst- en Verliesrekening over 1927 wijst als geheel aan f 31422,18, waarin een nadeelig slot van f 4189.15, is begrepen. Dit wijst er te meer op, dat moet worden getracht de geldmiddelen te versterken.
Wij denken hierbij o.m. aan: vrijwillige verhooging der bijdrage door de leden, wier geldelijke draagkracht dit toelaat en op wie het Hoofdbestuur weldra een beroep hoopt te doen, en aan...... erflatingen. In '27 mochten wij er slechts twee boeken, elk van f 500.- van welke een onder last van vruchtgebruik. Laten we echter hopen, dat meer dan één A.N.V.-lid bij het maken van een laatste wilsbeschikking ons Verbond heeft bedacht.
En ten slotte moge de aansporing nog eens worden neergeschreven: Leden, werft leden! Ook daardoor versterkt men zoowel de geldelijke als de geestelijke weerkracht van het A.N.V.
| |
Propaganda
metterdaad voert vooral de heer Jac. Post, die dag in dag uit de Nederlanders in verschillende oorden van ons land tracht te overtuigen van den plicht om zich bij het A.N.V. aan te sluiten. Feitelijk moest dat niet noodig zijn, moesten de nationaal voelende stambewuste Nederlanders uit zichzelf toestroomen. Maar ons volk is nu eenmaal niet gemakkelijk in beweging te brengen. Gezien het gevolg van 's heeren Post werken, is het te betreuren, dat de geldmiddelen niet toelaten in elk stamgebied een ledenwerver en beginselverbreider aan te stellen. Vrijwillige propaganda, ledenaanbrenging door de leden zelf, zij er plaatsvervanging van.
De Nederlandsche posterij was ons ter wille door gedurende eenigen tijd een stempel te gebruiken met het opschrift: Steunt den Nationalen arbeid van het Algemeen Nederlandsch Verbond.
Wij voegen daaraan toe: Leden, maakt gebruik van onze propagandamiddelen, als daar zijn: de kalender Groot-Nederland, ons autovlagje, Nederlandsche nationale feestspeldjes, draagteekens (3 Dietsche barken), gekleurd portret van het Ned. Koninklijk echtpaar, sluitzegels e.d.
Hebt gij wel eens propagandageschriften van het A.N.V. aangevraagd, gelezen en verspreid? Zoo niet, begint dan eens met den nieuwen verluchten vierden druk van ‘Wat wil het A.N.V.?’
Hebt gij, gelijk verscheidenen in het afgeloopen jaar deden, ons Stammuseum al eens bezocht om Uw stamgevoel op te frisschen en het wellicht met een schenking te verrijken?
Spreekt gij in den vriendenkring wel eens over het A.N.V. en spoort gij Uw kennissen wel eens aan lid te worden en mee te strijden voor al wat goed Dietsch is?
Als ieder lid op zijn tijd propagandist is, kunnen we misschien ons ledental eens met vijf hooge cijfers gaan schrijven.
| |
Besluit.
Als we ons verslag nog eens overzien, mogen we niet ontevreden zijn. We kiezen de zwakkere dubbele ontkenning, niet de eenvoudige bevestiging, omdat er nog veel te wenschen overblijft.
Al is de grondgedachte natuurlijk overal dezelfde, de wijze, waarop men voor de vervulling dier gedachte wil en, gezien de omstandigheden in eigen gebied, ook moet werken, verschillen hemelsbreed.
Om deze reden moet overal, waar plaats is voor het A.N.V. en wel in zoodanigen omvang, dat er aanleiding is voor samenwerking, noodwendig een A.N.V. organisatie met een zekere zelfstandigheid tot stand komen.
Dit op zich zelf reeds, maar ook het zooeven bedoelde verschil van inzicht, geeft ruim voldoende gelegenheid voor botsing der uiteenloopende meeningen.
Het Hoofdbestuur, welks mooie, zij het moeilijke taak is daartusschen den weg te vinden en de eenheid in het Verbond te handhaven, verontrust zich niet over dien toestand, omdat het wel grondig overtuigd is van den eerlijken wil van alle medewerkenden om het A.N.V. zoo goed mogelijk zijn taak te doen vervullen.
|
|