Neerlandia. Jaargang 32
(1928)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdTaalwachtOuderwetsch(?) Nederlandsch(?).Op mijn Paaschfietstocht door Bovenkerk (N.-H.) komend, zag ik aan de halte Van de Spoorwegen dit opschrift: ‘Plaatskaarten te verkrijgen in de abri op het perron.’Ga naar voetnoot1) Zou de uitvinder van dit woord dezelfde zijn als die van retirade? | |
Adv. Langenhoven en de Nederlandsche Bijbel.Adv. C.L. Langenhoven, het invloedrijke Senaatslid, strijder onder de leus ‘wij zijn geen Engelschen en willen geen Engelschen zijn; wij zijn geen Nederlanders en willen geen Nederlanders zijn; wij zijn Afrikaners en willen alleen Afrikaners zijn’, heeft, naar Zuid Afrika meldt, onlangs verklaard, dat de ziel van de Afrikaansche taal te vinden is in den Nederlandschen Bijbel. Hij schrijft het volgende: ‘Daar is deur geleerdes verskeie teorie ontwerp omtrent die oorsake van die ontstaan van Afrikaans en sulke wetenskaplike ondersoek is ten hoogste nuttig en verdienstelijk. Maar behalwe sy uiterlike gedaante het die taal ook 'n siel, saamgegroei met die volksiel waarop hy aanhoudend werk en wat aanhoudend op hom werk. Hierop slaan die geleerde wereld niet veel ag nie. | |
Handigheid of beenigheid?In een stukje over Parijsche voetgangers in een van onze groote kranten troffen een van onze lezers de volgende woorden ‘iedereen liep schots en scheef door elkaar’. Hij vraagt, of dit een bewijs is van groote handigheid van de Parijzenaars of van geringe taalkennis van den dagbladschrijver. | |
Dietsch en Duitsch,Dietsch en Duitsch zijn op den klank (ie en ui) na volkomen dezelfde woorden. Eigenlijk zijn deze woorden bijvoeglijke naamwoorden, gemaakt van een zelfstandig naamwoord diet of duit; het eerste - diet - bezigt men - inzonderheid de Vlaming - nog. Dit zelfstandig naamwoord diet of duit beteekent volk, zoodat Dietsch en Duitsch door volksch kunnen weergegeven worden. In de Middeleeuwen heet de volkstaal Dietsch of Duutsch, afhankelijk van de streek. Uit Duutsch ontstond Duitsch, dat in de 16de eeuw en later, voorzien van neder, onze taal Nederduitsch deed noemen; omstreeks 1550 komt de naam Nederlandsch op. (Op verzoek geplaatst). | |
Buiten dienst?Zouden de Heeren, die 's Konings rok hebben gedragen, niet eens met elkaar afspreken, dat zij het germanisme b.d. niet meer gebruiken, omdat het in het Nederlandsch beteekent tijdelijk buiten dienst (non-actief) en niet gepensionneerd, wat deze Heeren juist bedoelen? | |
Vlaamsche plaatsnaamkunde.Binnenkort verschijnt een bundel studies over de namen der Vlaamsche plaatsen. Wij hopen, dat daarin tevens zal voorkomen een (liefst alfabetische) lijst van die namen, welke - het zij tot schande der Noord-Nederlanders gezegd - dezen meestal wèl in den Franschen en niet in den Nederlandschen vorm kennen. - Bovendien is een Noord-Nederlander met hetzelfde onderwerp bezig. Van beide bewerkingen hoopt de Taalwacht voordeel te trekken. | |
U of oe?
| |
[pagina 78]
| |
Wat Sumatra aangaat, dit woord heeft de Regeering steeds geschreven als thans, en dat is m.i. juist. Het is geen Inlandsche, doch een Europeesche naam. De uitspraak Soematra heb ik trouwens nooit gehoord. Dat de Duitsche zendelingen schuld hebben aan de spelling Sunda en Madura geloof ik niet. Ik vond deze reeds in den Regeeringsalmanak van 100 jaar geleden, toen er nog geen Duitsch Zendelinggenootschap in Indië arbeidde; in 1834 pas begon de Rijnsche Zending, Nu zijn er vóórdien wel Duitschers door Nederlandsche Zendelinggenootschappen uitgezonden, maar ik geloof niet dat deze enkele menschen invloed hebben gehad op de wijze, waarop de Regeering aardrijkskundige namen spelde. Naar het mij voorkomt waren hier Engelsche invloeden. In het bekende werk van Raffles: The History of Java, vindt men, naast Sumatra, Súnda en Madúra, de oe-klank dus weergegeven door een u met een accent. Er is alle reden om aan te nemen, dat het Nederlandsche gezag na zijn herstelling in 1816, de u voor de oe-klank heeft behouden, zij het met weglating van het teeken. De feiten in het stukje U of oe? lijken mij dus niet juist en toch wil ik er de aandacht van alle leden voor vragen. Het is een groot gevaar, dat wij bij de spelling van vreemde aardrijkskundige namen geen rekening houden met de waarde van de gebruikte letters in het Nederlandsch. Velen kunnen dit niet, omdat zij die vreemde talen niet geleerd hebben, velen, met wie dit wel het geval is, wagen zich niet aan de uitspraak van een eigennaam in het Engelsch, beide groepen spreken uit wat er staat. Zoo is de Nederlandsche taal verrijkt met de plaatsnamen Singapoor en Penang, die bij toepassing van de regels voor het Maleisch met Latijnsche letters zouden heeten Singapoera en Pinang. En deze regels moeten wij m.i. volgen, ook al staan de plaatsen onder Engelsch gezag. In het Maartnummer van Zuid-Afrika wordt er onder het opschrift Aardrijkskundige namen over geklaagd, dat in Nederlandsche bladen bij het noemen van namen uit Zuid-Afrika, zoo dikwijls de Engelsche spelling wordt gevolgd, in plaats van die van de Hollandsch sprekende Afrikaners, Als voorbeeld worden genoemd Rhodesia voor Rhodesië, Bechuana-land voor Betjoeanaland, Cape Town voor Kaapstad, De eerste naam doet den inzender vragen: Wij schrijven toch ook niet Persia, India enz.? Dit stukje is een versterking van dat in Neerlandia, want het komt ook weer neer op: Neem geen plaatsnaam klakkeloos over, maar gebruik een spelling zoo na mogelijk aan de Nederlandsche verwant R.v.I. |