Onze Taal in Japan.
Een paar eeuwen lang is, naar men weet, het Nederlandsch in Japan de wetenschappelijke, in het bijzonder de geneeskundige taal geweest en veel Nederlandsche woorden zijn in het Japansch overgebleven. Belangwekkend is een mededeeling van dr. S. Gargas, privaatdocent aan de Universiteit van Amsterdam, dat de Volkenbond een Engelsch boek over ‘Het gebruik en de studie van vreemde talen’ door prof. Inayo Nitobe (Tokio) heeft uitgegeven, waarin de verspreiding van het Nederlandsch in Japan in de zestiende eeuw uitvoerig behandeld wordt. Voor ons was hierin nieuw de mededeeling, dat de Japansche regeering in 1811, toen de algemeene vrees voor een inval der vreemdelingen verminderde, zoodat het verbod van het aanleeren eener Europeesche taal niet meer zoo streng gehandhaafd behoefde te worden, een ambtelijk vertaalbureau oprichtte. Eenige duizenden gingen toen Nederlandsch studeeren en er verschenen wetenschappelijke werken van allerlei aard, uitsluitend en alleen gegrond op de Nederlandsche wetenschap.
Ook in 1918 is een Engelsch werk, een mooi ‘Album of Historical Materials’ (Geschiedkundig Album) door Tokihide Nagayama, directeur der boekerij van Nagasaki, verschenen, waarin het een en ander over de Nederlandsche taal wordt vermeld. In dat boek vindt men ook een teekening van de Nederlandsche nederzetting op Desjima, gemaakt door een Japanner. Onder deze teekening stond een briefje in hoogst gebrekkig Nederlandsch, dat geen hoogen dunk gaf van den invloed dier Nederlandsche boeken. Maar het zal wel tot de uitzonderingen behoord hebben. Mr. J.C. Overvoorde verhaalde immers in Neerlandia van 5 Febr. 1912 van een ontmoeting met den heer C.E. Boeddinghaus, een der eerste vreemdelingen, die zich, na de openstelling van Japan, daar vestigde. Het verwonderde hem, dat deze heer zoo uitstekend Nederlandsch sprak. ‘Hij vertelde mij toen, dat bij zijn komst het Nederlandsch de algemeene handelstaal in Japan was, zoodat hij als Zwitser wel gedwongen was geweest, die taal te leeren.’
Het blijft altijd jammer, dat Nederland dezen handelspost in het verre Oosten verloren heeft.