De Nederl. Tuinbouw op de Wereldmarkt.
II. (Slot).
Wetenschappelijk ontwikkelen onze kweekers zich steeds meer. In 1900 begon een bollenfirma een uitgebreid stelsel van wetenschappelijke kruising van bloembollen toe te passen, waarmee in de kwarteeuw, die achter ons ligt, verrassende uitkomsten verkregen zijn, vooral een merkwaardige verscheidenheid van vormen en kleuren van de tulp. Bovendien werden de kweekwijzen gestadig verbeterd. Te Lisse werd een rijksschool voor bollenkweekers opgericht, waar de vaklieden gedurende. de wintermaanden uitstekend theoretisch onderwijs ontvangen, dat des zomers door de practijk wordt aangevuld. Aan deze school is een laboratorium voor plantenziekten verbonden, waar dr. E. van Slogteren, hoogleeraar aan de Wageningsche Landbouwhoogeschool, aan het hoofd van staat.
Tuinbouw en bloementeelt vinden een krachtigen steun, het buitenland een gewaardeerden grondslag van vertrouwen in den Nederlandschen Plantenziektenkundigen dienst te Wageningen. Onderzoek en inspectie van uitvoerproducten zijn zoo goed geregeld, dat bijna volstrekte veiligheid tegen, ziekten wordt gegeven. Deze inrichting bestaat reeds vijf en twintig jaren; zelfs in de Ver. Staten, waar de studie en bestrijding van plantenziekten zoo ontwikkeld zijn, erkent men haar voor de beste ter wereld. Zij bespaart onzen landbouwers en tuinders belangrijke verliezen. Zoodra zich in een bollenveld een spoor van ziekte vertoont, wordt het aanstonds verwijderd en veelal worden zulke maatregelen genomen, dat de plaag zich niet uitbreidt. In den winter worden de planten met carbolineum behandeld, om elke kiem van insectenpest te dooden. In belangrijke tuinbouwcentra heeft de dienst controleurs. Het toezicht op den uitvoer wordt in overeenstemming met de eischen der verschillende landen vair bestemming geregeld. Gaandeweg heeft deze inspectie groote uitbreiding verkregen; ze is evenwel zoo ingericht, dat de handel er geen belemmering van ondervindt. Dat zij in den vreemde vertrouwen geniet, is voor ons land met zijn uitgebreiden uitvoer van de grootste beteekenis. Jaarlijks worden tienduizenden getuigschriften afgegeven; in 1926 werden dichtbij de zes millioen pakken aardappelen gekeurd (tegen anderhalf millioen in 1925) en ruim drie millioen K.G. kruisbessen tegen ruim twee millioen in het voorgaande jaar. Voor scholen en leergangen worden praeparaten beschikbaar gesteld. De heer Ir. N. van Poeteren, hootd van den Plantenziektenkundigen dienst, aan wien wij vele van deze bijzonderheden danken, is vast overtuigd, dat zulk een dienst volstrekt noodig is voor een land als Nederland, dat zoowel teelt als uitvoer op peil wil houden. Trouwens de practijk heeft dit wel bewezen.
Een middelpunt van dit opgewekte, echt nationale bedrijfsleven is de Kon. Ned. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde, welker internationale beteekenis reeds uitkomt in het lijstje harer eereleden in meer dan tien landen Er komen o.m. een zevental hoog-